Home Wereld Wat zijn de mensenrechten nog waard voor Europa?

Wat zijn de mensenrechten nog waard voor Europa?

Benjamin Ward (Beeld: Human Rights Watch) en Dagmar Oudshoorn (Beeld: Amnesty International Nederland)

Terwijl Europa zegt op te komen voor mensenrechten, worden vluchtelingen aan onze grenzen aan de lopende band illegaal teruggeduwd: de zogenoemde pushbacks. De vluchtelingen die wel in Europa aankomen vergaat het weinig beter. De omstandigheden in vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden zijn abominabel. We spraken erover, in aanloop naar deze Internationale Mensenrechtendag, met Dagmar Oudshoorn, directeur van Amnesty International Nederland en Benjamin Ward, adjunct-directeur van Human Rights Watch (divisie Europa en Centraal-Azië). Gaat het de slechte kant op met de mensenrechten in Europa en Nederland?

In en rondom Europa staan de mensenrechten steeds meer onder druk. Om met de vluchtelingencrisis te beginnen: wat is de beste oplossing voor vluchtelingen die speelbal worden van grotere machten binnen het continent Europa?

Dagmar Oudshoorn (Amnesty): ‘Europa moet vluchtelingen eerlijker verdelen. Mensen die vluchten, hebben het recht op een fatsoenlijke asielprocedure. Migranten zijn mensen die niet gevlucht zijn, maar om andere redenen hun land hebben verlaten. Door iedereen te omschrijven als migranten, wordt gepoogd mensen het recht op een fatsoenlijke asielprocedure te onthouden. Dit is de framing die je ziet. Europa moet stoppen met de pushbacks en mensen op een menswaardige manier opvang bieden.’

Hoe maakt Amnesty International de keuze om te spreken over migranten of vluchtelingen? Is dat van een afstandje niet lastig te bepalen?

Oudshoorn: ‘Dat is ook niet aan Amnesty om te bepalen. Wij vinden dat mensen het recht hebben om ergens asiel aan te vragen. En dan kan vervolgens bepaald worden of iemand daar recht op heeft of niet. Zolang dat niet bepaald is, moet je mensen menswaardig opvangen. Niet tegenhouden en terugduwen. Naast een mensenrechtenplicht hebben we een humanitaire plicht om mensen te helpen. Pushbacks jagen mensen de dood in op de Middellandse Zee en het Poolse grensgebied.’

Er wordt ook wel gezegd dat Belarus vluchtelingen doelbewust inzet om de Europese Unie te chanteren. Moet je ze dan ook wel accepteren?

Oudshoorn: ‘Ten eerste heb je een humanitaire plicht om mensen te helpen. En je hebt nog steeds de plicht om asielzoekers individueel een eerlijke en zorgvuldige procedure te geven, ondanks het feit dat ze een speelbal zijn in het geheel. Dat ligt niet aan de mensen die vluchten. Je kunt het hen niet kwalijk nemen voor het feit dat ze vluchten. De oorzaak ligt bij de staat of de persoon die vluchtelingen misbruikt voor politieke doeleinden.

Benjamin Ward (HRW): ‘We worden vandaag de dag geconfronteerd met een sombere situatie aan de grenzen van Europa. De mensenrechtensituatie daar is geenszins in lijn met het Europese mensenrechtenverdrag en het EU-recht, dat het recht op asiel beschermt. Een van de redenen hiervoor is een hardnekkig geloof bij Europese beleidsmakers dat afschrikking een effectief middel is in de strategie om migratie te managen. En dat betekent dat extreem moeilijke omstandigheden aan de grenzen, en soms ook in Europa, worden gezien als een manier om anderen te ontmoedigen een reis naar Europa te wagen.’

Is afschrikking inherent een mensenrechtenschending?

Ward: ‘Nee, niet inherent. Een informatiecampagne over de omstandigheden in Europa over de asielprocedure kan een formele vorm van afschrikking zijn. Het belangrijkste van het soort afschrikkingsbeleid dat we aan de Europese grenzen zien, is echter dat het overduidelijk leed veroorzaakt bij mensen en dat hun mensenrechten worden geschonden. De toegang tot asiel wordt beperkt, omdat ze vastzitten in grensgebieden. Bovendien is het ook niet effectief. Het negeert wat veel mensen drijft om deze gevaarlijke reizen te maken. Te blijven waar ze zijn, is namelijk geen leefbare optie voor hen.’

