Home Wereld Wordt het ooit zo tolerante Indonesië een nieuw Pakistan?

Wordt het ooit zo tolerante Indonesië een nieuw Pakistan?

De Grote Moskee van Banda Atjeh (Beeld: Wikimedia Commons/ Si_Gam)

Het nieuwe Indonesische wetboek bestraft seks en samenwonen buiten het huwelijk, net als het beledigen van de president en overheidsinstellingen. Mensenrechtenorganisaties vrezen fundamentalisme en inperking van vrijheden. Maar veel Indonesiërs juichen deze ‘dekolonisatiestap’ toe. Het oude wetboek stamt immers uit de koloniale tijd. Is dit nieuwe wetboek nu een stap vooruit, of juist een terug?

‘Indonesië is eigenlijk nog niet helemaal bijgekomen van het eeuwenlange kolonialisme door Nederland’, vertelt journalist Fitria Jelyta (NU.nl), die Indonesische roots heeft. Het land had na de onafhankelijkheidsoorlog van 1945-1949 en de resulterende soevereiniteitsoverdracht andere prioriteiten en bleef daarom vasthouden aan de koloniale wetgeving.

‘President Soekarno wilde eerst het land opbouwen. Indonesië bestaat uit duizenden eilanden, vele talen en culturen. Er moest een nieuwe eenheid worden gesmeed. Iedereen had een eigen interpretatie over hoe het land moest worden bestuurd.’

Indonesië greep terug op het oude koloniale wetboek, omdat Indonesië niet opeens zonder wetten wilde zitten, vult Farah Purwaningrum aan, een Indonesische advocaat en socioloog, die als partnership manager werkzaam is bij het juridisch-technologische adviesbureau HukumOnline. ‘Er zijn daarna pogingen gedaan om tot een eigen wetboek van strafrecht te komen’, vertelt ze.

Vanaf 1958 moest een speciaal instituut zich hiermee bezig houden. In 1963 besloot het Indonesische parlement dat Indonesië een eigen wetboek van strafrecht moest krijgen. In 1993, met de komst van een nieuwe minister van Justitie, ging de regering eindelijk aan de slag met het nieuwe wetboek en werden er wetsvoorstellen naar het parlement gestuurd. Toch had het nieuwe wetboek nog lang geen prioriteit. President Joko Widodo gaf dit onderwerp vanaf 2014 voorrang. Tot aan 2019 discussieerde het parlement er uitvoerig over.

Purwaningrum is kritisch over het nieuwe wetboek, mede vanwege de strenge zedelijkheidswetten, maar ze ziet ook positieve elementen. ‘Heel goed is de strengere milieuwetgeving. Hierdoor kunnen bedrijven die vervuilen gemakkelijk juridisch aansprakelijk worden gesteld.’

Jelyta ziet niets positiefs in het nieuwe wetboek. De zedelijkheidswetten overschaduwen de andere wetten, zegt ze. ‘Het enige positieve is dat ze het wetboek van strafrecht eindelijk onder handen hebben genomen. Maar het gaat de verkeerde kant op, omdat ze religie inzetten om vrijheden te beperken.’

Zedelijkheidswetten

Hoe kan Indonesië, dat te boek staat als tolerant, nu zulke scherpe zedelijkheidswetten aannemen? Jelyta hoorde dit verhaal van Indonesiërs: ‘Sinds 2010 kwamen veel Arabische migranten naar Indonesië, vermoedelijk om te ontsnappen aan het strenge islamitische regime thuis. Sommige Arabieren lijken misbruik te maken van de tolerante status van Indonesië, door ‘feestjes’ te organiseren op hun ‘Kampong Arab’, waar het er niet zo zedig aan toegaat. Om deze liederlijke praktijken tegen te gaan, gingen er meer stemmen op om de zedelijkheidswetgeving te verscherpen.’

Jelyta proeft hier een paradox: ‘Veel strenggelovige Indonesische moslims zijn ervan overtuigd dat de Arabische islam de ware islam is. En ze bestrijden ‘onislamitisch’ gedrag van Arabieren in Indonesië door nog meer de Arabische islam aan te hangen.’

