De zomer komt eraan. Dat betekent dat veel mensen de komende maanden weer de Middellandse Zee oversteken om een veilig heenkomen in het beloofde land, in Europa te zoeken. De gevolgen zijn niet alleen veel verdrinkingsdoden, maar ook asielstromen die onze opvangcapaciteit onder grote druk zetten, of zelfs te boven gaan. Want de opvang van asielzoekers wordt in Europa niet eerlijk verdeeld, en komt vooral terecht bij een select aantal Noordwest Europese landen, waaronder Nederland.
We kennen allemaal de beelden van vorig jaar uit Ter Apel, waar asielzoekers buiten op de grond moesten slapen omdat er niet genoeg opvangplekken waren. Inmiddels zijn veel van deze asielzoekers in noodopvanglocaties terechtgekomen, maar ook daar is de maximumcapaciteit bereikt. De spreidingswet biedt weinig verlichting omdat over de gehele linie gemeenten te weinig sociale huurwoningen hebben om statushouders in te plaatsen. Met als gevolg dat er niet of nauwelijks doorstroom plaatsvindt, terwijl deze zomer veel nieuwe asielzoekers naar Nederland zullen komen.
Nu kun je zeggen: zet alles op alles om zo snel mogelijk meer capaciteit vrij te maken en mensen zo goed mogelijk op te vangen. Dan lossen we het probleem wel op. Maar eerlijk is eerlijk, een dergelijke manier van denken volgt vooral de waan van de dag. Als we breder kijken naar ons asielbeleid van de afgelopen decennia, dan zien we een aanpak die eigenlijk nagenoeg failliet is. Het is een beleid dat op grote schaal slachtoffers maakt, en waar zowel voor- als tegenstanders van de opvang van vluchtelingen in Europe eigenlijk niet mee kunnen leven. Laat staan de asielzoekers zelf.
‘Om te voorkomen dat mensen de gevaarlijke overtocht maken, moeten Europese landen zelf vluchtelingen uitnodigen’
De tijd lijkt ook aangebroken voor een nieuw asielbeleid. Een beleid dat wél werkt, zonder al die tragische verdrinkingsdoden, en zonder een asielopvang die uit zijn voegen barst. Maar wat precies dan? Hoe ziet zo’n beleid? In het recent verschenen boek De Asielloterij doet hoogleraar sociologie Ruud Koopmans een voorstel. Het Europese asielbeleid kent drie basisproblemen, betoogt hij.
Ten eerste maakt het Europese asielbeleid grote aantallen slachtoffers. Volgens Koopmans is de kans om te sterven tijdens de reis naar Europa groter dan de kans dat je sterft als gevolg van een oorlog in het land van herkomst. Ten tweede zijn degenen die er uiteindelijk in slagen Europa te bereiken veelal niet diegenen die de meeste aanspraak maken op een vluchtelingenstatus. Het zijn mensen die fysiek sterk genoeg zijn om de reis te maken en genoeg geld hebben om mensensmokkelaars te betalen. Het derde probleem ten slotte is de fluctuatie in de aantallen, waardoor er asielcrises ontstaan. De opvangcapaciteit in de landen van aankomst is soms te gering en op een ander moment weer te groot.
Koopmans stelt daarom een nieuw asielsysteem voor. Het verkrijgen van een asielstatus moet niet langer gebaseerd zijn op je vaardigheid om de reis naar Europa te maken. Sterker nog, asielzoekers die dat blijven proberen, kunnen wat hem betreft überhaupt niet langer aanspraak maken op asiel. Zij zullen uitgewezen worden naar derde landen. Om te voorkomen dat mensen de gevaarlijke tocht maken, moeten Europese landen zelf vluchtelingen uitnodigen. Er moeten quota komen, gebaseerd op humanitaire overwegingen en aangevuld met mogelijkheden voor legale arbeidsmigratie, om zo tegelijkertijd ook illegale arbeidsmigratie tegen te gaan.
Zal daarmee de huidige asielproblematiek worden opgelost? Deze ideeën verdienen een kans. Een dergelijk nieuw asielbeleid zal ongetwijfeld op veel verzet rekenen. Maar zij die zich verzetten tegen drastische hervorming van ons asielbeleid steken vooral hun kop in het zand. Want als we het systeem niet hervormen zal ons asielbeleid alleen maar meer slachtoffers maken. Ook worden de mensen die het meeste recht hebben op asiel niet geholpen. De voorstellen van Koopmans lijken een goed alternatief. Het huidige asielbeleid is failliet. Het is tijd voor een nieuw, drastisch anders, asielbeleid.