Home Wereld In Turkije foltert de politie erop los: ‘Er heerst een cultuur van...

In Turkije foltert de politie erop los: ‘Er heerst een cultuur van straffeloosheid’

Beeld: Pixabay

‘De situatie is alarmerend. In Turkije komen foltering en mishandeling frequent voor. De afgelopen vijf jaar is het aantal incidenten fors gestegen.’ Aan het woord is mensenrechtenactiviste Emma Sinclair-Webb (foto). Ze woont sinds 2003 in Istanbul en zet zich al jaren in voor de mensenrechten. Dat deed ze eerst voor Amnesty International en sinds 2007 voor Human Rights Watch, dat onlangs een rapport uitbracht over foltering en grove mishandeling van verdachten en gevangenen door de Turkse politie. We spraken haar hierover.

Wat zijn de belangrijkste conclusies uit dit rapport?

‘We onderzochten uitgebreid zes incidenten die in een periode van twee maanden plaatsvonden, waarbij tenminste veertien slachtoffers betrokken waren. Het rapport geeft geen totaalbeeld, maar de zes zaken illustreren wel hoe ernstig het met de mensenrechten van verdachten gesteld is in Turkije. De zes onderzochte incidenten verschenen in de – ook social – media en waren makkelijk te identificeren en te documenteren. Veel incidenten komen echter niet aan het licht. Wat we onderzocht hebben is het topje van de ijsberg.’

Emma Sinclair-Webb (Beeld: Human Rights Watch)

Zijn dit ‘slechts’ incidenten? Of is er sprake van systematisch geweld?

‘Dat woord wil ik niet gebruiken. Maar er is een wijdverspreid patroon van politiegeweld tegen gevangenen. Er vinden folteringen plaats. Maar er is ook sprake van bruut geweld.’

Foltering kwam vroeger toch ook voor in Turkije, tijdens en na de staatsgreep van 1980 bijvoorbeeld? Wat is er nieuw nu?

‘De situatie is de laatste tijd weer enorm verslechterd. Na 2000 ging het veel beter in Turkije, wat mede kwam door het EU-toelatingsproces. Maar dit wordt in een rap tempo teruggedraaid. De situatie is alarmerend. In Turkije komen foltering en mishandeling frequent voor. De afgelopen vijf jaar is het aantal incidenten fors gestegen. Turkije is weer terug bij af.’

‘Wat we onderzocht hebben is het topje van de ijsberg’

In het rapport wordt ook gesteld dat politieagenten die verdachten en gevangenen mishandelen hun gang kunnen gaan, zonder hiervoor gestraft te worden. Hoe komt dat?

‘Dat is inderdaad een van de grootste problemen. Als mensen die zijn mishandeld door de politie aangifte doen, dan doen de autoriteiten hier niets mee. Wij van Human Rights Watch documenteren het wel. Heel opvallend was de reactie van de plaatselijke autoriteiten in Diyarbakir in Oost-Turkije. De gouverneur van de provincie steunde na een aanklacht meteen de versie van het verhaal die de politie vertelde, waarin de verdachte de schuld kreeg. Deze houding maakt het doen van een onafhankelijk onderzoek natuurlijk onmogelijk, want de overheid heeft al partij gekozen. Dit is een gevaarlijke ontwikkeling, want de politie is hierdoor onschendbaar geworden. De autoriteiten zullen altijd achter de politie staan, er komt nooit een onafhankelijk onderzoek, verdachten die klagen hebben pech. Er heerst een cultuur van straffeloosheid en elkaar de hand boven het hoofd houden.’

Hoe weet Human Rights Watch dat de zaken die jullie onderzocht hebben inderdaad gaan om buitensporig politiegeweld?

‘De slachtoffers hebben blauwe plekken, of missen hun voortanden. Het is heel onwaarschijnlijk dat dit door ‘ongelukjes’ gebeurd is. De politie claimt dat de verdachten zich verzetten tijdens hun arrestatie. Maar ook dan gebruik je dit excessieve geweld niet.’

