Home Columns Niet vergeten: de lange adem van het moslimfundamentalisme

Niet vergeten: de lange adem van het moslimfundamentalisme

We waren het bijna vergeten: het moslimfundamentalisme is nog steeds een groot, wereldwijd gevaar. Even waren we ingedut. Corona, de oorlog in Oekraïne, opkomend rechtsextremisme, stijgende gasprijzen, inflatie en andere kwesties trokken onze aandacht. Maar de voornaamste dreiging voor het Westen van de afgelopen twintig jaar is nog steeds aanwezig: radicale moslims die bereid zijn om te doden omdat hun geloof of hun profeet zou zijn beledigd.

De aanslag op schrijver Salman Rushdie is een wake up call, die een pijnlijke werkelijkheid duidelijk maakt: als je ruim dertig jaar geleden iets gezegd hebt wat extremisten niet bevalt, dan loopt je leven nu nog in gevaar.

Moslimfundamentalisme heeft een lange adem. Dit zagen we in Afghanistan, waar de Taliban twintig jaar wachtten totdat de Amerikanen vertrokken, om daarna in korte tijd het land te heroveren. En in het Midden-Oosten, waar de minste of geringste instabiliteit kan leiden tot de terugkeer van IS of Al-Qaida.

We zien het ook bij sjiitische extremisten – in dit geval de pro-Iraanse ayatollah-aanhanger Hadi Matar (24), die wachtte tot de kans zich voordeed om een moordaanslag op Rushdie te plegen. Een daad die uitgebreid werd gevierd in Iraanse staatsmedia.

De extremisten hebben hun zin gekregen. Een aanslag op een man die in hun ogen de spot dreef met de islam, waarvoor hij de doodstraf verdiende. Rushdie overleefde de aanslag. Maar de boodschap is duidelijk: als je de islam hebt bespot of bekritiseerd en eenmaal in het vizier bent van de moslimfundamentalisten, dan kun je daar eigenlijk nooit meer aan ontsnappen. Vroeg of laat zal iemand je proberen te straffen voor je ‘goddeloze’ gedrag.

Geert Wilders weet hier alles van. Ook als hij stopt als Kamerlid moet hij beveiligd blijven worden omdat fundamentalisten hem dood willen. Islamcritici en dissidenten in islamitische landen wereldwijd voelen al decennialang de hete adem van fundamentalisten in hun nek. En deze dreiging zal niet verdwijnen. Ook al domineren nu andere onderwerpen de politieke agenda, de dreiging van het moslimfundamentalisme is er nog steeds.

Rechts én links veroordelen de aanslag op Rushdie. Een goede zaak, want in het verleden zijn aanslagen uit moslimfundamentalistische hoek wel eens gerelativeerd. Ook een goede zaak: de boeken van Rushdie gaan nu als zoete broodjes over de toonbank. Met name zijn roman De Duivelsverzen uit 1988, het boek dat Rushdie een jaar later een fatwa opleverde van ayatollah Khomeini. Moordaanslagen maken een schrijver populairder dan ooit. De pen blijkt machtiger dan het zwaard.

We moeten dus islamkritische stemmen blijven verdedigen, ook al zijn we het niet altijd met hen eens. Zeker als ze bedreigd worden. De fatwa van Khomeini was de ultieme vorm van cancel culture. Verzet tegen cancel culture, censuur of andere manieren om kritische stemmen tot zwijgen te brengen, blijft hard nodig. Het vrije woord staat onder druk, ook in het Westen.

Ook dissidenten uit de regio, die de islam bekritiseren of de fundamentalisten uitdagen, verdienen onze aandacht

Decennia na de Iraanse Revolutie van 1979 is het moslimfundamentalisme nog alomtegenwoordig in de islamitische wereld. Dissidenten uit de regio, die de islam bekritiseren of de fundamentalisten uitdagen, hebben net als Rushdie met continue dreiging te maken, maar krijgen geen beveiliging. Alleen Iran al staat erom bekend haar vijanden ook elders ter wereld te bedreiging of zelfs te doden. Juist deze mensen verdienen onze aandacht en steun.

Wij moeten nu laten zien dat vrijheid het laatste lacht.