Home Wereld ‘Over geschiedenis en politiek praat ik liever niet’

‘Over geschiedenis en politiek praat ik liever niet’

Foto: Billboard Warschau, Ula Idzikowska
Oekraïners komen alleen naar Polen om er zestig uur per week te werken – althans, dat is het idee dat in Polen leeft. Niets is minder waar. Aan de Poolse universiteiten en hogescholen studeren bijna 38.000 Oekraïners. Welke moeilijkheden ervaren ze? Willen ze blijven? En wat denken ze van de ‘leegloop’ van Oekraïne? De Kanttekening sprak met vijf (voormalige) studenten.

Busstation Warschau-West. Een deprimerende omgeving met schreeuwende billboards en kleurrijke reclame: werk, bus naar Oekraïne, Poolse simkaart. Opschriften in het Cyrillisch staan keurig naast Poolse teksten.

In mei 2017, tijdens mijn laatste bezoek aan het thuisfront, had niemand het over Oekraïners. Ze waren onzichtbaar, hoewel ze met veertigduizend mensen de tweede grootste minderheid in Polen vormen. Ondertussen ‘zitten ze overal’, zoals mijn Poolse vrienden en familie me verzekeren. Oekraïens mengt zich met Pools in de supermarkten, hotels en restaurants. Oekraïners zijn in de aardbeienvelden te vinden, maar even goed aan de Poolse universiteiten en hogescholen.

Meer dan de helft van de buitenlandse studenten – 37.683 personen – komt tegenwoordig uit Oekraïne. Het aantal is in de voorbije vijf jaar bijna verdubbeld. Daarom ben ik niet verbaasd dat er in de Flixbus naar Polen een Oekraïense student marketing naast me zit.

‘Banen stelen en wapens verzamelen’

Voor Kirill Sukhota (26) was de komst naar Polen drie jaar geleden vrij logisch: hij heeft Poolse roots en werd aangemoedigd door zijn ouders om in Krakau te gaan studeren. ‘Met Karta Polaka (letterlijk: De kaart van een Pool) had ik trouwens een voorsprong’, legt hij uit. Dit document, ingevoerd in 2008, bevestigt dat iemand tot de Poolse natie behoort. Er zijn een aantal voordelen aan verbonden, zoals het recht om een eigen bedrijf op te richten onder dezelfde voorwaarden als Polen of om gebruik te maken van medische zorgen in noodgevallen. Na drie jaar in Polen heeft Sukhota een permanente verblijfsvergunning. Hij weet nog niet of hij blijft. ‘Ik zal kijken waar mijn mogelijkheden liggen. Nu ben ik bijna klaar met mijn bachelor en ga ik mijn studies in Polen voortzetten. Maar wie weet – misschien ga ik nog elders wonen.’

Volgens een online enquête van het Instituut voor Publieke Zaken uit 2018 is 29 procent van de duizend bevraagde Oekraïense studenten van plan na zijn of haar studies naar een ander EU-land te verhuizen. Min of meer hetzelfde percentage zou willen blijven, zoals de ondertussen afgestudeerde Maksym Sytnikov. Hij verliet het land in 2013. Kort vóór de Euromajdan, de hevige protesten tegen president Viktor Janoekovytsj. Hij weigerde het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne te ondertekenen. ‘De situatie zag er niet zo positief uit’, vertelt Sytnikov op zijn werkplek, Stichting Open Dialoog, in hartje Warschau. ‘Om die reden besloot ik in het buitenland te gaan studeren. Polen is het dichtstbijzijnde land. Het is ook de enige plek in de Europese Unie die ik al kende. En laat ik eerlijk zijn: het is ook aanzienlijk goedkoper dan West-Europa.’ Na zijn aankomst in Polen voelde hij zich eindelijk vrij. ‘Ik kon diep ademhalen.’ Voelt hij dezelfde vrijheid nu de rechtse partij PiS aan de macht is? ‘In 2015 veranderde niet alleen de regering, maar ook de houding tegenover migratie, dus ook de houding tegenover Oekraïners’, geeft Sytnikov toe. ‘Hieervoor werd de immigratie aangemoedigd, maar nu wordt het eerder geproblematiseerd.’

Het internet staat vol met mythes over Oekraïners die banen van Polen stelen en wapens naar de EU smokkelen. De houding van Polen tegenover hun oostelijke buren is vergelijkbaar met die van Nederlanders tegenover Polen. ‘We worden vaak gezien als goedkope arbeidskrachten die alles verdragen. Ook respectloos gedrag. Maar uiteindelijk komen mensen naar Polen voor een eerlijk loon, voor werk dat in Oekraïne schaars en onzeker is.’

