Home Wereld Islamitische Rohingya’s zijn nergens veilig

Islamitische Rohingya’s zijn nergens veilig

Vluchtelingenkamp in Bangladesh waar Rohingya's wonen. Beeld: Ro Yassin Abdumonab

Vandaag zes jaar geleden begon het leger van Myanmar de militaire campagne tegen de islamitische Rohingya-bevolking. Volgens de Verenigde Naties zijn de Rohingya’s de zwaarst vervolgde gemeenschap ter wereld.

De beelden van kilometerslange rijen Rohingya-vluchtelingen staan nog in het geheugen gegrift: op blote voeten door jungles en bergen vluchtten zes jaar geleden honderdduizenden Rohingya’s, waarvan een meerderheid vrouwen en veertig procent minderjarig, voor het wrede geweld van het leger van Myanmar.

Het overwegend boeddhistische land heeft de Rohingya bevolking, een etnische en religieuze minderheid, in 1977 als illegale migranten bestempeld. Enkele jaren later verloren ze hun burgerschap. Sindsdien wordt de gemeenschap stelselmatig gediscrimineerd door de boeddhistische bevolking en vonden er meerdere militaire operaties plaats. Als gevolg daarvan zijn vele Rohingya’s richting buurland Bangladesh gevlucht, waar ze in vluchtelingenkampen leven onder erbarmelijke omstandigheden.

Tijdens de grootste exodus die zes jaar geleden begon – waarbij het leger zich schuldig maakte aan martelingen en groepsverkrachtingen van vrouwen en meisjes, en massaal huizen en bezittingen van de Rohingya-bevolking in brand stak – kwamen volgens het rapport van de Verenigde Naties ongeveer negenduizend mensen om het leven. In totaal moesten zes jaar geleden meer dan zevenhonderdduizend Rohingya’s vluchten naar Bangladesh. Het jaar daarop, in 2018, vluchtten nog eens zo’n twaalfduizend Rohingya’s naar Bangladesh.

Staatloos en ontheemd

In Bangladesh, India en Myanmar, waar velen naartoe zijn gevlucht, hebben Rohingya’s geen burgerrechten. Ze vormen de grootste staatloze gemeenschap ter wereld. De Verenigde Naties noemen de Rohingya-moslims de zwaarst vervolgde gemeenschap ter wereld en spraken in 2017 over een ‘schoolvoorbeeld van etnische zuivering’. Een jaar later verzochten de VN het leger van Myanmar om de mensenrechtenschendingen jegens de Rohingya-moslims te onderzoeken.

Rohingya-vrouw in haar huis in een vluchtelingenkamp in Bangladesh. Beeld: Ro Yassin Abdumonab

Toen in 2019 het Internationaal Gerechtshof op de genocide door Myanmar wees, weigerde voormalig minister-president en Nobelprijswinnares en Aung San Suu Kyi de genocide te erkennen, omdat ze ook een boeddhistische nationalist is. Evenmin wilde ze de systematische martelingen en verkrachtingen te erkennen. Volgens haar zouden de beschuldigingen jegens het leger ‘misleidend’ zijn en zouden ‘terroristische aanslagen’ door Rohingya-soldaten de aanleiding van de militaire operaties zijn geweest.

Deze uitspraken van Aung San leidden tot wereldwijde ophef en kritiek van mensenrechtenorganisaties. Desondanks heeft het Nobelprijscomité aangegeven de prijs niet te zullen intrekken. Het leger arresteerde Aung San twee jaar geleden na een succesvolle staatsgreep tegen de burgerregering.

