Home Interview Elma Drayer: ‘Ik ben volgens identiteitsdenkers fout omdat ik wit ben’

Elma Drayer: ‘Ik ben volgens identiteitsdenkers fout omdat ik wit ben’

Elma Drayer

De Kanttekening sprak met schrijver Elma Drayer over haar nieuwe boek Witte schuld, over racisme in Nederland, haar ideologische tegenstanders en de vrijheid van meningsuiting. ‘Tegenstanders lezen mijn boek toch niet. Zij vinden het vanuit hun ideologie niet nodig om tegengeluiden te lezen.’

Ze beschouwt zichzelf als centrumlinks en stemt al haar hele leven PvdA, ‘ook als het slecht gaat met die partij’. Maar ‘links-van-links’ beschouwt Volkskrant-columnist Elma Drayer als radicaal-rechts vanwege de kritische stukken die ze schrijft over onder meer antiracisme-activisten en de nieuwste feminismegolf. Ook met haar nieuwe boek Witte schuld, een kritisch essay over hedendaagse cultureel-linkse fenomenen als identiteitspolitiek en intersectionaliteit, jaagt ze menig BIJ1-lid en OneWorld-lezer op stang.

Waarom wilde u Witte schuld schrijven?

‘Het idee hiervoor ontstond in de slipstream van het debat over Zwarte Piet. Het ging steeds vaker over identiteit. Ik ontwaarde een patroon. Daar ben ik toen als columnist meer op gaan letten. Ik wilde weten waar dit denken vandaan kwam. Het antwoord daarop is niet zo moeilijk. Het komt van de overkant van de oceaan.

Een vriend van mij, die van ‘dubbel bloed’ is, kreeg in de Verenigde Staten een tijdelijke baan. Daarvoor moest hij kiezen of hij zichzelf als ‘zwart’ of ‘wit’ zou definiëren. Dat vond ik heel raar. Ik dacht toen bij mijzelf: ‘Jeetje, als dit soort denken hier in Nederland voet aan de grond krijgt, dan krijgen we heel iets griezeligs binnen.’’

Voor wie is dit boek bestemd?

‘In ieder geval niet voor de tegenpartij. Tegenstanders lezen mijn boek toch niet. Zij vinden het vanuit hun ideologie niet nodig om tegengeluiden te lezen. Ze veroordelen mij bij voorbaat om wie ik ben. Ik ben heel geprivilegieerd. Weliswaar ben ik een vrouw, maar ik ben wel wit en hoogopgeleid. Ik heb dus geen agency, geen recht van spreken.’

Duidelijk. Voor wie is het boek wél bestemd?

‘Je schrijft een boek omdat je het zelf graag wilt. Ik ben journalist. Ik wil de ontwikkelingen van deze tijd signaleren, in kaart brengen en goed doordenken. Het verwijt is altijd dat je geld zou willen verdienen met een boek. Als het mij daar om te doen was, had ik beter een ander vak kunnen kiezen. Maar je hebt in een boek meer ruimte dan in een column om een onderwerp goed te behandelen. Daarom is dit genre voor bepaalde onderwerpen geschikter.’

Wat waren uw verwachtingen? Dacht u dat het zou aanslaan?

‘Mijn verwachtingen waren extreem laag. Ik ben verrast dat het zo breed is opgepikt. Maar daarvoor heb ik het – nogmaals – niet gedaan. Ik stel de mening van enkele mensen in mijn nabije omgeving zeer op prijs. Als zij mijn boek niks vinden, dan trek ik mij dat aan. Voor het overige probeer ik mijn eigen koers te varen.’

 ‘Ze veroordelen mij bij voorbaat om wie ik ben’

In Witte schuld trekt u fel van leer tegen identity politics. Waarom ageert u hiertegen?