Sytnikov werd onlangs zelf uitgescholden in een bar mleczny (goedkoop snelbedieningsrestaurant, typisch voor Polen, red.). ‘Ik was met een Oekraïense vriendin aan het eten. Toen een oudere man ons Oekraïens hoorde praten, begon hij te schreeuwen en ons te beledigen in alle talen die hij kende: Pools, Russisch en zelfs Engels. We filmden het en deden aangifte bij de politie. Zoiets kan je gewoon niet tolereren.’ De vele Oekraïners die Sytnikov kent proberen zulke voorvallen meestal snel te vergeten. ‘Maar je moet echt reageren. Zulk gedrag is gewoon een misdaad.’

Over geschiedenis praat ik niet          

Anti-Oekraïens sentimenten bestaan in Polen al decennia. Sommige politici blijven olie op het vuur gooien door historische kwesties naar boven te halen. Zoals Włodziemierz Osadczy, een historicus uit Lviv (een stad in het uiterste westen van Oekraïne, tot 1939 was de stad Pools, red.) en een kandidaat voor het Europees Parlement. Hij brengt de Wolynië-kwestie, de etnische zuiveringen van Polen door Oekraïense nationalisten tijdens de Tweede Wereldoorlog, steeds opnieuw ter sprake. Deze gebeurtenis wordt regelmatig misbruikt om verdeeldheid te zaaien. Het thema dook ook op vóór de Europese Verkiezingen. Trollen die de Poolse, rechtse en eurosceptische coalitie Konfederacja ondersteunen, plaatsten anti-Oekraïense berichten op Facebook en Twitter, onthulde het Londense Institute for Strategic Dialogue. Vier van de tien meest populaire hashtags verwezen naar de bloederige geschiedenis van Wolynië. ‘In dit verhaal valt een eenzijdige presentatie van gebeurtenissen zonder bredere context op. De bedoeling is om mensen te overtuigen dat de Oekraïners van vandaag vijanden van de Polen zijn, omdat hun voorouders Polen hebben gedood’, schrijft Anna Mierzyńska op oko.press, een Poolse website voor fact checking en onderzoeksjournalistiek.

‘Maar vele Oekraïners die naar Polen komen weten niet eens wat hen wordt verweten’, vertelt Igor Isajew. Hij is journalist en activist en woont nu tien jaar in Polen. ‘Ze identificeren zich niet met de leider van de nationalistische beweging Stepan Bandera (een zeer controversiële Oekraïense vrijheidsstrijder, die in de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de nazi’s, red.) en de gebeurtenissen in Wolynië. Het was trouwens een regionaal conflict.’

Yevhenia Sarhina, studente Internationale Betrekkingen uit Kiev, neemt deze historische beschuldigingen niet persoonlijk. ‘Ik heb het gevoel dat ze vooral van laagopgeleide mensen komen die politici klakkeloos napraten.’ Zelf mijdt ze de thema’s geschiedenis en politiek als de pest. ‘Ik wil niet beledigd worden of beledigen. Het is een veilige keuze.’ Ze vindt wel dat Polen en Oekraïne de geschiedenis achter zich moeten laten. ‘Elkaar verwijten blijven maken leidt toch nergens naartoe. Je kunt je als natie wel verontschuldigen en spijt hebben, maar je moet toch verder, een nieuwe relatie opbouwen. Dat betekent natuurlijk niet dat je alles moet vergeten.’ Maar hoe kan je dat doen als je er niet over praat?

Daarom vindt de Oekraïense historicus en journalist Roman Kabaczij de dialoog tussen Oekraïne en Polen cruciaal. ‘We moeten communiceren. Zeker in de huidige context van de verslechterende politieke en diplomatieke betrekkingen tussen beide landen.’ Hij oppert tijdens het festival WrocLOVEUkraina een reeks gesprekken, telkens tussen een Pool en een Oekraïner. De opzet is simpel: samen zitten en praten, ondanks de politieke geschillen en verdeeldheid.