Vooraf geplande genocide en haatpropaganda

Uit een onderzoek van het internationale persbureau Reuters, dat afgelopen jaar werd gepubliceerd, bleek dat de etnische zuivering vooraf gepland was door Myanmar: uit duizenden pagina’s tellende documenten, die door het onderzoeksteam van Reuters werden onderzocht, blijkt dat halverwege 2017 het leger van Myanmar in samenwerking met nationalistische boeddhistische monniken een campagne had opgezet om de huizen van Rohingya-moslims en hun moskeeën te vernietigen. De legercommandanten en de boeddhistische nationalisten deden hun uiterste best, zo blijkt uit het onderzoek, om de militaire operatie ‘onmerkbaar’ te laten verlopen om het imago van het leger te beschermen. Ook blijkt uit de documenten dat de islamitische Rohingya’s meermaals werden gedemoniseerd: ze werden als ‘buitenlandse indringers omschreven die zich in groten getale in Myanmar bevonden. Hoewel in de documenten geen expliciete bevelen staan om de Rohingya’s uit te moorden is wel duidelijk, aldus de onderzoekers, dat er een concreet plan bestond om Myanmar te zuiveren van de Rohingya’s, hun huizen en moskeeën.

Een rapport dat vier jaar daarvoor was gepubliceerd door de Zuid-Aziatische mensenrechtenorganisatie Fortify Rights toonde ook aan dat al in 2016, het jaar voorafgaand aan de militaire operatie in 2017, het leger van Myanmar uitgebreide plannen had gesmeden om de Rohingya gemeenschap te verdrijven. Onder andere door de Rohingya moslims kwetsbaarder te maken voor de aanvallen door het leger.

Er bestond een concreet plan om Myanmar te zuiveren van de Rohingya’s

Daarnaast blijkt uit een rapport van Amnesty, dat afgelopen jaar werd gepubliceerd, dat online haatpropaganda tegen moslims een significante rol heeft gespeeld gedurende de maanden voorafgaand aan de genocide op de Rohingya. Het rapport beschrijft hoe militante boeddhistische groepen Facebook gebruikten om racistische berichten en nepnieuws over de Rohingya-moslims te verspreiden. Extremisten noemden moslims ‘infiltranten’ en ‘honden’ die ‘neergeschoten moeten worden’. Volgens Amnesty heeft Facebook algoritmes gebruikt die het verspreiden van deze haatpropaganda hebben vergemakkelijkt en gesteund. Meta, de eigenaar van Facebook, zou geen actie hebben ondernomen, ondanks vele waarschuwingen van mensenrechtenactivisten, aldus Amnesty. Volgens Rohingya-activisten is Meta daarom medeverantwoordelijk voor de etnische zuivering.

Overvolle vluchtelingenkampen

Een miljoen Rohingya’s verblijven nu in overvolle vluchtelingenkampen met geringe toegang tot medische voorzieningen en onderwijs. Volgens een rapport van Human Rights Watch zijn de vluchtelingen regelmatig het slachtoffer van gewapende bendes die de Rohingya-bevolking als illegale migranten beschouwen. Alleen al gedurende dit jaar zouden volgens Al Jazeera tientallen Rohingya-moslims, waaronder vrouwen en kinderen, zijn gedood nadat ze werden aangevallen door de extremisten.

Vluchtelingenkamp in Bangladesh. Beeld: Ro Yassin Abdumonab

In maart dit jaar verwoestte een brand een vluchtelingenkamp in Bangladesh waardoor ruim vijftienduizend Rohingya-vluchtelingen geen dak meer boven hun hoofd hadden. Door bezuinigingen van de VN is er nu ook een tekort aan voedsel voor de vluchtelingen ontstaan, waardoor bijna de helft van de Rohingya moslims in Bangladesh ondervoed is geraakt. De omstandigheden in de kampen in Bangladesh en Myanmar zijn zo ernstig dat intussen tientallen Rohingya’s op een boot zijn gevlucht naar Indonesië. Anderen vluchtten naar de Filipijnen en Maleisië. Maar de boottocht gaat niet zonder moeilijkheden; afgelopen jaar verdronken ongeveer 180 Rohingya-vluchtelingen tijdens de tocht.

