Home Columns Demografisch geknutsel door witte stadsplanners

Demografisch geknutsel door witte stadsplanners

Alleen en achter mijn laptop kijk ik in mijn nieuwe sociale huurwoning uit over het Lambertus Zijlplein in Geuzenveld. Tram 13 rijdt binnen op de eindhalte, maakt een bocht van 360 graden en gaat straks weer richting Centraal Station in ongeveer 25 minuten.

Leuk geklede reizigers lopen af en aan. Verderop zie ik mensen met tassen van de Albert Heijn, of die van de Vomar. Beiden gesitueerd op 100 meter afstand, zoals dat ook geldt voor visboer Omaira Eiland, bakker Ankara Simit, restaurant Hünkar én supermarkt Anadolu.

De eerste vrienden die al op huisbezoek zijn geweest, voor een potje FIFA of Monopoly in de nachtelijke uurtjes, zeggen het allemaal in koor: ‘Gloednieuwe woning, heerlijk uitzicht – en alles voor je deur.’

Ik voel me inderdaad gezegend. Mensen met 300.000 of 400.000 euro op zak kunnen geen woning krijgen in Amsterdam, maar ik wel een sociale huurwoning. Natuurlijk heb ik er als geboren en getogen Amsterdammer wel een dikke prijs van vijftien jaar aan ‘onvrijheid’ voor moeten betalen, maar goed. Uiteindelijk ‘ben ik er’.

In Geuzenveld dus. Aan ‘de rand van Amsterdam’. Of, om gelijk alle badinerende termen te gebruiken: ‘een uithoek’, een plek ‘waar je niet dood gevonden wil worden’ of ‘het Siberië van Nieuw-West’. Zelfs voor een getto-Turk uit Slotervaart als ik heeft Geuzenveld altijd een armzalig imago gehad.

Is het toeval dat ik hier weer ‘onder de Turken en Marokkanen’ ben beland, terwijl de buurt waar ik ben opgegroeid steeds rijker en witter wordt? Nee.

Ware ‘vermenging’ of ‘vernieuwing’ is nooit de intentie van gentrificatie geweest. Anders zouden er gloednieuwe sociale huurwoningen moeten rijzen in Amsterdam-Zuid, Centrum of Oud-West. Minima en biculturele Nederlanders worden al decennia de stad uit gejaagd.

Witte stadsplanners die Nieuw-West eerst als afvoerputje voor Turken en Marokkanen gebruikten en nu dat kunstje herhalen, omdat ze daar inmiddels zelf willen wonen

Geboren binnen de ring, is mijn ‘wooncarrière’- na vijftien jaar op pauze te zijn gezet bij mijn ouders in Slotervaart – precies dat: ik woon nu nog verder van de ring af. Terwijl naar de stad fietsen vroeger tien à vijftien minuten was, zijn daar nu vijftien minuten bij gekomen. En met de jaren die ik inmiddels tel, is dat misschien net even te veel om helemaal bezweet aan te komen op het Leidseplein of Rembrandtplein voor de bios, een debat of een ander cultureel evenement met de gegoede burgerij van de witte grachtengordel.

Met tram 13 voor mijn deur is dat 2 euro 20 heen en 2 euro 20 terug, merkte ik zaterdag bij terugkomst van Our Memory Belongs To Us. Een heftige en hartverscheurende IDFA-documentaire over de Syrische activisten Yadan, Odai en Rani, die bijna alles hebben verloren in de Syrische revolutie. Een documentaire die ook in één klap al mijn gezeik over gentrificatie en geld in perspectief plaatst. Want waar klagen wij nou over als mensen daar échte onvrijheid, échte vernietiging, échte pijn en écht verdriet meemaken?

Alleen en achter mijn laptop in Geuzenveld concludeer ik wat een bofkont ik toch ben. Dat ik dankbaar moet zijn voor wat ik heb. Elhamdullilah – God zij geprezen. Maar tegelijk is het een onterechte, moraliserende en valse vergelijking.

Ik ben dankbaar voor het feit dat ik in een relatief veilige omgeving ben opgegroeid, dat ik er mag wonen. Maar nooit zal ik ‘dankbaar’ zijn voor de toenemende ongelijkheid in een maatschappij waar het aantal miljonairs ieder jaar met duizenden toeneemt, ten koste van diegenen die op een houtje moeten bijten.

Ik zal schaamteloos opkomen voor de rechten en vrijheden van de duizenden jongeren in Nieuw-West die plaats moeten maken voor rijkere, witte mensen: demografisch geknutsel door witte stadsplanners die Nieuw-West eerst als afvoerputje voor Turken en Marokkanen uit de binnenstad gebruikten en nu dat kunstje herhalen, omdat ze daar inmiddels zelf willen wonen.

Natuurlijk is dit in niets te vergelijken met de genocidale bevolkingspolitiek van het Assad-regime in Syrië. Dat doe ik ook niet achter mijn laptop en uitkijkend over het Lambertus Zijlplein. Om het verhaal van Yadan, Odai en Rani kan ik alleen maar huilen.