Home Kunst & Cultuur ‘Nederland en Afghanistan zijn twee werelden. Met beide voel ik mij verbonden’

‘Nederland en Afghanistan zijn twee werelden. Met beide voel ik mij verbonden’

Beeld: Tessa Posthuma de Boer

De moeders van Mahipar, de debuutroman van de in Nederland wonende Forugh Karimi, toont de impact van 44 jaar Afghaanse burgeroorlog.

Beeld: Meridiaan

Schrijfster Forugh Karimi kwam 25 jaar geleden samen met haar man in Nederland terecht, hoogzwanger van haar zoon. In het azc zette de vindingrijke Karimi de tering naar de nering. Haar man en zij vonden het eten niet lekker en verzonnen listen. Zo gebruikte ze haar strijkijzer als warmtegeleider onder een pannetje, om zo bijvoorbeeld een eitje te bakken. Haar man stond buiten een sigaret te roken om de lucht te verdrijven. ‘Je mocht daar toen nog roken’, grinnikt ze.

Karimi studeerde Geneeskunde aan de universiteit van Kabul, maar maakte haar studie niet af vanwege het oorlogsgeweld in de hoofdstad. Ze benadrukt dat je een vlucht niet kunt plannen, maar dat je de kans moet grijpen als de gelegenheid zich voordoet. Eenmaal in Nederland heeft ze haar studie kunnen afronden en werd ze psychiater.

Karimi is altijd een schrijver geweest. Ook in Afghanistan. ‘Ik stopte niet met schrijven, wel met publiceren. Bovendien gingen andere dingen op dat moment voor. Ik moest een totaal nieuwe taal leren, ik had een carrière, een gezin. Nu was de tijd rijp voor mijn roman. Het ging eigenlijk heel snel.’

Of het beroep van psychiater haar hielp bij het schrijven? Kwestie van de kip en het ei. ‘Misschien ben ik psychiater geworden door de schrijver in mij. Psychiater zijn heeft me verdieping gegeven. Daarnaast speelt het een rol bij het scheppen van mijn personages, maar ik heb ze niet bewust onderworpen aan een psychologische analyse.’

Belangrijke thema’s in haar roman zijn oorlog, vluchten, een nieuw leven opbouwen in een nieuw land, maar ook liefde voor familie en vooral moederliefde. De moeders van Mahipar begint in het voor Afghanistan zo belangrijke jaar 1978, toen er met steun van de Sovjet-Unie een succesvolle staatgreep werd gepleegd. Voor de coup werd in Afghanistan druk gediscussieerd over politiek, maar daarna werden veel tegenstanders van het nieuwe regime opgepakt, gemarteld en soms ook vermoord.

Over deze gevangenissen schrijft Karimi niet direct, wel over de gevolgen hiervan voor degenen die achterblijven. En hoe de families uit elkaar worden gerukt. Waar zijn hun geliefde familieleden? Wat is er met hen gebeurd? Leven ze nog? Worden ze gemarteld?

In 1979 vindt er een tweede coup plaats in Afghanistan. Russische troepen bezetten het land. Via omzwervingen komen hoofdpersonage Lolo en haar zoon Ramin in Amsterdam terecht. Ze bouwen een nieuw leven op, terwijl ze doorlopend op de hoede zijn. Lolo gaat in een apotheek werken. Ramin groeit op, gaat medicijnen studeren en wordt uiteindelijk radioloog.

Zijn toegewijde moeder zwijgt over haar verleden, maar ze heeft alles opgeschreven. Ze voelt zich verbonden met een dichtregel van de Perzische dichter Rumi: ‘De pen moest schrijven, daar lag haar hart, schreef zij óver dat hart – zij brak van smart.’

Jaren later wordt Ramin geconfronteerd met de schaduwen van zijn verleden, wanneer zijn vrouw wordt neergestoken en de dader onbekend is. Zijn moeder heeft nooit iets over haar verleden verteld en nu moet hij achter de waarheid zien te komen. De dader heeft ongetwijfeld met dat raadselachtige verleden te maken. Zal hij daar op tijd achter komen?

Afghaanse invloeden

Hoewel Karimi de moeders van Mahipar in het Nederlands heeft geschreven, staat het boek bol van de invloeden uit de Afghaanse taal. Zo zijn de hoofdstukken genummerd in het Farsi en staan in het boek enkele gedichten, die ze uit het Farsi naar het Nederlands vertaalde met behulp van vertaler Adriaan Krabbendam. De functie van deze gedichten is het onder woorden brengen van gevoelens en de liefde voor poëzie, die zo in de Afghaanse cultuur zit verankerd.

Karimi’s Afghaanse achtergrond blijkt ook uit sommige beschrijvingen, die ook al bijna poëtisch zijn. Zie de vergelijking die een derde persoon maakt tussen twee zussen: ‘Nahid is niet lelijk, maar als ze naast Mardjan staat, is ze als de maan die in het ochtendlicht vervaagt.’