‘De bezuinigingen hebben gevolgen voor zwangere vrouwen, zogende moeders, ondervoede kinderen en andere mensen die alleen op voedsel rantsoenen gedoneerd door de VN aangewezen waren’, vertelt de 38-jarige vrijwilliger en journalist Ro Kyaw Myint Aung*. Hij vluchtte in 2017 voor het leger in Myanmar en verblijft sindsdien in de stad Coxs Bazar in Bangladesh. ‘Door de vermindering van de rantsoenen raken vluchtelingen verstrikt in mensenhandel en smokkel. Er is geen degelijk onderwijs voor de kinderen en door een gebrek aan toegang tot onderwijs verliest de helft van de kinderen op een miljoen Rohingya’s hun hoop op een goede toekomst.’

De Rohingya moslims maken dagelijks discriminatie mee in Bangladesh vertelt Myint Aung. ‘De meeste vluchtelingen worden soms gediscrimineerd of misbruikt door ngo’s en mensen in Bangladesh omdat die op de vluchtelingen neerkijken. Als je bijvoorbeeld in een taxi zit, word je vaak uitgescholden door chauffeurs, in een restaurant worden we uitgescholden en proberen ze de vluchtelingen vaak te chanteren. We kunnen niet alleen reizen omdat we worden gearresteerd en een hoge boete krijgen van de politie.’

‘Ten slotte zijn er veel journalisten uit Bangladesh die de Rohingya’s zonder reden in een negatief daglicht plaatsen. Dit soort media wil alleen maar de steun van politieke partijen. Er zijn veel Rohingya-jongeren die proberen de harmonie tussen de Rohingya-vluchtelingen en de mensen in Bangladesh te bevorderen. Maar sommige journalisten en politici proberen conflicten te creëren door propaganda tegen de Rohingya te verspreiden.’

Hongerstaking

Sinds 2012 zijn ongeveer veertigduizend Rohingya-moslims vanuit Bangladesh gevlucht naar buurland India. Aanvankelijk konden de vluchtelingen in de Indiase hoofdstad Delhi hun leven op een rustige manier opbouwen. Dat veranderde toen afgelopen jaar het hindoe-nationalisme escaleerde en de Indiase regering de Rohingya-moslims ‘illegale buitenlanders’ noemde. In de Noord-Indiase stad Nuh, waar bijna duizend Rohingya’s in kampen verblijven, hebben bulldozers delen van de kampen verwoest. Volgens de Indiase politie zouden de vluchtelingen er illegaal verblijven. De minister van de Indiase deelstaat Haryana beschuldigde de vluchtelingen van het stoken van onrust.

De regio waar de Rohingya vluchtelingen verblijven is vaker het doelwit van anti-moslim geweld; meer dan twaalfhonderd huizen en winkels, waarvan de meeste van moslims, zijn deze maand verwoest door de Indiase deelstaat Haryana. Het massale geweld heeft ertoe geleid dat het Indiaas gerechtshof de deelstaat beschuldigt van etnische zuivering.

Tot op heden is niemand veroordeeld voor de genocide

Omdat India geen wet- en regelgeving kent die de vluchtelingen beschermt, zijn de Rohingya-moslims vaak slachtoffer van intimidatie door de Indiase autoriteiten: in juli dit jaar werden vierenzeventig vluchtelingen gearresteerd waaronder vrouwen en kinderen. De Indiase politie beschuldigt hen ervan illegaal in het land te verblijven. Het arrest leidde tot een ophef onder Rohingya-activisten en critici door heel India.

In de Indiase deelgebieden Jammu en Kashmir zijn sinds april tweehonderdzeventig Rohingya’s in hongerstaking gegaan, nadat ze door de Indiase staat gevangen waren genomen. Tijdens een poging om uit de gevangenis te vluchten werden Rohingya-vluchtelingen met traangas bestookt. Hierbij kwam een meisje van vijf maanden oud om het leven. Volgens Rohingya activisten in India is het toenemende geweld tegen de vluchtelingen een onderdeel van een campagne van de nationalistische regering om volgend jaar tijdens de verkiezingen meer stemmen te krijgen.