Is het gewelddadige politieoptreden vooral gericht tegen de Koerden en politieke tegenstanders?

‘Dat is een moeilijke vraag, omdat we geen beschikking hebben over alle gegevens. Maar tegen gewone misdadigers is de Turkse politie ook gewelddadig, niet alleen tegen politieke gevangenen of tegen Koerden. Geweld komt niet alleen in Diyarbakir voor, maar over heel Turkije. Het verschil is echter denk ik dat gewone criminelen niet zo snel zullen klagen. Van het geweld tegen hen hebben we geen goed beeld.’

In Turkije vinden ook verdwijningen plaats. En de Turkse geheime dienst ontvoert politieke tegenstanders die in het buitenland wonen, met name Gülenisten. Wat kan Human Rights Watch hiertegen doen?

‘We hebben hier enkele jaren geleden onderzoek naar gedaan. Ook hier ging het om enkele individuele zaken. In Turkije zelf verdwijnen ook mensen, die maanden later opeens weer opduiken. De laatste zaak was een man die opeens verdwenen was. Pas maanden later werd hij gevonden. Hij vertelde alles, ook dat hij werd gemarteld, ondanks het feit dat hij zwaar onder druk was gezet om te zwijgen. Het gaat om ongeveer 25 verdwijningen. Meestal duiken de slachtoffers na enkele maanden weer op. Eén man is na een jaar echter nog steeds spoorloos. Ik heb niet de indruk dat mensen nu worden ontvoerd om vervolgens te worden vermoord, wat in de jaren negentig veelvuldig voorkwam toen het Turkse leger in een bloedige oorlog verwikkeld was met de Koerdische onafhankelijkheidsbeweging PKK.’

‘Er heerst een cultuur van straffeloosheid en elkaar de hand boven het hoofd houden’

Wat zijn de ergste mensenrechtenschendingen die nu in Turkije plaatsvinden?

‘In Turkije zijn er veel zorgelijke ontwikkelingen, maar over het beperken van de vrijheid van meningsuiting en de vrije media maak ik mij het meeste zorgen. Dat en de politieke controle op de rechterlijke macht. De rechtspraak is niet meer onafhankelijk.’

U twitterde onlangs over de tientallen Turkse advocaten die door de staat zijn gearresteerd. Waarom doet Turkije dit? En wat voor gevolgen heeft dit voor de rechtsstaat in Turkije, of wat daar nog van over is?

‘De Turkse staat neemt de rechterlijke macht over. Dat is een groot probleem. De advocaten die zijn gearresteerd zijn de advocaten die verdachten verdedigden die van terrorisme werden beschuldigd: Gülenisten, leden van de pro-Koerdische HDP-partij, linkse mensen. Het verontrustende is dat de advocaten die deze verdachten verdedigden nu ook voor terrorisme worden aangeklaagd. Zonder bewijs natuurlijk, maar de politie luistert nu wel alle telefoongesprekken af die de advocaten met hun cliënten hebben gevoerd, en met de families van de cliënten. Het gevolg van deze intimidatie is dat advocaten in de toekomst niet zo snel terrorismeverdachten zullen verdedigen, omdat ze dan zelf in het beklaagdenbankje moeten plaatsnemen. De kans op een eerlijk proces wordt hierdoor nog kleiner. De Turkse staat is uitermate ongelukkig met de advocatenbonden, ook omdat die over de verschillende rechtszaken kritische rapporten uitbrengen. Turkije wil de macht van deze bonden breken en alleen advocaten op de zaak zetten die loyaal zijn aan de regering. Dit zijn geen advocaten die allereerst handelen in het belang van hun cliënten.’

Ten slotte: de president van het Europees Hof van de Rechten van de Mens – EHRM -, Róbert Spanó, was begin september in Turkije. Daar sprak hij onder meer met president Recep Tayyip Erdogan en ontving hij een eredoctoraat aan de universiteit van Istanbul. Turkse mensenrechtenactivisten waren woedend. Hoe kijkt u tegen deze actie van Spanó aan?

