Home Wereld Waarom de EU de groeiende moslimhaat in India oogluikend toelaat

Waarom de EU de groeiende moslimhaat in India oogluikend toelaat

Minister-president Narendra Modi tijdens de India-EU-top, 2020 (Beeld: YouTube)

Diverse mensenrechtenorganisaties dringen er bij de Europese Unie op aan iets te doen tegen de onderdrukking van minderheden in India. Toch blijft de EU terughoudend. Ondertussen zijn geweldsincidenten tegen religieuze minderheden in India, waarbij voornamelijk moslims het slachtoffer zijn, een vanzelfsprekendheid geworden.

De onderdrukking van religieuze minderheden in India wordt steeds alarmerender. Dat zeiden meerdere leden van het Europees Parlement in de aanloop naar de leidersbijeenkomst in mei tussen de EU-regeringsleiders en de Indiase premier Narendra Modi. Eind 2020 al waarschuwde het mensenrechtencomité van het Europees Parlement de Indiase regering dat met name moslims het zwaar hebben.

Het comité verwees hierbij naar de anti-moslimpogrom in februari 2020 in Delhi, waarbij bezittingen en moskeeën in brand werden gestoken en tientallen moslims werden gedood. En een Amerikaanse overheidscommissie raadde in april aan de onderdrukking van religieuze vrijheden In India als ‘zeer zorgwekkend’ aan te duiden. Toch werd er op de leidersbijeenkomst in mei door de EU-leiders met geen woord over gerept.

Het doel van de ontmoeting tussen de EU met Modi was duidelijk: de onderlinge banden versterken op het gebied van handel, economie en terrorismebestrijding. Slechts twee punten uit het honderd punten tellend strategisch toekomstplan noemen de mensenrechten in India.

Asad Ashraf, oprichter en journalist bij de Indiase nieuwswebsite Karvaan: ‘Ondanks het feit dat de Westerse media uitgebreid aandacht besteden aan de vervolging van moslims in India, hebben westerse regeringen tot nu toe nog niets concreets gedaan om druk te zetten op de Indiase regering.’

Dit kan grote gevolgen hebben, denkt hij. ‘Wanneer India, de grootste democratie op aarde, wegloopt van haar democratische principes, zal dit een verlies zijn voor de democratieën over heel de wereld.’

Tijdens bijeenkomsten tussen de EU en de Indiase regering wordt steevast benadrukt dat de handelsrelatie gebaseerd is op ‘gedeelde waarden’ van mensenrechten, democratie en vrijheid. Daarentegen maken partijgenoten van Modi nu niet bepaald een geheim van hun haat tegen de moslimminderheid in India.

In een trainingskamp in de zanderige vlakten van het Noord-Indiase district Hanumangarh lopen jonge mannen en vrouwen met geweren en zwaarden. Ze zijn lid van hindoe-extremistische organisaties gelieerd aan Modi’s regeringspartij BJP. In de video is te zien hoe de jongeren aangeleerd wordt om zich te ‘verdedigen’ tegen Indiase moslims, die het gemunt zouden hebben op hindoevrouwen en zo India zouden willen islamiseren. Sinds de coronapandemie worden moslims door partijleden van Modi vals beschuldigd van het doelbewust verspreiden van het virus. Het jaar ervoor omschreef de BJP-partijvoorzitter illegale moslimmigranten als insecten die de zee in moeten worden gegooid. De haatpropaganda tegen moslims heeft er zelfs toe geleid dat het aantal geweldsincidenten tegen Indiase moslims drastisch is gestegen sinds de hernieuwde verkiezingswinst van Modi in 2019.

De meest recente catastrofe vond in oktober plaats, toen in het district Assam bijna 1.300 families gedwongen uit huis werden gezet. Volgens de Indiase regering zouden deze families bestaan uit illegale migranten uit het islamitische Bangladesh. De gedwongen uitzettingen konden plaatsvinden dankzij een nieuw opgesteld burgerregister, waaruit blijkt dat 1,9 miljoen Indiërs illegaal verblijven in Assam. Van deze 1,9 miljoen Indiërs is ook een deel hindoe. Zij kunnen echter door middel van een nieuwe burgerschapswet uit 2019 alsnog aanspraak maken op het Indiaas staatsburgerschap. Moslims daarentegen hebben dit recht niet en vrezen daarom stateloos te worden. Intussen bouwt de Indiase regering detentiecentra in Assam.