‘Identiteitspolitiek pint ons vast op onze gegeven kenmerken, biedt bitter weinig ruimte voor het individu. Mensen worden ingedeeld in groepjes en je identiteit wordt bepaald door je huidskleur, je geslacht en je seksuele oriëntatie. Ik ben volgens identiteitsdenkers fout omdat ik wit ben: witte schuld. Jij bent nog fouter, omdat je een witte man bent. Deze vorm van denken helpt geen zier. Dit zorgt ervoor dat ‘geprivilegieerde’ groepen de hakken in het zand zetten, omdat zij zich niet herkennen in de identiteit die ze opeens opgelegd krijgen.

Maar vergis je niet, ook ‘mensen van kleur’ worden door dit giftige denken in een mal geduwd. Want wie zich niet aan dit groepsdenken conformeert wordt als verrader, als bounty weggezet: iemand die zwart is van buiten, maar wit van binnen. Feminisme heeft dit trekje trouwens ook. Vrouwen moeten zich aan de feministische dogma’s conformeren. Als je dat niet doet, dan ben je fout. Vrouwen moeten bijvoorbeeld altijd solidair met elkaar zijn. Wat een onzin. Als ik het oneens ben met een andere vrouw, dan vind ik dat ik tegen haar in mag gaan.’

Het gaat u dus om individuele vrijheid?

‘Ja, precies. Je zou niet gedetermineerd moeten worden door gegeven kenmerken, maar door wat je met je leven doet. Niet door wat je bent, maar door wat je kunt of wilt zijn. Mijn moeder, die nooit heeft kunnen studeren, wist precies hoe haar leven zou verlopen. Ze zou trouwen en kinderen baren. Ik werd 31 jaar later geboren. Voor mij was het zo’n bevrijding dat mijn lotsbestemming niet vast lag. Ik werd als meisje geboren, maar dit bepaalde mijn leven niet – zoals dat het leven van mijn moeder wel bepaalde.’

Heeft u weleens te maken gekregen met seksisme?

‘Natuurlijk. Na de verschijning van dit boek is het al drie keer gebeurd dat een man mij omstandig begon uit te leggen wat identiteitspolitiek is. Een typisch geval van mansplaining dus. Ik moest daar erg om lachen. ‘No one can make you feel inferior without your consent’, zou Eleanor Roosevelt ooit hebben gezegd. Ik laat mij door anderen niet in een hoek zetten. Zij bepalen niet wie ik ben. Dat doe ik zelf. Je moet gewoon terugmeppen.’

Foto: Atlas Contact

Het gaat nu vooral over linkse identiteitspolitiek. Maar je hebt toch ook rechtse identiteitspolitiek? Wat vindt u eigenlijk van de rechtse obsessie met ‘ras’ en ‘mannelijkheid’? Zij doen toch precies hetzelfde?

‘Mensen die mijn boek niet hebben gelezen verwijten mij dat ik het niet over rechtse identiteitspolitiek heb. Ik schrijf er wel over, maar spaarzaam. Thierry Baudet en Geert Wilders deugen niet. Maar daarover zijn we het snel eens bij links. En daarom wijd ik er ook niet zoveel woorden aan. Veel interessanter vind ik linkse identiteitspolitiek. Hoe zorgen we ervoor dat we ons daardoor niet laten kapen?’

‘Je moet gewoon terugmeppen’

Nog even over rechtse identiteitspolitiek. In hoeverre is dit een gevolg van linkse identiteitspolitiek? Het bestaat toch al veel langer?

‘Inderdaad. We noemen het tegenwoordig identiteitspolitiek, maar groepsdenken bestaat zolang de mensheid bestaat. En ook de nazi’s deden aan identiteitspolitiek. Het is dus niet waar dat rechtse identiteitspolitiek een recent fenomeen is. Wel versterken beide radicale groepen – linkse en rechtse identiteitsdenkers – elkaar. Bij rechts zie je nu een griezelige ontwikkeling. ‘O, je vindt ons racisten? Dan zullen wij ons ook als racisten gedragen.’ In Den Haag (waar een vergadering van Kick Out Zwarte Piet door pro-Zwarte Piet-aanhangers werd bestormd, red.) hebben we gezien waartoe dit leidt.’

