De verwachtingen waren voorafgaand aan de bekendmaking van het regeerakkoord niet bepaald hoog gespannen. Bezien vanuit het perspectief van multicultureel Nederland viel er niet al te veel te verwachten. Een kabinet van VVD, CDA en ChristenUnie met D66 en zonder GroenLinks, dat leek immers weinig veelbelovend. Toch waren de eerste reacties na de presentatie van het regeerakkoord niet onverdeeld negatief. Ja, op sociaal-economisch vlak was er kritiek, maar niet zozeer op cultureel vlak. Wanneer we het over het beleid hebben waar met name multicultureel Nederland direct mee te maken zal krijgen zien we op veel punten vooral een voortzetting van het vorige kabinet (VVD-PvdA) met hier en daar andere accenten.
Een opvallend punt dat naar voren komt uit het regeerakkoord is het feit dat het kabinet gaat investeren in natievorming. In het akkoord valt te lezen dat de taal, de vlag, het volkslied, de herdenkingen en de Grondwet meer zijn dan symbolische relicten uit het verleden, namelijk tekenen van trots, vrijheden, rechten en plichten die horen bij Nederland en het Nederlanderschap. Het kabinet zet erop in om deze door te geven ‘aan elkaar en aan nieuwkomers’. Vooralsnog wordt niet duidelijk hoe dat zal geschieden, maar het leren van schoolkinderen over het Wilhelmus en het bezoeken van het Rijksmuseum en de Tweede Kamer door scholen is er in ieder geval onderdeel van.
Op het gebied van terrorismebestrijding en deradicalisering zien we vooral een voortzetting van het beleid van het voorgaande kabinet. Er wordt gekeken naar hoe haatpredikers en terugkeerders het best aangepakt kunnen worden. Het uitgangspunt van het nieuwe kabinet zal zijn om ervoor te zorgen dat middels nieuwe wetgeving terugkeerders zo lang mogelijk vastgezet kunnen worden, een maatregel die ook nadrukkelijk genomen wordt vanwege de potentiële veiligheidsdreiging die uitgaat van deze groep.
Een derde onderwerp waarvan er direct effecten uitgaan voor multicultureel Nederland is de aanpak van financiering uit het buitenland van politieke, maatschappelijke en religieuze organisaties. Het kabinet acht het onwenselijk dat beïnvloeding vanuit onvrije landen en organisaties plaatsvindt in de Nederlandse samenleving, via social media of door de financiering van organisaties, en wil dat gaan aanpakken door geldstromen transparanter te maken en, voor zover mogelijk, te beperken. Wat ook aangepakt gaat worden is haatzaaien. ‘Voor homohaat, antisemitisme, moslimhaat, eerwraak, genitale verminking, kinderhuwelijken, gedwongen huwelijken, haat zaaien en geweld tegen andersdenkenden en tegen minderheden’ is volgens het nieuwe kabinet geen plaats. Heel concreet wordt men in het regeerakkoord op dit punt overigens niet. Wat in dit verband wel een opvallend punt is, is het plan voor een verbod op anti-democratische partijen of groeperingen.
Een tot slot cruciaal punt uit het regeerakkoord dat direct betrekking heeft op multicultureel Nederland is de aanpak van discriminatie op de arbeidsmarkt. Het kabinet zegt ‘niet te willen berusten’ in het feit dat jongeren met een niet-westerse achtergrond het lastiger hebben om aan een baan of stage te komen. Naast een harde aanpak van discriminatie wil het kabinet een voorbeeldrol gaan spelen met een actief diversiteits- en anti-discriminatie-beleid. In de woorden van het kabinet: ‘Een democratische samenleving kan alleen functioneren als vrijheden van de ander worden bedreigd, als iedereen meedoet en discriminatie wordt bestreden.’
De hier besproken punten zullen overwegend positief uitpakken voor multicultureel Nederland. Van het aanpakken van discriminatie, het promoten van diversiteit, het aanpakken van haatzaaien en het langer proberen vast te zetten van terugkerende jihadisten zullen immers positieve effecten uitgaan. Wat betreft de aanpak van de financiering van buitenlandse organisaties is dit wellicht niet direct het geval, maar op langere termijn kan het wel weer een positieve impact hebben op de beeldvorming over minderheden. De voorstellen die betrekking hebben op natievorming kunnen voordelig zijn voor de onderlinge sociale cohesie in de samenleving en daarmee de polarisatie direct tegengaan.