Toch is er door de EU nog nauwelijks sprake geweest van publieke statements tegen de moslimhaat in India. Dit, terwijl het niet ongebruikelijk is dat de EU sancties oplegt aan landen waar mensenrechten stelselmatig worden geschonden. Zo had de Europese Raad in maart onder meer sancties opgelegd aan China, Libië, Rusland en Zuid-Sudan. Maar over de brute behandeling van minderheden, activisten en journalisten in India zweeg de Europese Raad.

Een hoogtepunt was in 2020, toen een meerderheid van het Europees Parlement een resolutie voorstelde tegen de burgerschapswet uit 2019. De resolutie veroordeelde ook het recente inlijven van het overwegend islamitische Kashmir. Tot een daadwerkelijke stemming kwam het niet, officieel vanwege de pandemie. Activisten betwijfelen ook hoe geloofwaardig deze resolutie is.

Alena Kahle, medewerker van The London Story, een Nederlandse denktank die India kritisch volgt, vertelt dat de EU nog steeds volhoudt dat India – net als Europa – het recht heeft om zich te verdedigen tegen ‘internationale vijanden’, waarmee India Pakistan, Afghanistan en China bedoelt. Ook stelt de EU dat de Indiase staatsveiligheid onder druk staat onder druk van het terrorisme vanuit Pakistan en Kashmir. ‘En laten deze overwegingen nu juist de reden zijn dat India ertoe overging die burgerschapswet in te voeren.’

Naast een toekomstplan werkt de EU samen met Indiase denktanks, met als doel onafhankelijke critici vanuit India te verzamelen, om zo de situatie er te verbeteren. Maar de initiatieven van de denktanks hebben voornamelijk betrekking op contraterrorisme en staatsveiligheid, waarbij de groeiende moslimhaat wordt genegeerd. Onterecht, vindt Alviina Alametsä, een Fins lid van het Europees Parlement en de EU-commissie Buitenlandse Zaken, die wél kritisch is op India:

‘Het terugdraaien van rechten, de krimpende ruimte voor het maatschappelijk middenveld, maar ook discriminatie en racisme zijn allemaal veiligheidsproblemen. Ze verhogen allemaal de spanningen in de samenleving, wat leidt tot uitsluiting van sommige mensen. Ik ben van mening dat geen enkele staat of regering de veiligheid van zijn burgers kan garanderen zonder ervoor te zorgen dat hun rechten en vrijheden binnen hun grenzen worden beschermd.’

Het Verenigd Koninkrijk leverde, toen het land nog lid was van de EU, luide kritiek op de mensenrechtenschendingen in India. In tegenstelling tot de andere Europese regeringen klopten de Britten regelmatig bij het Europees Parlement aan over de onderdrukking van moslims en de kwestie-Kashmir. Ook individuele Europarlementariërs uit het VK maakten zich hard voor moslims in India en Kashmir. Maar sinds het EU-uittreden van de Britten, die vanuit hun koloniale historie meer focus hebben op India, zijn er geen Europese regeringen die met eenzelfde energie aandacht besteden aan de mensenrechten aldaar.

Ook de Nederlandse regering niet. Het kabinet reageerde in 2020 op een ChristenUnie-motie over de haat en het geweld tegen Indiase christenen en moslims, dat er sprake is van ‘religieuze spanningen’ en dat vooral moslims de dupe zijn van nepnieuws. Toenmalig minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) gaf aan dat de Nederlandse ambassade middels projecten de interreligieuze dialoog steunt en rechtsbijstand en opleiding verleent aan mensenrechtenactivisten. Ook noemde Blok de ‘gebruikelijke kanalen’ van de VN-Mensenrechtenraad en het EU-mensenrechtenbeleid, waarbinnen Nederland invloed zou uitoefenen. Achter-de-schermen-werk, dus. Tot een openlijk EU-statement kwam het niet.