En nog iets: is extreemrechts niet veel gevaarlijker nu? Anders Breivik en Brenton Tarrant plegen aanslagen, ik heb in de kranten nog niet gelezen over bomgordels in tuinbroek.

‘Dat klopt. Ik vind die vrouwenhaters heel eng. Maar mijn boek gaat over wat er in de hoofden van mensen omgaat, hoe we met elkaar omgaan. Ook radicaal-linkse identiteitspolitiek is niet zonder gevolgen. Kijk naar wat er met Labour onder Jeremy Corbyn is gebeurd. Die heeft zich volledig laten inpakken door de radicale BIJ1-types in de partij.’

Hebben deze ‘radicale BIJ1-types’ desondanks niet gewoon gelijk over het racismeprobleem in Nederland? Denk aan racisme in het voetbal, bij sollicitaties, lagere schooladviezen, enzovoort.

‘Natuurlijk bestaat racisme. Het zou heel merkwaardig zijn als ik dat zou ontkennen, of hier niet bewust van zou zijn. Dat zou hetzelfde zijn als dat jij zou zeggen dat seksisme niet bestaat. Daarin hebben de antiracisme-activisten zeker gelijk. En ik begrijp ook dat er eerst geschreeuw nodig is om aandacht te krijgen, pas daarna krijg je dialoog. Maar die stap moet uiteindelijk wel gemaakt worden. Wil je werkelijk effectief zijn, dan moet je meer mainstream worden.’

Maar dat ‘geschreeuw’ is toch heel effectief? Zwarte Piet verdwijnt toch? En het Amsterdam Museum heeft de term ‘Gouden Eeuw’ afgeschaft.

‘De strijd tegen Zwarte Piet is inderdaad heel effectief. Er is nu nog tegenstand, maar Zwarte Piet is over tien jaar verdwenen. Een voorbeeld: vrienden van mij organiseren elk jaar Sinterklaas voor hun kleinkinderen. Vroeger hadden ze oude prentenboeken, waarin ook Zwarte Piet stond, in de woonkamer liggen. Maar deze boeken hebben ze opgeborgen. Dat willen ze niet meer. Ook ons kleinzoontje wordt Zwarte Piet-vrij opgevoed.

Maar het is antiracismeactivisten om veel meer te doen dan alleen Zwarte Piet. Zij proberen het Amerikaanse identiteitspolitieke eisenpakket hier te introduceren. En dat lukt ook heel goed. Ze krijgen waanzinnig veel voor elkaar: uitgevers die na ophef boektitels en vertalingen veranderen, woorden die in de ban worden gedaan, universiteiten die besluiten om rechtse sprekers te deplatformen, enzovoort. De eisen van deze kleine minderheid worden telkens klakkeloos ingewilligd.’

En toch: BIJ1, de voortrekker in dit antiracismedebat, heeft slechts één zetel in de gemeenteraad van Amsterdam en het is nog maar zeer de vraag of deze partij straks in de Tweede Kamer komt. In de opiniepeilingen zien we hier in ieder geval niets van terug.

‘BIJ1 heeft het luisterend oor van de gevestigde partijen. GroenLinks, de grootste partij in de Amsterdamse gemeenteraad, is heel gevoelig voor wat BIJ1 allemaal zegt. Bovendien zit GroenLinks ook in het college. Allerlei moties die BIJ1 indient halen het daarom toch. Culturele organisaties die van diversiteit en inclusie geen beleidspunt hebben gemaakt krijgen dankzij BIJ1 en GroenLinks geen subsidie meer.’

Stelt u de antiracismebeweging niet te karikaturaal voor? Er zijn ook opiniemakers, journalisten en schrijvers ‘van kleur’ die juist voor de dialoog kiezen, denk hierbij aan Kanttekening-columnisten Kiza Magendane en Tayfun Balcik. Is de antiracismebeweging qua opvattingen niet veel diverser dan de opinies van OneWorld?

