Home Columns Joden, moslims opgelet: er dreigt een nieuwe strijd om de slacht

Joden, moslims opgelet: er dreigt een nieuwe strijd om de slacht

Staatssecretaris Ad Ploeg gaf me een hand. ‘Zo, de zaak is geregeld. Jullie hoeven je geen zorgen meer te maken over het ritueel slachten, halal en koosjer, in ons land.’ De vrede tussen de islamitische en de joodse gemeenschap enerzijds en het toenmalige Ministerie van Landbouw en Visserij anderzijds was getekend. We spreken over vijfendertig jaar geleden.

Samen lopen de we trap af. Net voor de draaideur grijpt Ad Ploeg nog eenmaal mijn hand. ‘Lody, nu is het probleem weer van tafel. Maar, we zien elkaar vast weer. Over vijf jaar? Over tien jaar?’ Ik knik. En zo was het. Om de zoveel jaren zorgen de dierenwelzijnsorganisaties of de politiek ervoor dat halal en koosjer slachten weer op de agenda staan. Het meest heftig was 2011, toen de Tweede Kamer instemde met een totaalverbod. Een verbod dat overigens sneuvelde in de Eerste Kamer.

Nog net voor het einde van dit, toch voor velen al zo’n moeilijk jaar, is het weer raak. Nu niet in Nederland, maar er is reden tot zorg. Bij onze zuiderburen in Vlaanderen geldt sinds vorig jaar een verbod op onbedwelmd slachten.

Enkele weken geleden verklaarde de Advocaat Generaal van het Europese Hof van Justitie, Gerard Hogan, dat met dit verbod de grondrechten van gelovigen worden geschonden. Dus de ban moest weer van tafel. Maar dan, tot onze grote schrik, spreekt nu het Hof zelf zijn oordeel uit: het Vlaamse verbod is niet strijdig met de Europese regels voor godsdienstvrijheid. Enthousiast roept de Vlaamse minister van Dierenwelzijn dan ook ‘dat nu in héél Europa de deur openstaat voor een verbod op onverdoofd slachten’.

Wat hier in Nederland als gevolg van deze Europese uitspraak staat te gebeuren is nog onduidelijk. De Partij voor de Dieren was al bezig met een nieuw voorstel voor een verbod, maar had de behandeling in afwachting van dit vonnis van het Europese Hof stilgelegd. Fractievoorzitter Esther Ouwehand roept nu: ‘Dit is heel goed nieuws. Het oordeel van het Hof ligt helemaal in lijn met de uitgangspunten van ons wetsvoorstel. Nu staat het ons vrij om ook in Nederland een einde te maken aan het vreselijke lijden van dieren tijdens de onverdoofde slacht.’

Voor de islamitische en joodse gemeenschappen laten zulke reacties zien dat er nu ook onmiddellijk werk aan de winkel is. Onze gemeenschappen kunnen zich niet veroorloven niets te doen en af te wachten wat er gaat gebeuren. Integendeel. Met de les van negen jaar geleden nog vers in ons geheugen ligt er een essentieel belang in het gezamenlijke optreden, van iedereen met een persoonlijk religieus belang bij het handhaven van de mogelijkheid tot de rituele slacht.

Nu al moeten de belangenorganisaties van onze beide gemeenschappen rond de tafel gaan zitten om hun nieuwe plan en campagne op te gaan zetten. En dat plan omvat weer al die verschillende domeinen die in het geding kunnen zijn, zoals dierenwelzijn, godsdienstvrijheid, discriminatie, staatsrecht, sociale en maatschappelijke uitsluiting.

Eén de problemen die we in voorgaande momenten tegenkwamen was vaak de diversiteit tussen al die organisaties die de belangen van hun achterban behartigden. Soms konden de gezamenlijke tegenstanders van een slachtverbod vanwege hun andere verschillen niet samen door één deur. Toch moeten we samen proberen die situatie van toen deze keer te voorkomen. Want onze godsdienstvrijheid is in het geding.

Nu al moeten de belangenorganisaties van onze beide gemeenschappen rond de tafel gaan zitten

Er kunnen grote verschillen bestaan. Maar nu geldt één gemeenschappelijk belang, voor iedereen die halal of koosjer eet. De grondwettelijke vrijheid van godsdienst moet ons opnieuw garanderen dat moslims en joden vrij zijn om de handeling van het slachten volgen hun riten onbelemmerd uit te voeren.

We staan voor een zegenrijke uitdaging die in gemeenschappelijkheid, insh’Allah, beézrat Hasheem, met succes zal worden bekroond.