Home Wereld Schone handen zijn hard nodig op Curaçao

Schone handen zijn hard nodig op Curaçao

Foto's: Ruben Altena
De Rijksministerraad dwong eind maart verkiezingen af op Curaçao. De kersverse gekozen premier Eugene Rhuggenaath wil corruptie hard aanpakken en de band met Nederland verbeteren. De Kanttekening sprak met de premier en andere Curaçaoënaren.

Op het moment dat gelekte olie op Bonaire, Aruba en Curaçao voor zwarte stranden zorgt, wordt in de Curaçaose samenleving een debat aangejaagd over wat schone handen precies zijn. Politici hebben de afgelopen jaren bepaald niet het goede voorbeeld gegeven, blijkt uit vele corruptieschandalen. Zal de regering van premier Eugene Rhuggenaath, die deze week aantrad, een breuk maken met die trend?

Mi mannan ta limpi (mijn handen zijn schoon) is de boodschap waarmee het publiek op het Gomezplein in Willemstad een selfie kan laten maken voor een nieuwe profielfoto op Facebook. Voor de zondaars staat er een grote teil met water en zeep om de handen te wassen en een biechthokje om je eigen ervaringen met corruptie op te schrijven. De boodschap: corruptie is niet alleen iets van politici en bedrijven, maar kan ook zitten in handelingen die zo alledaags zijn dat ze geen corruptie lijken. Een ambtenaar die je iets extra’s toestopt als je iets snel geregeld moet hebben of een familielid die je benadert om ergens een baan te krijgen. Het burgerinitiatief Kòrsou Transparente probeert het gesprek over corruptie in de hele samenleving aan te jagen door deze actie, waar ook een potentiële hitsong tegen corruptie en een integriteitstest, die door meer dan vijfhonderd mensen ingevuld is, deel van uitmaken.

Judel (wil niet met haar achternaam in de krant, red.) wast gretig haar handen in onschuld en gaat op de foto met schone handen. Ze staat voluit achter de boodschap dat corruptie onacceptabel is. Het signaal is gericht aan haar echtgenoot, die een groot deel van zijn verdiensten verdrinkt in plaats van het met haar te delen.

Desmond Leetz, communicatiemedewerker bij het ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn, knoopt bij de stand een geïnteresseerd gesprek aan met één van de vrijwilligers. Hij is sceptisch over alle ferme taal tegen corruptie. ‘Pas als iemand in een machtspositie terechtkomt weet je of hij of zij sterk genoeg is om weerstand te bieden tegen corruptie.’ Zelf had hij tot voor kort groot vertrouwen in zijn collega Sisline Girigoria. Kort na haar benoeming in het net afgetreden interim-kabinet regelde ze voor zichzelf een belangrijke baan bij een ministerie en een reis van negentien dagen naar Genève, om de jaarlijkse vergadering van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) bij te wonen. Curaçao is geen lid van de WGO. Girigoria had zich niet aangemeld voor de conferentie en bij thuiskomst zou ze al geen minister meer zijn, waardoor zelfs haar eigen partij haar steun aan de minister introk.

Leetz heeft zelf te maken gehad met bekenden die met voorrang behandeld wilden worden en bedrijven die invloed wilden kopen. ‘Een leverancier die een opdracht wilde binnenhalen vroeg ‘hoeveel moet ik er voor jou bovenop doen?’ Ik heb heel duidelijk gemaakt dat ik nooit meewerk aan zoiets. Daarna heb ik nooit meer iets van ze gehoord.’

Wat Leetz betreft moet de nieuwe regering het terugdringen van onnodige uitgaven door de overheid tot prioriteit maken. ‘Het geld dat we altijd uitgegeven hebben, is er niet meer. Binnenkort moeten we enorme bedragen aan schulden aflossen aan Nederland. Daar zijn mensen zich niet bewust van. Megasalarissen bij bedrijven en stichtingen die gelieerd zijn aan de overheid zijn niet meer van deze tijd. Er is een cultuur van verspilling van volksgeld. Ik zie voortdurend offertes voorbijkomen voor opdrachten waarvan ik weet dat het veel goedkoper kan. De Rekenkamer voert wel controles uit, maar ze heeft te weinig macht en ik vermoed dat ze regelmatig misleid wordt door hoge ambtenaren.’

Hij heeft positieve verwachtingen van de nieuwe regering. ‘Ik geloof dat premier Eugene Rhuggenaath corruptie onacceptabel vindt omdat hij in 2009 de stap durfde te zetten om af te treden als gedeputeerde en zijn partijlidmaatschap op te zeggen, omdat hij vond dat zijn partij, Partido Alternativa Real (PAR), haar standaarden op het gebied van corruptie niet overeind hield.’


Eugene Rhuggenaath.

