Home Wereld Palestijnse NGO’s op terreurlijst Israël: ‘We houden onze mond nooit’

Palestijnse NGO’s op terreurlijst Israël: ‘We houden onze mond nooit’

Van links naar rechts: Raji Sourani en Shawan Jabarin (Beeld: Ewout Klei)

Israël bestempelde onlangs zes Palestijnse NGO’s als terreurorganisaties. Dit, vanwege vermeende banden met het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina, dat in Israël, de EU en de VS op de terreurlijst staat. De Kanttekening sprak in Den Haag de directeur van Al-Haq, een van de zes verboden NGO’s. ‘Israël strijdt liever tegen strijders dan tegen feiten.’

Directeur Shawan Jabarin had het Israëlische besluit wel verwacht. ‘Niet omdat we terroristen zijn, maar omdat deze stap past in de campagne die Israël al heel lang tegen Palestijnse NGO’s voert. Israël is bezig met een lastercampagne. Het wil onze donateurs aanpakken en hackte onlangs onze computers in Ramallah, om vervolgens valse berichten naar een Zweedse bank te sturen en ons economisch te beschadigen.’

Volgens Jabarin doet Israël dit vanwege de aard van het werk van Al-Haq. ‘We bekritiseren de Israëlische bezetting (van Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever, red.). En we overschrijden volgens Israël een rode lijn door Israëlische legerfunctionarissen en politici juridisch verantwoordelijk te houden voor hun oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. We gaan achter de criminelen aan en starten rechtszaken aan het Internationaal Strafhof in Den Haag (dat niet door Israël wordt erkend, red.).

Een andere rode lijn: Al-Haq pakt bedrijven aan die medeplichtig zijn aan de bezetting van Palestijnse gebieden. Bovendien kan Israël moeilijk verkroppen dat Al-Haq met goed onderbouwde rapporten komt, zegt hij.

‘Israël strijdt liever tegen strijders dan tegen feiten. Daarom komen ze met labels als ‘economische oorlogsvoering’ en ‘oorlogsvoering met lage intensiteit’. Ze willen dat je hen niet op een vredelievende manier aanpakt.’

Israël wil de legitimiteit van Palestijnse mensenrechtenorganisaties onderuit halen, vertelt mensenrechtenadvocaat Raji Sourani uit Gaza. Hij is directeur van het Palestinian Centre for Human Rights (PCHR).

‘Er staat een vrouwenorganisatie op de terreurlijst. En een organisatie die voor kinderrechten opkomt. Israël wil de Palestijnse civil society kapot maken.’

Israël voert een lastercampagne tegen Palestijnse NGO’s, zegt Sourani, in plaats van mee te werken aan het Internationaal Strafhof. Volgens hem tonen de Israëlische autoriteiten hiermee geen verantwoordelijkheid te willen nemen voor wat ze doen in de bezette gebieden en in Gaza.

‘Feitelijk zijn ze bang voor het Internationaal Strafhof. Maar waarom? Ze hebben toch goede rechters en advocaten? Ze durven de juridische strijd niet aan te gaan, omdat de feiten tegen hen spreken. Benny Gantz, de minister van Defensie die de zes Palestijnse NGO’s op de terreurlijst heeft gezet, is een oorlogsmisdadiger. Hij moet in een Haagse cel. In 2014 was hij, als hoofd van de Israëlische strijdkrachten, verantwoordelijk voor de dood van 512 kinderen in Gaza. Gantz durft niet naar Den Haag te gaan. Omdat hij weet wat hij heeft gedaan.’

‘Israël vindt het veel moeilijker om ons aan te pakken dan militante cellen. Omdat we mensenrechtenactivisten zijn. Daarom proberen ze ons in de terroristische hoek te drijven’

Maar hoe zit het met die vermeende banden met het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina? Jabarin: ‘Daar hebben we geen banden mee, we zijn onafhankelijk als NGO. Tegelijkertijd willen we wel met Palestijnse politieke organisaties in gesprek blijven. Israël vindt het veel moeilijker om ons aan te pakken dan militante cellen. Omdat we mensenrechtenactivisten zijn. Daarom proberen ze ons in de terroristische hoek te drijven.’

Ook de organisatie van Sourani heeft er geen banden mee, zegt Sourani zelf. ‘We zijn een onafhankelijke en professionele mensenrechtenorganisatie. Dat is onze kracht. We werken professioneel. En we zijn verdomd goed. Bovendien hebben we voor ons werk prestigieuze awards gekregen, in Frankrijk en de VS.’

Jabarin: ‘Eigenlijk moet je de vraag aan de Israëlische politici en generaals stellen. Zijn jullie criminelen? Hebben jullie mensenrechten geschonden, huizen gesloopt, vrouwen en kinderen vermoord – of niet?’