Sommige opiniemakers zeggen juist dat de pushbacks wél ‘werken’. Kijk maar naar de vliegtuigen vol met migranten die weer vanuit Belarus naar Irak en Syrië vertrekken.

Ward: ‘Dat hangt dus af van de vraag af wat je verstaat onder ‘werkt’. Mensen maken na de grote vluchtelingencrisis van 2015 nog steeds gevaarlijke – dodelijke – reizen naar Europa. Zijn we wel effectief in het afhouden van die mensen? Van al dit afschrikkingsbeleid gaat ook de boodschap uit naar andere landen dat het afhouden van mensen een legitiem beleidsmiddel is. Is dit wel wijs? Met in het achterhoofd dat de meeste vluchtelingen in het globale zuiden worden opgevangen, dus in landen die veel minder geprivilegieerd zijn dan Europese landen en veel minder middelen hebben. Wanneer zij naar de Europese benadering kijken, zien ze een veronachtzaming van de rechten van vluchtelingen. De consequenties daarvan kun je bijvoorbeeld zien in hoe Syrische vluchtelingen behandeld worden in die naburige landen.’

Zegt u dat het inzetten van vluchtelingen door Belarus een consequentie is van Europees afschrikkingsbeleid?

Ward: ‘Ten eerste: wat Belarus doet is totaal verkeerd en verschrikkelijk voor die mensen. Belarus is daarin de hoofdverantwoordelijke. Maar het klopt gedeeltelijk dat Europa een situatie heeft gecreëerd waarbij het strategisch gezien kwetsbaar is voor migratie, juist omdat het migratie beschouwt als een bedreiging voor haar nationale veiligheid. Andere staten kunnen daarom Europa bedreigen met migratie. Belarus doet dat, maar ook Turkije, Libië en Marokko doen dit. In deze dynamiek vergeten we de mensen die precies tussen wal en schip vallen. Het is levensbelangrijk dit als een menselijke kwestie te zien, geen veiligheidskwestie.’

Wat is de oplossing om uit deze kwetsbare situatie te komen? Aan de ene kant kan Belarus dit doen omdat er nou eenmaal vluchtelingen in Irak en Syrië zijn. Aangezien het niet realistisch is dat daar op korte termijn verandering in komt, wat blijft er dan voor Europa over?

Ward: ‘Natuurlijk is het belangrijk om op de lange termijn de grote mensenrechtenschendingen aan te pakken die zulke vluchtelingenstromen triggeren. Maar het aanpakken van grondoorzaken heeft niet de hoogste prioriteit in het buitenlandbeleid van Europese landen. Op de korte en middellange termijn is dat het erkennen van wat de schaal is van de vluchtelingenstroom en het delen van verantwoordelijkheden. De aantallen bij de Pools-Belarussische grens zijn niet onhanteerbaar voor een EU-blok van bijna vijfhonderdmiljoen mensen. De inspanningen van de Europese Commissie voor het stimuleren van het delen van verantwoordelijkheden zijn tot dusverre niet bijzonder succesvol gebleken. Er is nog steeds het idee dat landen aan de grenzen van Europa meer verantwoordelijkheid dragen, met onder meer Duitsland en een klein aantal landen als uitzondering. Dat moet veranderen. Een ander antwoord is een positieve kijk op migratie. Er zijn weinig leiders in Europa vandaag die migratie presenteren als iets dat van toegevoegde waarde is. Populistische leiders zijn vrij effectief in het mobiliseren van negatieve framing rond migratie. Er is geen tegengeluid. Er is stilte, of je krijgt een soort middenpositie van mainstream politici, die met een afgezwakte versie van het anti-migrantenpopulisme op de proppen komen. Ze willen migratie niet als een feit zien en dat het voordelen met zich meebrengt.’

‘Europa moet stoppen met de pushbacks en mensen op een menswaardige manier opvang bieden’

Wat zijn verder de belangrijkste, onopgemerkte mensenrechten schendende praktijken in Europa?

Oudshoorn: ‘Wij doen niet aan een rangorde in mensenrechtenschendingen. We houden ons bezig met de rechtsstaat in Polen en Hongarije, de repressie in Belarus, Fort Europa, dus de vluchtelingencrisis. En daarin de verschillende thema’s, zoals de pushbacks, maar ook de criminalisering van hulp aan vluchtelingen en migranten en de mensonterende situatie in vluchtelingenkampen. We houden ons verder bezig met de verkrachtingswetgeving, met technologie en mensenrechten zoals in het toeslagenschandaal, maar ook zijn we bezorgd over de krimp van het maatschappelijk middenveld.’