Rhuggenaath eet een broodje kroket in een strandtent in Willemstad. Hij leerde de kroket kennen tijdens zijn studententijd in Rotterdam. Het was niet ver van de plek waar zijn toekomstige vrouw opgroeide in een Surinaams gezin. Ze vonden elkaar op Curaçao. Hij bereidde zich voor op een carrière in het zakenleven, maar raakte verzeild in de politiek. ‘Ik was rond 2000 columnist bij een krant en vond dat ik mij maar eens moest verdiepen in alle politieke partijen. Ik las de verkiezingsprogramma’s en werd aangesproken door wat ik vond bij de PAR. De partij maakte keuzes die niet persé populair waren, maar wel nodig. De toenmalige premier, Miguel Pourier, vroeg mij op een gegeven moment om mee te denken over het regeerakkoord. Zo raakte ik steeds verder betrokken bij de politiek.’

Zijn politieke hart werd echter al eerder geraakt. Als twaalfjarige zag hij in 1982 de film Gandhi. Het verhaal over de gefortuneerde jonge man die zijn leven geeft voor de armen van zijn land en dat doet met geweldloos verzet, heeft grote impact op Eugene. ‘Nelson Mandela en Martin Luther King hebben mij later in mijn leven enorm geïnspireerd, maar ik kwam er pas later achter dat zij allebei keken naar Gandhi voor inspiratie.’

Net als zijn helden laat Rhuggenaath zich inspireren door spiritualiteit uit diverse bronnen. Hij werd katholiek gedoopt, maar werd als scholier atheïst. In de loop der jaren kwam zijn geloof echter in een nieuwe vorm terug, dankzij films als Star Wars en boeken als De celestijnse belofte. ‘Toen ik me in de PAR begon te verdiepen, zag ik dat het een sociaal-christelijke partij is. Het gaat om de universele waarden van het christendom, las ik op hun website. Daar kon ik mij wel in vinden, de tien geboden bijvoorbeeld. Ik praktiseer zelf het boeddhisme. Ik las iets over de Voorschriften, zeg maar de Tien Geboden van het boeddhisme. Je kan zeggen dat je niet steelt, maar als je van je werk iets kleins meeneemt, is dat in wezen ook stelen. Dat zet mij aan het denken.’

Verschillende Nederlandse kranten melden dat Rhuggenaath ‘de Curaçaose Kennedy’ genoemd wordt op het eiland, maar die titel is nieuw voor hem. ‘Ik heb wel ooit verwezen naar John F. Kennedy’s toespraak waarin hij de ambitie uitspreekt om een mens naar de maan te brengen. Ik wilde ook iets lanceren waarvan mensen zeggen ‘daar willen we naartoe’. Zijn voorstel is dat Curaçao voor 2030 in de Better Life Index van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) staat. Dat is een ranglijst van de beste landen om in te wonen. ‘Het liefst in de top vijftien. Ik zie ontwikkeling heel breed. Het gaat om alle dingen die belangrijk zijn voor je levenskwaliteit, ook onderwijs, balans tussen werk en privé, zorg, enzovoorts.’

Met zijn nieuwe regering wil Rhuggenaath inzetten op onderwijs en armoedebestrijding. Met de juiste begeleiding zouden volgens hem veel werklozen een baan moeten kunnen vinden in de toerismesector. Daarnaast wil Rhuggenaath de samenwerking met Nederland zoeken.

‘Het is nog steeds een vraagstuk: wie is Curaçao? Zijn we meer Caribisch of meer Nederlands? Vieren we het feit dat we een diverse gemeenschap zijn, of hebben we het over zwart en wit? We moeten de diversiteit zien als onze kracht. Ik hoop dat we ons imago in Nederland kunnen verbeteren. Bad news travels fast, maar er gebeurt ook zo veel moois. De Koninkrijksspelen zijn voor het laatst in 2009 gehouden, die moeten we terugbrengen. Ik heb daar zo veel talent zien opleven. Ik kreeg tranen in mijn ogen toen de koningin daar sprak.’

Rhuggenaath wil iets doen aan de cultuur van corruptie op het eiland. Binnen een half jaar moet er een integriteitskamer zijn waar misstanden gemeld en onderzocht kunnen worden. ‘We hebben veel gedaan aan corruptiebestrijding in de tijd voor 10 oktober 2010 (zie kader, red.), toen Curaçao een zelfstandig land binnen het Koninkrijk der Nederland werd. Allerlei institutionele zaken zijn toen aangepakt, ook met steun van Nederland. Ik vond het zeer merkwaardig hoe snel die veranderingen verdwenen toen het kabinet van Gerrit Schotte na 10 oktober 2010 aantrad. Kritische ambtenaren en directeuren werden naar huis gestuurd, ook al verloor de regering daarna rechtszaken over dat ontslag. Ik zie precies hetzelfde gebeuren in het huidige interim-kabinet, waarin Gerrit Schotte achter de schermen aan de touwtjes trekt.’