Daarentegen werden er tijdens het debat in april 2021 door het Europees parlement met felle taal zorgen geuit over de vervolging van religieuze minderheden in India. Europarlementariër Bert-Jan Ruissen (SGP) gaf aan dat vrijheid van religie in India niets meer dan een papieren werkelijkheid is. De Ier Mick Wallace noemde Modi een extreemrechtse racist en een nasty piece of work. Hij reageerde woest op de samenwerking met India op basis van ‘gedeelde waarden’.

Het debat leidde tot het aannemen van een resolutie die benadrukt dat mensenrechten, in het bijzonder de onderdrukking van minderheden in India, een centraal onderdeel moet worden van de samenwerking tussen de EU en India. Maar het is nog de vraag of de EU-officials – de Europese Commissie en de regeringsleiders – zo ver willen gaan om druk te zetten op de Indiase regering. Zij vestigen de hoop op een mensenrechtendialoog met de Indiase regering. Critici betwijfelen of een dergelijke dialoog werkelijk een verandering in de mensenrechtensituatie in India teweeg zal brengen.

Hoogleraar en Indoloog Christophe Jaffrelot (King’s College Londen, Sciences Po Parijs) nuanceert: ‘Het Europees Parlement heeft verscheidene keren kritiek gegeven en heeft een resolutie ingediend tegen de onderdrukking van religieuze minderheden in India. Maar het Europees Parlement heeft zelf niet de macht om druk uit te oefenen op de Modi-regering. De EU-officials blijven overwegend stil, omdat India een belangrijke markt is. Bovendien vinden de meeste Europese regeringen dat de situatie in China er ernstiger aan toe is dan in India. Aangezien China in economische en geopolitieke termen flink aan het groeien is, zien Europese regeringen de Indiase regering als een strategische partner. Dit is nu precies de reden waarom de Indiase regering zich niets aantrekt van de kritiek door het Europees Parlement.’

De EU is lid van de VN-Mensenrechtenraad en opgericht om een buitenlands beleid te voeren waarin de bescherming van minderheden en de rechtsstaat centraal staan, zegt Europarlementariër Alametsä. Daarom heeft de EU de plicht om zich uit te spreken tegen de Indiase regering wanneer deze rechten worden geschonden, zegt zij, waarbij stille diplomatie achter de schermen niet voldoende is. Zo bieden de handelsbesprekingen die onlangs zijn hervat een kans om mensenrechten als voorwaarde te stellen in de economische relatie.

‘De EU-officials blijven overwegend stil, omdat India een belangrijke markt is’

De Indiaas-Nederlandse jurist, onderzoekster en docent Ritumbra Manuvie-Blok, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en medeoprichter van The London Story, bepleit sancties voor de Indiase regering. Ze vergelijkt het met sancties die de EU heeft opgelegd tegen China naar aanleiding van de onderdrukking van de Oeigoeren. Manuvie-Blok deed onderzoek naar desinformatie en haatspraak tegen onder meer de moslimminderheid in India.

‘De EU moet niet langer samenwerken met de door Modi gesteunde denktanks, maar samenwerking zoeken met Indiase diaspora-denktanks die zich een stuk kritischer opstellen tegenover de onderdrukking van de moslimminderheid in India.’

Volgens Alametsä moet de bescherming van mensenrechten een integraal onderdeel zijn van het EU-beleid ten opzichte van India. ‘We kunnen de mensenrechten niet opofferen op het altaar van economische samenwerking. Mensenrechten zijn net zo belangrijk als handel en veiligheid. Uiteindelijk is het de taak van de Indiase regering om zich in te zetten voor de mensenrechten en haar mensen te beschermen, discriminerende wetten in te trekken en een einde te maken aan discriminatie en geweld tegen minderheidsgroepen, inclusief religieuze groeperingen en gemeenschappen binnen haar eigen grenzen. Maar hiervoor is een vastberaden EU nodig, die India ertoe aanzet zich echt in te zetten voor de mensenrechten in eigen land.’