‘Kiza Magendane, voormalig GroenLinks-politicus Zihni Özdil, schrijver Abdelkader Benali en anderen geef ik in mijn boek alle credits die ze verdienen. Er is inderdaad ook een tegenbeweging zichtbaar. Er zijn mensen die aan identiteitspolitiek zouden kunnen doen, omdat ze van kleur zijn, maar het niet doen omdat ze niet in die mal gedrukt willen worden. Ik hoop dat het er meer worden. Maar ik weet niet wie er wint, de individualisten of de zeloten.’

 ‘BIJ1 heeft het luisterend oor van de gevestigde partijen’

U heeft een streng-christelijke achtergrond, maar u heeft zich daarvan losgemaakt. Vormen de intersectionele feministen en hedendaagse antiracisten volgens u eigenlijk niet ook een soort kerk? De ‘woke-kerk’, waar cabaretier Arjen Lubach dat grappige liedje over heeft gemaakt?  

‘Het is absoluut een soort kerk, met verstikkende regeltjes en dogma’s. Daarnaast kent deze kerk ook heiligen. Gloria Wekker wordt echt bewierrookt.

In mijn boek noem ik het niet, maar een heel goed voorbeeld van een verstikkend regeltje is hoe er tegenwoordig in deze kringen met haardracht wordt omgegaan. Als je als zwarte vrouw je haar niet natural laat, dan ben je dubieus. Natuurlijk begrijp ik waar dit vandaan komt. Vroeger mocht je in de Verenigde Staten geen afro hebben. Maar nu wordt de afro verheerlijkt. Een zwarte vrouw die steil haar wil in plaats van een afro wordt verketterd. Terwijl witte vrouwen wél alle vrijheid hebben om met hun haar te doen wat ze willen. De weerzin tegen hoe het vroeger ging heeft voor nieuwe dogma’s gezorgd. Dat vind ik griezelig.’

U noemt Wekker, schrijver van het boek Witte Onschuld en een belangrijke pleitbezorger van het intersectionele denken. Waarom vindt u het intersectionele denken zo gevaarlijk? Zelf bent u feminist, en onderdrukking van vrouwen is volgens het intersectionele denken één van de vormen van onderdrukking die kan kruisen met andere vormen van onderdrukking, zoals ras, klasse en seksuele oriëntatie. Daar zit toch wel iets in?

‘Natuurlijk is intersectionaliteit op zichzelf geen gekke gedachte. Als ik gehandicapt was of lesbisch, had ik nu minder privilege. Maar wat zegt dat verder over mij als mens, als individu? Dat hoeft mij toch niet te determineren?’

Met andere woorden: u bent tegen positieve discriminatie?

‘Ja, ik ben ook tegen opgelegde vrouwenquota. Daar schreef ik onlangs ook een column over. Diversiteit op een redactie, dat moet je gewoon doen. Er is geen enkele reden om een vrouw of iemand van kleur niet aan te nemen, maar je moet mensen niet aannemen omdát ze vrouw zijn, omdát ze van kleur zijn, enzovoort. Daarnaast moet je journalisten van kleur ook niet opzadelen met multiculturele onderwerpen, zogenaamd omdat zij daar beter in zouden zijn. Dan krijg je een hele benauwde vorm van journalistiek.’

‘Je hoeft iemand maar seksist, fascist of racist te noemen en hij mag niet meer spreken’

In uw boek heeft u felle kritiek op deplatforming. Maar is het niet legitiem om dubieuze figuren als Holocaust-revisionist David Irving of als Dyab Abou Jahjah – om even iemand op ‘links’ te noemen – geen podium te bieden?

‘Ik vind antisemieten, Holocaust-ontkenners en -revisionisten echt van een andere categorie. De Holocaust is geen mening maar een feit. En iemand als Abou Jahjah moet vooral kunnen zeggen wat hij wil, maar als fatsoenlijke krant of uitgeverij zou het je een eer moeten zijn om hem geen podium te geven.