‘De onderdrukking van de Rohingya-vluchtelingen is niet los te zien van discriminatie op basis van het kastensysteem dat overal in India aanwezig is’, vertelt de Indiase Avinash Kumar, werkzaam bij de ngo Equity Studies. ‘Dit verklaart waarom de Indiase staat geen moeite zal doen om de Rohingya’s, die voornamelijk uit armere gezinnen komen, te helpen. Daarnaast speelt het hindoe-nationalisme in India een belangrijke rol: de Rohingya-vluchtelingen worden als een vijand van de staat afgeschilderd in de Indiase media, en dit narratief komt de Indiase nationalisten goed uit. Het is namelijk niet de eerste keer dat moslims in India als ‘infiltranten’ en als ‘terroristen’ worden afgeschilderd, dit is een strategie van de Indiase regering. Daarnaast worden in heel Zuid-Azië de Rohingya als overlast ervaren. Ik heb gesproken met Rohingya-vluchtelingen en ze zijn bang om hun leven te verliezen in India, maar net zo bang om terug te keren naar Myanmar. Veel schuilen in de bossen of op onbewoonde plekken om zo te ontkomen aan de gewelddadige aanvallen door de nationalisten in India en te ontsnappen aan arrestatie door de politie.’

Angst voor nieuwe genocide

Intussen leven de meer dan een half miljoen overgebleven Rohingya in de staat Rakhine, in het noordwesten van Myanmar, in angst. Ze worden nog steeds systematisch onderdrukt door de boeddhistische nationalisten; ze hebben nauwelijks toegang tot werk, educatie en gezondheidszorg en verminderd toegang tot voedselvoorzieningen. Ook maken de moslims in Myanmar dagelijks discriminatie mee vanwege hun religie. Prikkeldraad en gewapende militairen voorkomen dat ze hun dorpen verlaten. De Rohingya die het toch wagen, riskeren een gevangenisstraf tot vijf jaar. Volgens Amnesty is er sprake van ‘apartheid’.

Beeld: Ro Yassin Abdumonab

VN-experts vrezen voor een nieuwe etnische zuivering, aangezien de militaire junta, die verantwoordelijk was voor de genocide op de Rohingya-bevolking, sinds enkele jaren de macht heeft gegrepen door middel van een staatsgreep. Toen in juni een orkaan uitbrak en de bezittingen van honderdduizenden Rohingya’s werden verwoest, blokkeerde de junta de humanitaire hulp aan de Rohingya-dorpen. Duizenden inwoners lopen het risico te sterven door ondervoeding. Volgens Human Rights Watch is het niet de eerste keer dat het leger humanitaire hulp aan de Rohingya’s tegenhoudt. De blokkades vormen een onderdeel van een strategie om de gebieden waar Rohingya’s leven te terroriseren.

Afgelopen jaar beloofde het Internationaal Gerechtshof in Den Haag de misdaden tegen de Rohingya-bevolking te bestraffen. Maar tot op heden is er geen enkele gerechtigheid voor de Rohingya gemeenschap en is nog niemand veroordeeld voor de genocide.

‘Rohingya’s hebben hun eigen taal, cultuur en tradities en zijn mensen met een prachtige cultuur, maar zij zijn in hun eigen land van alles beroofd.” zegt Myint Aung . ‘Om veilig in de vluchtelingenkampen te kunnen verblijven, moeten ze de kans krijgen om hun eigen leven op te bouwen, geld te verdienen en op goed onderwijs voor hun kinderen. Zo kunnen ze hun toekomst vormgeven. De mensen in Bangladesh, en ook de mensen in andere landen waar Rohingya verblijven, moeten hen met respect behandelen en de Rohingya’s als gelijkwaardige mensen beschouwen.’

* Naam is gefingeerd omdat de Rohingya-vluchteling anders wordt geïntimideerd door autoriteiten in Bangladesh, zijn baan verliest of wordt gearresteerd voor de kritiek op het land.