‘Spanó en het EHRM hebben zich hierdoor gecompromitteerd. De Universiteit van Istanbul heeft een slechte track record, want de instelling heeft na de mislukte staatsgreep van juli 2016 een heleboel docenten ontslagen (waaronder Mehmet Altan, de broer van de gevangen schrijver Ahmet Altan. Mehmet Altan schreef hierover een open brief aan Spanó, red.).

Dat Spanó uitgerekend deze universiteit bezocht om een eredoctoraat te ontvangen, dat helpt niet echt om de onafhankelijkheid van het EHRM te promoten. Het was een onverstandige zet. Daarnaast is het zo dat Turkije EHRM-besluiten naast zich neerlegt. Filantroop en vredesactivist Osman Kavala zit bijvoorbeeld nog steeds in de gevangenis, ondanks het feit dat het EHRM heeft geëist dat hij onmiddellijk vrijgelaten moet worden. En voormalig HDP-leider Selahattin Demirtas is ook nog steeds niet op vrije voeten. Ik hoop dat Spanó tijdens zijn bezoek zich hard gemaakt heeft voor de vrijlating van Kavala en Demirtas. En ik hoop dat de Turkse autoriteiten luisteren naar wat Spanó mogelijk achter gesloten deuren tegen ze heeft gezegd. In het openbaar heeft de president van het EHRM in ieder geval geen duidelijke statements afgegeven, maar misschien heeft hij zich achter gesloten deuren wel hard voor de mensenrechten gemaakt.’

Van 21 tot en met 25 september dit jaar zou in de Zwitserse stad Genève het zogenoemde Turkije Tribunaal plaatsvinden. Vanwege de coronacrisis is dit event tot nader orde uitgesteld. Initiatiefnemer van het symbolische proces tegen de Turkse staat is het Belgische advocatenkantoor Van Steenbrugge Advocaten (VSA) uit Gent, dat eerder voor het VN-Mensenrechtencomité verschillende zaken voor Turkse burgers behandeld heeft.

Volgens professor Johan van de Lanotte, voormalig vicepremier van België, tegenwoordig verbonden aan VSA en buitengewoon hoogleraar Grondwettelijk Recht en Mensenrechten aan de Universiteit Gent, is dit tribunaal een drukmiddel om Europese instellingen ertoe te bewegen kritischer te zijn op Turkije. ‘Turkije schendt op grove schaal de mensenrechten en kent geen onafhankelijke rechtsspraak meer. Toch komt Erdogan hiermee weg en zien we het land nog steeds als een democratie, in tegenstelling tot Rusland en Wit-Rusland. Dat is merkwaardig.’

Voor het Turkije Tribunaal heeft VSA zes prominente rechters weten te strikken: Françoise Barones Tulkens (België), Giorgio Malinverni (Zwitserland), Elisabeth Abi–Mershed (VS), Johann van der Westhuizen (Zuid-Afrika), Ledi Bianku (Albanië) en John Pace (Australië). Van de Lanotte: ‘Dit zijn rechters met een indrukwekkende staat van dienst. Hopelijk zullen het Europees Hof van de Rechten van de Mens en andere instellingen hierdoor worden overgehaald hun toegeeflijke opstelling tegenover Turkije te herzien. We stoppen ook niet als het tribunaal is afgelopen, maar stappen dan naar internationale instanties als het EHRM, de Raad van Europa, enzovoort.’

Emma Sinclair-Webb laat weten positief tegenover dit tribunaal te staan. ‘Ik denk dat alle pogingen om aandacht te geven aan de mensenrechtensituatie in Turkije waardevol zijn. Het belangrijkste van zo’n tribunaal is wel dat alle verschillende slachtoffergroepen aan het woord moeten komen. Het moet voor de geloofwaardigheid een zo’n breed mogelijk tribunaal zijn.’