Het deplatformen, wat intersectionalisten propageren, is volgens mij iets anders. Zij richten zich op meningen die kwetsend zouden kunnen zijn voor zogeheten gemarginaliseerde groepen. Dus hoef je iemand maar seksist, fascist of racist te noemen en hij mag niet meer spreken. Dat is wel een heel makkelijke manier om andersdenkenden de mond te snoeren. Dan belanden we in de wereld van socioloog Willem Schinkel, die jij eerder geïnterviewd hebt. Hij vindt iedereen rechts van BIJ1 een fascist. Dat vind ik heel eng.’

Hoe vrij voelt u zich om uw mening te uiten? U krijgt van ‘links-van-links’ op Twitter veel kritiek. Ze noemen u onder meer een ‘racistisch lasterend dom wijf’, ‘haatoma’, ‘haatheks’ en ‘opgegraven lijk’. Bent u ook weleens bedreigd? En hebben mensen weleens opgeroepen dat u ontslagen moet worden?

‘Wat mensen op Twitter tegen mij zeggen, daar trek ik mij niet zoveel van aan. Ik zit op Twitter, maar doe er niet zo veel mee. Dat lijkt mij wel zo verstandig. En nee, ik voel mij niet in mijn vrije meningsuiting bedreigd. Wel denk ik goed na over wat ik zeg en ook waar ik dat zeg. Heel veel mensen heb ik zien radicaliseren, naar links of naar rechts. Ik wil hiermee niet geassocieerd worden. Ik heb er laatst serieus over nagedacht of ik wel bij Thierry Baudet aan tafel wilde schuiven bij WNL, omdat ik niet graag in die hoek wil worden weggezet. Maar ik kreeg de garantie dat ik de ruimte had om stevige kritiek op Baudet te leveren. Dat is ook gebeurd.

Ook zal ik niet zo snel aanschuiven op een bijeenkomst met allemaal antiracisme-activisten. Zij roepen meteen dat je een racist bent. Ik zit daar niet op te wachten. Gelukkig zitten zij ook niet op mij te wachten.’

Elma Drayer naast Thierry Baudet bij het tv-programma WNL op Zondag (Foto: Youtube)

In uw boek beschrijft u dat de antiracismebeweging een antisemitismeprobleem heeft. Wat moet de beweging doen om dat antisemitisme tegen te gaan? Of is de beweging inherent antisemitisch?

‘Dat laatste gaat mij veel te ver. Maar ik zie wel griezelige tendensen waar we alert op moeten zijn. Kritiek op Israël schuurt vaak heel dicht tegen antisemitisme aan. Daarnaast erger ik mij wezenloos aan hoe de antiracismebeweging met de Holocaust omgaat. Antiracisten zijn heel erg tegen ‘culturele toe-eigening’, dat je als wit mens elementen uit een minderheidscultuur gebruikt. Maar antiracisten eigenen zich structureel de Holocaust toe. Zo zou de slavernij erger zijn dan de Holocaust, omdat de slavernij eeuwenlang heeft geduurd. Ik vind dit een heel kromme vergelijking. Het doel van de trans-Atlantische slavernij was om zwarte mensen uit te buiten voor economisch gewin, niet om ze uit te roeien, terwijl de nazi’s geprobeerd hebben om alle Joden te vermoorden.

‘Antiracisten eigenen zich structureel de Holocaust toe’

Ook de Kristallnacht-herdenking wordt door de antiracisten toegeëigend. Het gaat niet meer om de Joden die vervolgd werden, maar om racisme in het algemeen, of om de Joodse staat die de Palestijnen onderdrukt. Net zo misselijk is het clubje ‘Geen 4 mei voor mij’, dat vindt dat het afgelopen moet zijn met dat ‘gezeur’ over de Joden. En je hebt die hippe linkse dominee Rikko Voorberg, die op 4 mei verdronken vluchtelingen wilde herdenken. Zou je op 1 juli tijdens Keti Koti aandacht vragen voor de Europese slaven destijds in Noord-Afrika of voor moderne vormen van uitbuiting, dan zouden de organisatoren dat niet zo leuk vinden, denk ik. Maar ‘Geen 4 mei voor mij’ is volgens antiracismeactivisten natuurlijk wel prima.’