Ward: ‘Dat is potentieel een lange lijst, maar wat er echt uitsteekt is het probleem van racisme en discriminatie. Vorig jaar was er een duidelijke internationaal respons, ook in Europa, op de moord op George Floyd. Er is heel wat werk te doen in Europa op dit gebied. Er is intussen heel wat goeds gedaan, maar toch is er weinig gevoel voor urgentie bij de meeste beleidsmakers – en gebrek aan scherpte, die er wel zou zijn als er vanuit een mensenrechtenperspectief naar werd gekeken.’

Dus het waren slechts woorden vorig jaar, tijdens de Black Lives Matter-protesten?

Ward: ‘Er was oprechte interesse om het probleem aan te pakken. Maar dat kan niet via trainingen. Het dringt daardoor niet echt door tot het vraagstuk van macht, wat nodig is om echt racisme en discriminatie aan te pakken. Er wordt ook geen verantwoording afgelegd voor het verleden. De wil ontbreekt grotendeels om terug te blikken. Als je deze situaties wil adresseren zonder te kijken naar zaken zoals de Europese geschiedenis van het kolonialisme, dan zal je uiteindelijk beperkt blijven in hoe je deze zaken kunt oplossen.’

Dan nu Frankrijk. De angst bestaat dat de mensenrechten van moslims institutioneel worden bedreigd. ‘Radicale’ moskeeën worden gesloten, islamitische NGO’s die moslimhaat aankaarten ontbonden. En dit allemaal in naam van de seculiere Franse Republiek. Wat vindt u van deze ontwikkelingen? Wordt moslimhaat in Frankrijk geïnstitutionaliseerd?

Oudshoorn: ‘We vinden het extreem zorgelijk dat de vrije ruimte voor maatschappelijke organisaties, die volstrekt legitieme activiteiten ontplooien, wordt ingeperkt onder het mom van veiligheid. Een democratische rechtsstaat wordt gediend door verschillende geluiden en een diversiteit aan maatschappelijke organisaties en bewegingen. De democratische rechtsstaat wordt gediend als er kritische stemmen zijn. Dat is geen bedreiging, maar een kracht. En dat zou dus ook beschermd moeten worden.’

Amnesty wordt op dit punt bekritiseerd: jullie zouden wegkijken van islamistisch geweld.

Oudshoorn: ‘Amnesty wordt heel vaak van zaken beschuldigd. Maar Amnesty kiest geen partij. Wij kaarten mensenrechtenschendingen aan de orde, ongeacht wie ze doet. Een mensenrechtenschending is een mensenrechtenschending. Op het moment dat er terreur is, dan is dat een mensenrechtenschending en veroordeel je terreur. Op het moment dat er onschuldige mensen, zonder fatsoenlijke vormen van bescherming beschuldigd worden van terreur, dan zeg je daar ook wat van. Dus het gaat ons niet om wie de mensenrechtenschending pleegt, wij ageren tegen alle mensenrechtenschenders.’

‘Wij zijn zeer bezorgd over het Franse beleid dat als integratie wordt geframed, maar een discriminatoir effect had op moslims’

Ward: ‘Wij zijn al een aantal jaar zeer bezorgd over beleid dat als integratie wordt geframed, maar een discriminatoir effect had op Franse moslims – en met name op Franse moslims die zichtbaar religieus zijn. We zien dat op het gebied van restricties voor religieuze kleding, het criminaliseren van uitingen, en recentelijk het zeer problematische sluiten van civil society-organisaties. Tegen zulke staatsbemoeienis, zonder de sterke gronden die het sluiten van civil society-organisaties zou kunnen rechtvaardigen, hebben we ons publiekelijk uitgesproken, met name tegen het sluiten van het Collectief Tegen Islamofobie in Frankrijk. Natuurlijk is er een specifieke context in Frankrijk, dat de staat opgericht is als seculiere staat of dat idee promoot als een waarde van de Republiek. Het heeft ook de Sikh-gemeenschap geraakt, naast moslims. Maar het raakt christenen niet op dezelfde manier. Dit brengt het risico met zich mee dat er een signaal wordt afgegeven naar jonge mensen, dat je niet tegelijk een zichtbare moslim én een goede Franse burger kan zijn. Dit is een zeer problematische positie, die ook de doelstellingen van een gedeeld gevoel van nationale identiteit en een thuisgevoel, dus van integratie ondermijnt.’