Karimi: ‘In de Afghaanse taal zit inderdaad veel metaforisch en poëtisch taalgebruik. Poëzie is heel belangrijk voor ons. In het Farsi klinkt het heel gewoon.’

Er worden ook veel termen uit het Farsi gebruikt, zoals de woorden voor ‘vader’, ‘moeder’, ‘oma’ en andere familieleden, evenals namen van gerechten en lekkernijen.

Achter in het boek staat een verklarende woordenlijst evenals een overzicht van de geschiedenis van Afghanistan van 1919 tot 2021. De geschiedenis van Afghanistan is heel belangrijk in de roman, zegt Karimi. ‘Vaak wordt gesproken over de gebeurtenissen zelf, niet over hoe ze je tekenen.’

44 jaar oorlog

Voor de coup van 1978 ging het redelijk goed met Afghanistan en konden verschillende politieke partijen worden gevormd, vertelt Karimi. ‘Veel mensen werden politiek bewust. Maar er braken andere tijden aan, mede vanwege de strijd tussen de verschillende politieke stromingen. De coup van april 1978 veranderde het land, vooral vanwege de politieke zuiveringen. De coup van 1979 had nog drastischere gevolgen. De Sovjet-Unie bezette van 1979 tot 1989 het land en voerde een bloedige strijd met de moedjahedien, de door Saoedi-Arabië, Pakistan en de Verenigde Staten gesteunde islamitische rebellen.’

De hoofdpersoon in De moeders van Mahipar is politiek neutraal. ‘Ze is geen activiste, waardoor ze alles bekijkt vanuit het oogpunt van een gewone burger’, zegt Karimi. ‘De door de Sovjet-bezetters gesteunde communistische regering van Afghanistan heeft ook ontzettend veel kwaad aangericht. Het Westen heeft alle verzetsgroepen gesteund, inclusief oorlogsmisdadigers. Na de val van de Sovjet-Unie trok het Westen zijn handen van Afghanistan af. Afghanistan was niet relevant meer, ondanks heel veel rivaliserende religieuze strijders die zij bewapend hadden. Die verschrikkelijke oorlog heb ik meegemaakt.’

‘Vaak wordt gesproken over de gebeurtenissen zelf, niet over hoe ze je tekenen’

Veel Afghanen staan nog steeds tegenover elkaar. Dit heeft Karimi bewust in haar roman verwerkt. ‘Het is een realistisch verhaal, dus die tegenstellingen zijn er in verwerkt. Alleen zijn ze niet overheersend. Er zijn verschillen, maar mensen leven vooral mét elkaar. Er bestaat geen samenleving zonder ongelijkheid, zonder spanningen tussen bevolkingsgroepen. In Nederland zijn er ook zulke spanningen.’

In Afghanistan is het nu 44 jaar oorlog. Dit laat diepe sporen na. In 1978 begon de ellende. Na de coup in april dat jaar werden er heel veel tegenstanders van het regime omgebracht. Daar zijn lijsten van, maar die zijn incompleet, aldus Karimi.

‘Er zijn ook slachtoffers van wie op geen enkele manier bekend is waar en wanneer ze zijn overleden. Dat komt ook voor in mijn boek, zodat ik kan aantonen wat dit met mensen doet. In 2013 zijn er in Nederland lijsten boven water gekomen met vijfduizend namen van Afghanen die in 1979 zijn omgekomen. Sommige andere lijsten zijn vernietigd. In 2013 en 2014 is besloten om een van die massagraven, waarvan de locatie bekend zou zijn, te openen. Maar duizenden vermisten bleven in onbekende massagraven liggen, ondanks protesten van hun nabestaanden, onder andere naar aanleiding van de gevonden lijsten in Nederland. Andere massagraven zijn niet geopend en de vermisten zijn dus nog steeds vermist. De toenmalige Afghaanse regering wist waar de massagraven liggen, maar wilde ze niet openen. En ingewikkelde kwestie, die deels te maken heeft met de angst om het verleden op te rakelen.’

Vorig jaar zomer grepen de Taliban opnieuw de macht in Afghanistan. Karimi windt zich enorm op over het gebrek aan vrouwenrechten en over andere gruwelijkheden die daar nu gaande zijn.

‘Ik ben zó boos. De Taliban hadden beloofd dat meisjes nu wel naar school mochten gaan. Maar in werkelijkheid zitten vrouwen weer thuis. Hun leven is echt afschuwelijk. Maar dit nieuws bereikt nu amper de voetnoten in de kranten. Ook staat het onderwerp niet op de wereldagenda. Daar maak ik me erg druk over. Meisjesscholen zijn nog altijd dicht en op 7 mei is de boerka in het openbaar opnieuw ingevoerd.’

Ze is blij dat ze nu in Nederland leeft. ‘Het is triest dat ik in een land geboren ben waar oorlog uitbrak. Ik heb wat afstand genomen, maar aan de andere kant ben ik er dagelijks mee bezig. Ons lot hebben we aanvaard. Nederland en Afghanistan zijn twee werelden. Met beide werelden voel ik mij verbonden.’