‘Wij zijn romantische idealisten’, zegt Sourani. ‘We willen rechtvaardigheid, gerechtigheid voor onze slachtoffers. We doen ons werk professioneel. We staan voor een sterke civil society, de sterkste in het Midden-Oosten. Niet alleen westerse NGO’s zijn solidair met ons als er mensen van ons of van Al-Haq worden vervolgd, maar ook Israëlische. De civil society in Israël schaamde zich voor haar eigen regering en is kritisch over hoe de Israëlische autoriteiten met ons omgaan.’

Jabarin, sarcastisch: ‘Dankjewel Benny Gantz, dat je ons populair hebt gemaakt in EU en in de VS.’

Voor de mensenrechten

Het Palestijnse narratief is aan de winnende hand, ziet Jabarin. ‘Human Rights Watch noemde het Israëlische beleid onlangs apartheid. En dat is het ook. Het is goed dat internationale NGO’s zien wat wij al heel lang roepen. Israël vindt het niet leuk dat steeds meer mensen zijn lelijke gezicht zien.’

Wat zijn de ergste mensenrechtenschendingen door Israël? Sourani: ‘Allereerst de blokkade van Gaza, die nu vijftien jaar aan de gang is. Ten tweede de nederzettingenpolitiek, waardoor steeds meer stukken land worden ingepikt. Ten derde het vermoorden van mensen. Ten vierde het plunderen van onze grondstoffen. En ten vijfde het feit dat de bezetting er gewoon is.’

‘De moorden doen mij het meest pijn’, zegt Jabarin. Maar het gaat verder, zegt hij, want Israël bewaart de stoffelijke overschotten van gedode Palestijnen om hun families te chanteren: gedraag je, anders krijg je het lichaam niet terug – dat idee.

Jabarin: ‘Dat is een vorm van psychologische marteling volgens de Verenigde Naties. Die stoffelijke overschotten worden gekoeld bewaard. Zie je het voor je? Een Palestijnse vader die telkens wanneer hij iets uit de vriezer moet halen moet denken aan zijn overleden zoon, die in een Israëlisch mortuarium ligt? Het is mensonterend.’

‘Ondanks alle Israëlische intimidaties blijven we doorgaan met ons werk’

Jabarin en Sourani zijn ook kritisch op de Palestijnse Autoriteit op de Westelijke Jordaanoever en Hamas in Gaza. ‘We spreken hen ook aan op de mensenrechten’, zegt Sourani. Jabarin knikt.

Sourani vervolgt: ‘De Palestijnse Autoriteit moet zich houden aan de mensenrechten en de rechtstaat. We willen niet dat Palestina een typische Midden-Oosten-staat wordt, maar een staat die de mensenrechten hoog in het vaandel draagt. Daarom maken wij ons hard voor Palestijnse dissidenten en zijn wij voor eerlijke verkiezingen, waar alle partijen aan mee kunnen doen.’

In 2014, terwijl Gaza werd gebombardeerd door het Israëlische leger, sprak de organisatie van Sourani zich uit tegen de doodstraffen die werden uitgesproken tegen Palestijnen die van verraad werden beschuldigd. En met succes. Afgelopen dinsdag werden er nieuwe doodstraffen uitgesproken door Hamas. Sourani ging daarop opnieuw tegenin – opnieuw met succes, zegt hij.

Sourani: ‘Al anderhalf jaar voert Hamas geen executies meer uit. Daar zijn we blij mee, maar we willen garanties zwart op wit. Dat wordt ons niet door iedereen in dank afgenomen. Maar Hamas accepteert onze kritiek. Wij kwamen al voor Hamasleden op toen ze nog door Yasser Arafat werden vervolgd.’

Ook de Palestijnse Autoriteit accepteert de kritiek van Palestijnse NGO’s, omdat die NGO’s opkomen voor de mensenrechten, zegt Jabarin. ‘Ze staan achter ons, ondanks onze soms scherpe kritiek.’ Dat is volgens hem het grote verschil met de staat Israël, die deze kritiek niet accepteert en de Palestijnse NGO’s op de terreurlijst heeft gezet. ‘Ondanks alle Israëlische intimidaties blijven we doorgaan met ons werk. We geven niet op.’

Sourani beaamt: ‘Als Palestijnse mensenrechtenactivist moet je twee dingen niet doen. Ten eerste moet je niet van een afstandje opkomen voor de mensenrechten, in een ballingsoord, want dan mis je alle cruciale contacten in het veld. Ten tweede mag je niet aan zelfcensuur doen, omdat hierdoor je geloofwaardigheid in gevaar komt. Daarom zijn we actief in Palestina. We houden onze mond nooit. En we brengen de Israëlische misdaders naar Den Haag.’