Interessant dat het Franse secularisme Franse sikhs en moslims negatiever beïnvloedt dan Franse christenen. Hebben we dan te maken met een racistische interpretatie van secularisme in Frankrijk, die mensen van kleur buitensluit?

Ward: ‘Het is een hele complexe zaak en het is zeker ook verbonden aan het kolonialisme, je kan het daar niet van los zien. Wat ik vanuit een mensenrechtenperspectief kan zeggen, is dat het effect van dit beleid discriminatoir is in de praktijk, wat de intentie ook moge zijn. Dat zou een zorg binnen en buiten Frankrijk moeten zijn.’

In Nederland bestaat het boerka- en nikaabverbod en wordt moslimdiscriminatie niet apart door de politie geregistreerd. Wat vinden jullie daarvan?

Oudshoorn: ‘Het boerkaverbod lijkt een neutrale regeling te zijn van verbod op gezichtsbedekkende kleding in overheidsgebouwen en het openbaar vervoer. Maar het verbod is er specifiek op gericht de uitingsvrijheid van moslima’s te beperken. We vragen ons dan ook af of deze wet op deze manier geïmplementeerd had moeten of mogen worden. Want alle mensen horen vrij te zijn te dragen of niet te dragen wat ze willen, het gaat twee kanten op. Dit leek een neutrale regeling, maar hij is in wezen discriminerend.’

En moet moslimdiscriminatie apart geregistreerd worden?

Oudshoorn: ‘Als je een goede en gerichte bestrijding wilt van dit fenomeen, dan kan zo’n aparte registratie van nut zijn. Dat gebeurt ook bij andere godsdiensten of andere vormen van discriminatie, bijvoorbeeld antisemitisme.’

‘Het boerkaverbod is er specifiek op gericht de uitingsvrijheid van moslima’s te beperken’

Ook lieten Nederlandse gemeenten moskeeën bespioneren, wat door onze anti-terreurcoördinator NCTV werd gefinancierd, en verklaarde de rechter dat etnisch profileren moet kunnen. Hoe kan dit? Is dit een teken van witte suprematie?

Oudshoorn: ‘Ten eerste, witte suprematie is iets anders dan institutioneel racisme.’

Wat is het verschil dan?

Oudshoorn: ‘White supremacy is geloven in de rassenleer, zeggen dat het ene ras beter is dan het andere ras. Institutioneel racisme is dat niet. Institutioneel of systemisch racisme is dat er in de samenleving een vorm of een systeem van maatregelen bestaat die een discriminerende uitwerking heeft. Dat is wat anders dan geloven in rassentheorieën.’

Is het niet zo dat in beide gevallen de witte meerderheid buiten schot blijft en minderheden het slachtoffer zijn?

Oudshoorn: ‘Ik ben het met je eens dat beide niet kunnen. Maar er zit wel degelijk een verschil tussen witte suprematie en institutioneel racisme. Door dat op één hoop te gooien, ga je de verkeerde discussie voeren. Nederland heeft artikel 1 van de grondwet, waarin staat dat iedereen gelijk behandeld moeten worden. Etnisch profileren kan daarom niet, of dat nou door de politie of belastingdienst gebeurt. De volharding van wetshandhavers, bijvoorbeeld richting mensen die eruitzien als ik, dat ik eerder gecontroleerd mag worden op basis van een veronderstelling, een risicoprofiel, is niet goed te praten. Dat is niet omdat ik iets gedaan heb, maar ze denken wel dat ik iets zou kunnen doen. In een land met artikel 1 van de grondwet moeten we dat niet hebben.

‘Als het gaat over de NCTV is dat een ander verhaal. Want de NCTV doet dingen die ze niet mogen doen. De NCTV mag geen gegevens van individuele burgers verzamelen. Dat weten ze – en toch doen ze het. Het heimelijke onderzoek in de moskeeën valt ook buiten hun bevoegdheid. Dat doen ze onder het mom van veiligheid. Maar het is een schending van de privacy van mensen en het recht op godsdienstvrijheid.’

U zegt dat het u persoonlijk raakt, die risicoprofielen tegen ‘mensen die eruit zien als ik’. Bedoelt u dat op basis van uw huidskleur?

