Home Interview Mai Elmar, ‘vrouwmens’ aan het roer van Cruise Port Rotterdam

Mai Elmar, ‘vrouwmens’ aan het roer van Cruise Port Rotterdam

Foto: Mai Elmar

Je ziet het niet iedere dag, een vrouw aan het roer van een scheepvaartbedrijf. Mai Elmar van Cruise Port Rotterdam is met hard werken en wat geluk beland waar ze nu zit. ‘Mijn ouders hebben mij heel internationaal en modern opgevoed, daar ben ik blij om.’

Mai Elmar is directeur van Cruise Port Rotterdam (CPR), een plek in de Rotterdamse haven waar internationale cruiseschepen aanleggen. Ze werkte als marketingdirecteur bij de gemeente Rotterdam terwijl ze ook al Cruise Port Rotterdam aan het opbouwen was. Hard nodig, want steeds meer cruiseschepen doen Rotterdam aan. In 2000 waren het er hooguit vijf, dit jaar worden er meer dan honderd verwacht. ‘Daar heb ik het best druk mee’, zegt Elmar.

Haar Noorse ouders woonden in San Francisco toen haar moeder zwanger werd, maar Elmar werd in België geboren. Toen ze elf was verhuisde het gezin naar Nederland. Haar ouders stuurden Elmar en haar zus niet naar een internationale school: ‘Ze vonden het belangrijk dat we de cultuur van het land zelf leerden kennen en die taal spraken. Bij ons thuis kwamen ook veel mensen uit allerlei landen over de vloer, maar dat was vooral zakelijk.’ Haar ouders werkten ook al in de scheepvaartbranche. Dit was internationaal, vandaar ook dat Elmar zich een wereldburger voelt. ‘Overal waar ik kom ben ik een beetje allochtoon, ook in Noorwegen.’

Met hard werken en wat geluk is Elmar beland waar ze nu zit. Ze deed de hotelschool, waarna ze communicatie en organisatie studeerde, gevolgd door allerlei cursussen. Spelenderwijs leert Elmar nog steeds veel, ook door de omgeving waar ze zit en van andere culturen. ‘Makkelijk is het niet altijd’, zegt ze. We zouden we meer moeite moeten doen om toenadering te zoeken, is haar overtuiging.

‘Iedereen heeft vooroordelen over de ander. Toen ik nog op een katholieke meisjesschool in België zat kwam er een adoptiekind uit Congo bij ons in de klas. Mijn moeder zei dat ik haar moest uitnodigen om te komen spelen, maar dat zag ik niet zitten. ‘Maar toch ga je haar uitnodigen’, zei mijn moeder resoluut, ’want wij hebben als mensen de plicht om voor elkaar te zorgen’. Het grappige was dat toen ik haar eenmaal uitgenodigd had ze daarna ook bij anderen uitgenodigd werd. Mijn moeder had dat goed gezien en dat was haar doel natuurlijk ook.’

Vrouw in mannenwereld

Elmar participeert actief in allerlei besturen en commissies. ‘Ik wil graag bijdragen en iets terugdoen voor de samenleving. Het is onbezoldigd werk, maar dat doe ik met liefde.’ De mens staat centraal voor Elmar. Helaas komt ze nog regelmatig (vrouwen)discriminatie tegen. ‘Het schijnt bijvoorbeeld nog niet normaal te zijn dat je als vrouw in de scheepvaart werkt’, vertelt ze. ‘Ook niet in het onroerend goed. Maar soms kun je, als je niet voor volwaardig wordt aangezien, hier toch je voordeel mee doen.’

Elmar legt uit: ‘We hadden met het bedrijf Hendricksen Groep, waar ik toen directeur van was, een groot pand overgenomen uit een failliete boedel. Tijdens een bouwvergadering zouden we bespreken hoe we het gingen aanpakken, maar de hoofdaannemer had gezegd dat hij wat later zou komen. Toen ik binnenkwam werd ik met een kopje koffie aan een zijtafeltje gezet. De heren gingen verder praten over wat ze allemaal niet wilden bespreken tijdens de vergadering. Dat was heel leerzaam voor mij. Ze vroegen mij of er nog iemand van Hendricksen zou komen, waarop ik antwoordde: ‘Nee, naar mijn weten niet.’ Toen kwam de hoofdaannemer eindelijk binnen. Hij vroeg waarom we nog niet begonnen waren. ‘Er is nog niemand’, zeiden ze tegen hem, en hij zei: ‘Mevrouw Elmar is er toch?’ Consternatie alom, dat was echt hilarisch.’