Ondanks deze events rondom Oekraïne en de Poolse nieuwsgierigheid naar het buurland is de ‘hejt’ (het verspreiden van haat, vooral online) tegen Oekraïners pijnlijk zichtbaar. ‘Maar laat ik eerlijk zijn: haatzaaien tegen migranten kom je in elk land tegen’, zegt Sarhina. ‘Polen vormt hier helaas geen uitzondering op.’ In het etnisch homogene Polen wordt weerzin tegen migranten ook nog versterkt door de anti-immigratie retoriek van de regerende partij. De deuren voor vluchtelingen staan potdicht. Vluchtelingen vanuit Oekraïne zijn wel welkom: volgens een enquête stemt 56 procent van de Polen in met de komst van Oekraïners uit Donbass, waar sinds 2014 een oorlog woedt. Maar in het algemeen zijn Polen niet zo positief ingesteld tegenover Oekraïners: hun houding is de laatste twee jaar zelfs verslechterd en heeft het niveau van tien jaar geleden bereikt, meldde het Publieke Opiniepeilingscentrum vorig jaar. Zo heeft 40 procent van de respondenten geen behoefte om met Oekraïners op te trekken. Uit een andere peiling van Havas Media Group bleek daarentegen dat 52 procent van de duizend respondenten wel positief staat tegenover Oekraïense werknemers in Polen. Uit ditzelfde onderzoek blijkt tegelijk dat 38 procent van de respondenten van mening is dat er te veel Oekraïners in Polen werken, en 65 procent bekritiseert een vijandige houding van Polen tegen Oekraïense werknemers.

‘Oekraïners hebben doorgaans positieve ervaringen met Polen gehad’, vertelt historicus Kabaczij. Sarhina, die gefascineerd is door de Poolse taal en cultuur, bevestigt dat. Sytnikov is optimistisch, ondanks de recente agressie en anti-Oekraïense hejt. ‘Polen blijft een ontwikkeld en democratisch land. Je ziet duidelijk dat het een Europees land is: er heerst hier orde, in tegenstelling tot Oekraïne. Daar moet nog van alles gebeuren voor het een vergelijkbaar land kan worden: van het aanpakken van corruptie tot het aanleggen van wegen. Laten we hopen dat de nieuwe Oekraïense president de nodige verandering op gang kan brengen.’

Foto: uitzendbureau Wroclaw, Ula Idzikowska

‘Een land is voor de burger, niet andersom’

Het vooruitzicht op een beter leven brengt Oekraïners naar Polen en Polen naar Nederland. Volgens de Socialistische Partij (SP) leidt ‘deze ongecontroleerde toestroom van arbeidsmigranten tot overlast, verdringing en uitbuiting’. Zien Oekraïners de ‘leegloop’ in hun land ook zo?

Sytnikov beschouwt arbeidsmigratie als iets positiefs: ‘Het is een soort win-win situatie voor Polen en Oekraïne. Oekraïners betalen in Polen sociale premies, de studenten betalen voor het onderwijs. Als we niet met zovelen waren dan zouden sommige hogescholen hun deuren moeten sluiten. Arbeidsmigranten blijven trouwens meestal maar tijdelijk in Polen: met het verdiende geld kunnen ze in Oekraïne investeren, bijvoorbeeld door een huis te kopen.’

Natalia*, die inmiddels vier jaar in Polen woont, vindt dat migratie een privézaak is. Politici zouden zich hiermee niet moeten bemoeien. ‘Ze leven in een totaal andere wereld dan wij. Je hebt toch maar één leven, één familie. Dan is het logisch dat je er ook het beste van wil maken. Daarom sturen ouders hun kinderen naar het buitenland. Zodat ze zich daar kunnen ontwikkelen en een betere start krijgen.’ Natalia is voort van mening dat een land er voor zijn burgers moet zijn, in plaats van andersom. ‘Als politici en bedrijven geen betere werk- en leefomstandigheden kunnen creëren, dan is het ook logisch dat mensen vertrekken.’ Daar komt nog bij dat ‘Oekraïne zich onvoldoende kan ontwikkelen omdat er simpelweg te veel gestolen wordt’, geeft Sytnikov aan.

Natalia is niet van plan om terug te keren naar Oekraïne, hoewel ze gelooft dat de situatie zal verbeteren. Ze heeft een Poolse partner en liet ook haar ouders naar Polen overkomen, om hen te laten zien dat ze ook een betere toekomst kunnen krijgen. ‘Voor de oudere generatie die nooit had gereisd is het een grotere uitdaging dan voor jonge mensen die mobieler zijn. Daarom heb ik werk voor mijn ouders gevonden in een kleinere stad. Daar voelen ze zich meer thuis. Bovendien wilde ik hen niet afhankelijk van mij maken.’

Sytnikov blijft voorlopig ook in Polen. ‘Op zich maakt het voor mij niet zo uit waar ik woon, zolang ik mij er maar thuis voel. En dat is in Warschau het geval.’

* Deze naam is gefingeerd wegens privacyredenen.