Oudshoorn: ‘Ja, etnisch geprofileerd of gecontroleerd, door uit de rij te worden gehaald. Nou ja, ik sta ook op de FSV-lijst (Fraude Signalering Voorziening, red.). Ik heb ook zo’n brief ontvangen van de Belastingdienst.’

Pff, heftig. Daarom denk ik ook aan de link met witte suprematie. Witte mensen hebben geen last van onrecht waar u wel onder te lijden heeft, vanwege uw zwarte huidskleur.

Oudshoorn: ‘Ik ontken ook niet dat ik het een vorm van institutioneel racisme plaatsvindt. Ik zeg alleen dat witte suprematie iets anders is. Bij white supremacy denk je aan de Ku Klux Klan. En institutioneel racisme in het geval van de toeslagenaffaire gaat ook verder dan de nationaliteit, het gaat ook over sociale klasse. Dat heeft nader onderzoek van Amnesty uitgewezen.’

Hoe ziet Human Rights Watch het algemene wantrouwen tegenover moslims in Europa?

Ward: ‘Wat ook de intentie moge zijn, het is belangrijk om te focussen op het effect. En als het effect discriminatoir is tegen mensen van een bepaald geloof of als zodanig wordt ervaren, dan is dat zorgwekkend. Dat geldt dus voor beperkingen in het dragen van religieuze kleding. Wat betreft haatmisdrijven: ik heb er grote moeite mee te begrijpen waarom moslimdiscriminatie niet apart wordt geregistreerd, terwijl die registratie wél plaatsvindt als het over andere groepen gaat. Bij haatmisdrijven lijkt het me namelijk goed om te weten waar je mee te maken hebt. Zo kan je effectiever zijn in de bestrijding ervan.’

‘Ik heb grote moeite te begrijpen waarom moslimdiscriminatie niet apart wordt geregistreerd, terwijl die registratie wél plaatsvindt als het over andere groepen gaat’

De Tweede Kamer heeft veel aandacht voor antisemitisme en houdt daarbij vast aan de controversiële IHRA-definitie, die volgens critici antisemitisme en kritiek op Israël met elkaar vermengt. Moet Nederland van de IHRA-definitie afstappen, wat BIJ1 en Denk nu ook bepleiten?

Oudshoorn: ‘Voor mij zit het hem niet in een definitie. Antisemitisme en andere vormen van discriminatie op grond van ras moeten gewoon effectief worden bestreden. De Nederlandse wet biedt geen belemmering om dat aan te pakken. Dus dat moet gewoon gebeuren. Punt. Amnesty volgt het internationaal recht. In artikel 20 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten staat: Het propageren van, op nationale afkomst, ras of godsdienst gebaseerde haatgevoelens die aanzetten tot discriminatie, vijandigheid of geweld, wordt bij de wet verboden. En dat is waar het ons om gaat. Niet om de definitie.

‘En wat betreft kritiek moet je onderscheid maken. Kritiek op een staat valt onder het recht van meningsuiting. Antisemitisme is heel wat anders. Je kunt heel goed kritiek hebben op de staat Israël en niet antisemitisch zijn. Wij zijn ook kritisch op de staat Israël, en soms ook kritisch als het gaat om de Palestijnse zaak. Waar het om gaat, is dat wij geen partij kiezen. Het gaat om de mensenrechten.’

Ward: ‘We nemen geen positie in over de definitie. We erkennen dat antisemitisme een grootschalig probleem is in Europa. Er zijn ook mensen die de Palestijnse zaak misbruiken en als rechtvaardiging zien voor antisemitische haat. Die mensen zijn niet noodzakelijkerwijs geïnteresseerd in het conflict tussen Israël en Palestina, maar gebruiken Palestina als excuus om antisemitisch te zijn. Tegelijkertijd is het waar dat vele beschuldigingen van antisemitisme worden gebruikt om kritiek op Israël en het opkomen voor de mensenrechten van de Palestijnen te delegitimeren, of mensen aan te vallen die vragen stellen bij de identiteit van Israël als een Joodse staat. Er is zeer zeker een verwevenheid tussen die zaken. We moeten daarom duidelijk en krachtig zijn in onze veroordelingen van antisemitisme, evenals duidelijk en krachtig stellen dat mensen het recht hebben om kritiek uit te oefenen op de Israëlische regering en op te komen voor Palestijnse rechten, zonder beschuldigd te worden van antisemitisme.’