‘Overal waar ik kom ben ik een beetje allochtoon’

Op haar negenentwintigste nam Elmar haar eerste hotel over. ‘Daar maakte ik ook heel wat mee. Dan vroegen mensen om de directeur, waarop ik naar beneden kwam en ze gewoon dwars door mij heen keken. Dan vroeg ik: ‘U wilde de directeur spreken?’, zij beaamden dat en draaiden zich om! En ik maar kuchen als ze dan eenmaal ontdekten dat ik de directeur was. Ze waren vaak te verbouwereerd om nog aan hun vraag te denken.’

Vaak kreeg Elmar de vraag hoe ze dit allemaal ervoer, als vrouw. ‘Ja, fantastisch, maar wat is dat nou voor vraag? Ik ben immers geen man, dus wat moet je daar eigenlijk op antwoorden?’ Ooit zei een man tegen mij: ‘Je hebt wel haar op je tanden.’ Ik antwoordde hem gevat: ‘Wat is er dan zo anders, heeft u dan ook haar op uw tanden?’ Hij schoot in de lach en zei: ‘Wijffie, je hebt gelijk.’ Gelukkig is de sfeer veranderd ten goede, maar er zijn wel nog steeds vreemde verschillen tussen man en vrouw waar ik mij aan stoor, zoals de salariëring en de doorstroom.’

Die focus op gelijkheid is heel belangrijk voor Elmar. ‘Vroeger was ik tegen een verplicht vrouwenquotum, maar hier denk ik nu anders over. Er komen niet vanzelf allemaal vrouwen aan de top, een quotum is daarom noodzakelijk. Overigens zijn er meer vrouwmensen op deze wereld dan manmensen, dus we zijn in de meerderheid. Misschien wordt het tijd dat we hier naar gaan handelen. In 2005 werd ik gekozen tot ‘havenman van het jaar’. TV-presentatrice Hanneke Groenteman reageerde hier met humor op: ‘Een vrouw ‘promoveren’ tot man?’’

Inspirator

Door haar werk en haar lezingen inspireert Elmar andere vrouwen. Toen ze voor een lezing aan een computer zat te werken, zei een onbekende vrouw ‘Hai Mai’. ‘Ik kende haar niet. Ze vertelde dat ze naar mij had gekeken, daarop naar haar baas was gegaan en zei dat zij nu wel een keer toe was aan een cursus, een promotie en een salarisverhoging. Ze kreeg het allemaal. ‘If you can do it, I can do it’, zei ze tegen mij. Ontzettend leuk om te horen.’

Jonge vrouwen bellen Elmar vaak met het verzoek dat ze een mentorgesprek willen. Elmar geeft aan deze verzoeken altijd gehoor. ‘Dat hoort erbij. Het komt niet in mij op dat niet te doen. Met jonge mensen – vrouwen én mannen – wil ik graag de krachten bundelen, want daar wordt iedereen beter van.’

Ze komt ook met een voorbeeld uit haar eigen leven. ‘De eerste keer dat ik alleen naar Azië ging kreeg ik vooraf allemaal tips van mensen, wat ik allemaal niet moest doen. Ik werd hier onzeker van, helemaal toen bleek dat ik de enige vrouw in het vliegtuig was. Die mannen hebben het maar makkelijk, dacht ik. Maar toen bedacht ik mij dat sommige mannen misschien ook voor het eerst naar Azië vlogen en dan net zo gespannen waren als ik.’

‘Er komen niet vanzelf allemaal vrouwen aan de top, een quotum is noodzakelijk’

Elmar zet zich in voor de positie van vrouwen in het bedrijfsleven, maar wil de tegenstelling tussen man en vrouw ook niet groter maken dan dat zij is. ‘Ik heb het liever over verschillende types vrouwmensen en manmensen. Waar ik kan sla ik graag bruggen tussen leeftijdsgroepen.’

Ze werkt ook met jonge ondernemers, die ze coacht en begeleidt. ‘Dat is inspirerend. Ik hoop dat wij de balans weer kunnen vinden in organisaties, zodat mensen meer begrip voor elkaar krijgen. Er lijkt vaak alleen aandacht voor de circa 8 procent die het nergens mee eens is. Die andere 92 procent die het goed probeert te doen, daar zouden we meer naar moeten kijken. Daarnaast moet iedereen van boven de dertig zich realiseren dat we leven in de wereld van mensen die dertig-min zijn. Dertigplussers kennen die zogenaamd ‘andere’ wereld niet.’