‘Veel strenggelovige Indonesische moslims vinden de Arabische islam de ware islam’

De buitenwereld denkt dat Indonesiërs de meest tolerante vorm van de islam hanteren, maar dat is volgens haar deels waar. Conservatieven lijken er meer ruimte in te nemen in publieke discussies. ‘Tegelijkertijd durven veel Indonesiërs hun mond niet open te trekken tegen de vrijheidsbeperkende nieuwe wetten.’

De strafbaarheid van seks buiten het huwelijk beschouwt Jelyta als islamisme, al benadrukt ze dat deze nieuwe stap niet zozeer ‘islamitischer’ is. ‘Wat je ziet, is dat mensen heel erg vastgrijpen aan hun geloof, om sociale normen en waarden meer verankerd te krijgen in de samenleving. In Indonesië bestaat geen sociaal vangnet, behalve je familie en vrienden. Daarnaast vormen het geloof en traditionele normen en waarden voor veel Indonesiërs de basis voor sociale omgangsregels. Maar als je je levenswijze aan anderen oplegt, kun je mensen in hun vrijheid beperken. Dat ligt dan niet aan de islam, maar aan hoe mensen met elkaar omgaan.’

Een nieuw Pakistan?

Andere punten van zorg: Indonesië classificeert vrouwenmishandeling niet meer als mishandeling, journalisten mogen niet langer rechtbankverslagen schrijven – een nieuwe aanslag op de persvrijheid – en terrorisme wordt nu gedefinieerd als ‘misdaad tegen de staatsveiligheid’. Purwaningrum: ‘Het gevaar is dat de regering dit ‘rubberen artikel’ gaat misbruiken om dissidenten de mond te snoeren.’

Verandert Indonesië in een nieuw Pakistan? ‘Indonesië heeft VN-verdragen geratificeerd’, benadrukt advocaat Puwaningrum. ‘Het is geen geïsoleerd land, maar draait mee in verschillende internationale gremia, waaronder de G20. Daarom heeft internationale wetgeving gevolgen voor Indonesië.’

Indonesië zal dan ook geen islamitische staat worden, zegt ze, want dat staat haaks op ‘Pancasila’. Dat is de tolerante Indonesische staatsfilosofie en -ideologie, die uitgaat van de islam, het katholicisme, het protestantisme, het hindoeïsme en het boeddhisme. ‘De Pancasila verzekert de religieuze vrijheden voor alle Indonesiërs. Alleen in Atjeh (het noordelijkste deel van het eiland Sumatra, red.) heerst de sharia, maar dat geldt niet voor de rest van Indonesië.’

‘De Pancasila staat niet ter discussie’, zegt ook Jelyta. Wel nuanceert ze het belang van de Indonesische staatsfilosofie: ‘De overgrote meerderheid van de Indonesiërs is moslim. En Indonesië is nooit een seculier land geweest. De islam speelde een belangrijke rol bij de Indonesische onafhankelijkheid en is nog steeds een belangrijk bindmiddel voor de eenheid van het land. Zonder de islam was Indonesië er niet geweest.’

Is westerse kritiek op de mensenrechtensituatie in Indonesië geen vorm van moreel neokolonialisme? Purwaningrum vindt van niet. ‘Het is het omarmen van menselijke normen, opdat mensen in Indonesië ook een normaal leven kunnen leiden’, zegt ze.

Jelyta beaamt dit. Wel maakt ze onderscheid tussen westerse landen en NGO’s, die volgens haar slechts hun werk doen. ‘Maar bij westerse landen heb ik een dubbel gevoel. Soms denk ik dat die extra kritisch zijn bij mensenrechtenschendingen in moslimlanden. Het gaat nu bijvoorbeeld alleen maar over hoe slecht Qatar is, terwijl we het niet genoeg hebben over hoe slecht Europa vluchtelingen behandelt en dat daar maar geen oplossing voor is gekomen. Ik proef, maar dat komt misschien ook omdat ik moslim ben, een vleugje oriëntalisme.’

Ze vindt dat westerse landen ‘proportioneel’ moeten zijn in hun kritiek. ‘En laat je niet leiden door de waan van de dag. Kijk naar waar het echt schuurt.’