Rhuggenaath is verbaasd dat er nog steeds discussie is over de screening van gezagsdragers op integriteit. ‘Ik denk dat zo’n screening er ook voor parlementariërs zou moeten komen. Verschillende parlementsleden zouden daar niet doorheen komen. Om dit in te voeren is een tweederde meerderheid nodig. Ik denk dat het kan lukken, maar het zal niet makkelijk zijn. Om dit soort voorstellen erdoor te krijgen is druk vanuit het volk nodig.’

De nieuwe premier is dan ook blij met de campagne van Kòrsou Transparente voor schone handen. ‘Het gaat om bewustwording. In een kleine gemeenschap ben je je niet altijd bewust van wat corruptie is. Doe je andere dingen onder werktijd? Ik heb ook wel eens iets op mijn werk gekopieerd voor privédoeleinden. Geef je vertrouwelijke informatie aan vrienden? In onze samenleving zijn veel dingen die eigenlijk niet goed zijn, normaal. Het is soms ook frustrerend om iets op de juiste manier te regelen. Ik heb een goede kennis die investeerder is. Hij zei ‘ik wacht jaren op een bouwvergunning, op een gegeven moment begin ik maar te bouwen, omdat anders mijn investering verloren gaat’. Als iemand langskomt om te controleren of er een bouwvergunning is, zegt hij ‘ik heb het op kantoor, kun je vrijdag langskomen?’ Vervolgens geeft hij die controleur een envelop met twee blanco A4’tjes met wat geld ertussen. Dan is er nog het patronagesysteem. Een politicus wil altijd zijn of haar naam achter een vergunning om te kunnen zeggen in verkiezingstijd ‘dat heb ik voor jou geregeld’. ‘Veel kiezers zeggen wat heb je voor mij gedaan?’

Camillo Bakhuis, voorzitter van Kòrsou Transparente, moet nog zien of de nieuwe regering een scherpe breuk gaat maken met een traditie van corruptie. ‘Mensen beginnen met de beste intenties, maar je moet je staande kunnen houden in de bestaande structuren.’

Kòrsou Transparente ontstond na een onderzoek van Transparency International (TI) in 2013 over de kwetsbaarheden van Curaçao voor corruptie. Bakhuis is niet tevreden over wat politici met de aanbevelingen uit het rapport van TI gedaan hebben. ‘Van de 66 aanbevelingen zijn er misschien twee of drie in een vergevorderd stadium van doorvoering. Vorige regeringen hebben minimale inzet getoond. Als we het hoofdstembureau onafhankelijk hadden gemaakt, had de interim-regering nooit kunnen proberen de verkiezingen te annuleren. Er staan in het huidige regeerakkoord interessante plannen, we moeten zien hoe dat uitpakt.’ Het belangrijkste dat volgens hem nodig is om corruptie minder kans te geven, is niet nieuwe regelgeving, maar armoedebestrijding. ‘Als mensen een gratis maaltijd van je krijgen, willen ze wel voor je stemmen. Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral. Als Rhuggenaath iets aan de armoede weet te doen, zullen minder mensen verleid worden tot corrupt gedrag.’

Curaçao in de greep van politieke corruptie
Sinds Curaçao op 10 oktober 2010 een zelfstandig land binnen het Koninkrijk der Nederlanden werd, wordt het land geteisterd door schandalen. Rhuggenaath voert het negende kabinet in nog geen zeven jaar tijd aan. 12 juni begint het hoger beroep tegen Gerrit Schotte, premier van 2010 tot 2012. Hij is eerder veroordeeld tot drie jaar cel wegens omkoping door een gokbaas met banden met de Siciliaanse maffia. In 2013 werd één van de meest bekende politici van het eiland, Helmin Wiels, doodgeschoten. Onlangs werd een oud-minister uit het kabinet van Schotte in Venezuela aangehouden. Hij wordt verdacht van betrokkenheid bij die moord, net als een andere minister uit dat kabinet. De Veiligheidsdienst van Curaçao heeft in een uitgelekte memo bij vijf ministers uit die tijd gewaarschuwd voor veiligheidsrisico’s vanwege corruptie en andere misdaden. Toen de regering-Schotte haar steun in de Staten (parlement) verloor, ontstond er een conflict over het ontslag van de ministers, waarop Schotte zich met zijn ministersploeg opsloot in het regeringsgebouw, Ford Amsterdam, en sprak over een staatsgreep die tegen hem gepleegd werd. Onlangs sprak juist de Nederlandse minister Plasterk van Koninkrijkszaken van een staatsgreep, toen de interim-regering onder leiding van de door Schotte naar voren geschoven Gilmar Pisas de verkiezingen van 28 april probeerde te annuleren. Die interim-regering kwam tot stand nadat het kabinet-Koeiman na nog geen twee maanden regeren viel door het overlopen van twee parlementariërs. Justitie heeft bij Schotte en anderen ingevallen om te onderzoeken of de parlementsleden omgekocht zijn.