Home Columns De bloedige geschiedenis van Suriname moet worden verteld

De bloedige geschiedenis van Suriname moet worden verteld

Foto: Wikimedia Commons / We El

De Surinaamse twintiger Ananta Khemradj maakte vorig jaar een persoonlijke documentaire over waarom zij en andere jonge Surinamers zo weinig weten over de roerige en bloederige jaren tachtig. Kinderen en jongeren in Suriname groeien veelal op in onwetendheid over het verleden van hun land.

Deze ‘zwarte bladzijde’ van de Surinaamse geschiedenis wordt stelselmatig genegeerd. Dit geldt voor het onderwijs en de maatschappij, maar ook horen kinderen er thuis niets over. De documentaire ‘Je kan toch lezen…’ laat duidelijk zien waarom dat zo is.

Hierover ging ik samen met Ananta tijdens de Museumnacht in De Nieuwe Kerk in gesprek met Surinaamse en Nederlandse jongeren. Zulke gesprekken zijn waardevol, maar blijven ook zo lang nadien spannend.

Wat is er eigenlijk gebeurd? In februari 1980 vond er in Suriname een militaire staatsgreep plaats. De legerleider van toen is nu bezig aan zijn tweede termijn als president van Suriname. In mei 2020 zijn er weer verkiezingen. De kans is levensgroot dat de dan 74-jarige Desi Bouterse een derde termijn achter zijn naam kan schrijven.

De huidige president en oud-legerleider is niet alleen verantwoordelijk voor een militaire coup, maar ook voor de afschuwelijke Decembermoorden van 8 december 1982. Hierbij werden 15 openlijke tegenstanders van het militaire regime gemarteld en vervolgens vermoord.

Verder is Bouterse verantwoordelijk voor de Binnenlandse Oorlog, een burgeroorlog die in 1986 begon en waar zo’n 400 mensen bij zijn omgekomen. Zeker 25.000 Surinamers zijn voor het oorlogsgeweld van toen op de vlucht geslagen.

Tijdens de Binnenlandse Oorlog vonden er bovendien meerdere oorlogsmisdaden plaats, waarvan de bekendste in het dorp Moiwana plaatsvond. 39 onschuldige burgers, vooral vrouwen en kinderen, werden toen door de militairen van Bouterse vermoord. De huizen in het dorp werden verbrand.

Feiten blijven feiten, ook al passen ze misschien niet goed in je narratief

Met deze en andere feiten over de gebeurtenissen in de jaren tachtig zijn kinderen en jongeren in Suriname onbekend. Het feit dat de dictator van toen nu president is heeft daar uiteraard mee te maken.

Zo werd een geschiedenisboek voor het onderwijs op last van het kabinet-Bouterse uit de handel gehaald, omdat er een foto in stond met een protestbord met daarop de tekst ‘Bouterse moordenaar’. Ook de passages over de Decembermoorden konden niet op steun rekenen van Bouterses onderwijsminister.

In de documentaire van Khemradj wordt duidelijk dat het onderwijs hierdoor extra terughoudend is om tijdens lessen aandacht te besteden aan de jaren tachtig. Men houdt het liever kort en gaat snel door naar de lesstof over andere delen van de geschiedenis.

Ook stellen verschillende mensen de relativerende vraag: ‘Wie schetst het totale historische plaatje op een objectieve manier?’ Iedereen heeft zijn of haar eigen interpretatie van de geschiedenis, is de gedachte, waardoor deze voor velerlei uitleg vatbaar is.

In het gesprek tijdens de Museumnacht kwam er nog een andere dimensie op tafel: de geschiedenis van Suriname, dus ook de bloederige jaren tachtig, is grotendeels gevormd door Nederland. En: ‘Het monster Bouterse is door Nederland en Nederlanders opgeleid, begeleid en gecreëerd.’ En als de term ‘Nederland’ valt, is de gemeenschappelijke vijand voor Surinamers gevonden. Voor- en tegenstanders van Bouterse zijn het met elkaar eens dat Nederland hun land op een schofterige manier heeft behandeld.

De complexe schuldvraag over de toedracht van de jaren tachtig is relevant, maar dat maakt de feitelijke gebeurtenissen als een militaire coup, moorden en andere vormen van mensenrechtenschendingen niet minder waar. Feiten blijven feiten, ook al passen ze misschien niet goed in je narratief.

Een zichzelf respecterende democratische rechtsstaat eerbiedigt de mensenrechten, maar vormt ook toekomstige burgers van het land door hen bewust te maken van de geschiedenis. Beide zaken zijn in Suriname helaas afwezig, al wordt binnenkort – eindelijk – bekend hoe de krijgsraad zal oordelen over hoofdverdachte Bouterse in de Decembermoordenzaak.

Ondertussen hoop ik van harte dat daar waar het Surinaamse onderwijs het niet aandurft, Surinaamse families in Suriname en Nederland wél de moed hebben om de jaren tachtig bespreekbaar te maken. Suriname moet de eigen ‘zwarte bladzijden’ onder ogen durven zien, ook om herhaling hiervan in de toekomst te voorkomen.