Home Interview Mohamed Talhaoui (PvdA): ‘Utrecht is een mensenrechtenstad, maar niemand weet dat’

Mohamed Talhaoui (PvdA): ‘Utrecht is een mensenrechtenstad, maar niemand weet dat’

Beeld: Chris Aalberts

Diversiteit, inclusie en racisme staan steeds nadrukkelijker op de politieke agenda, net als de roep om een diversere volksvertegenwoordiging. In de aanloop naar de verkiezingen interviewt Chris Aalberts daarom biculturele kandidaten voor de gemeenteraden. Vandaag: Mohamed Talhaoui (39), de nummer drie van de PvdA in Utrecht. Hij maakt zich sinds 2016 sterk voor de Riffijnen. Dat jaar waren er opstanden in de Rif na de gewelddadige dood van visverkoper Mohsin Fikri. De decennialange achterstelling van de Riffijnen in Marokko kwam tot een uitbarsting.

‘Negen maanden lang ging men dagelijks vreedzaam de straat op. De Riffijnen hebben basiseisen, niets geks: een functionerende regio, werk, een ziekenhuis en normale wegen. Bij elk probleem wat je daar als burger hebt, ben je overgeleverd aan de goden. Er zijn cijfers over het aantal artsen in Marokko. Dan zie je een enorm verschil tussen de Rif en het Westen van Marokko, waar wel wordt geïnvesteerd. De verhouding is één staat tot driehonderd. Er is een oneindige ongelijkheid. Twee Belgische journalisten zijn onlangs na twee weken het land uitgevlucht. Niemand in de Rif wilde met ze praten, want er heerst een enorme angst.’

Wat kun je daar vanuit Nederland aan doen?

‘Wij volgen hier de ontwikkelingen. Dit is de regio waar onze ouders vandaan komen. Ze zijn van daaruit geëmigreerd, precies om deze reden. Ik ben hier geboren en getogen. Het gevoel van onrecht wordt overgedragen op de volgende generatie. Marokko is een staat die zijn eigen burgers verwaarloost en in de Rif actief benadeelt. Het is essentieel voor mensen in de Rif om geld van familieleden uit het buitenland te ontvangen. Ze betalen in de Rif belasting maar krijgen er bijna niets voor terug, behalve repressie. Er zijn daar meer soldaten dan artsen. Dat onrecht kaart ik aan.

‘Eind 2016 ben ik me actief hierbij gaan betrekken. Toen kwam ik erachter dat de situatie in de Rif in Nederland en de EU totaal onbekend is. Ik ben me actief gaan inzetten om te strijden tegen onrecht in het algemeen en in de Rif in het bijzonder. We waren met een grote groep activisten in Europa, maar kregen geen gehoor. We wilden de media geïnteresseerd krijgen, want dan raken politici ook geïnteresseerd. Heel veel Riffijnen zitten bij linkse partijen en proberen zo het verschil te maken. Ik ben zelf al vijftien jaar lid van de PvdA. De partij deed hier lange tijd niets mee, maar een paar jaar geleden is Kati Piri (destijds Europarlementariër, nu Tweede Kamerlid, red.) zich hard gaan maken voor de Rif.’

Wat merken ze in de Rif van het activisme hier?

‘De activisten die daar gevangen zitten hebben een stem gekregen via de mensen hier in Nederland. De Riffijnen volgen alles wat hier wordt gezegd. In de Rif wordt het nieuws van sociale media gehaald en niet van staatsmedia. Wat hier op politiek niveau is bereikt, is enorm. Voor het eerst in de geschiedenis staat de Rif in het programma van de PvdA. Dit is een van de gebieden die speciale aandacht moet krijgen. Nadat Kati Piri en Lilanne Ploumen de rechtszaak van Nasser Zefzafi (de leider van de Hirakbeweging in de Rif, red.) in Casablanca hebben bijgewoond zijn ook Sadet Karabulut (oud-Kamerlid SP, red.) en Lilian Marijnissen in de Rif geweest. We hebben een minister van Buitenlandse Zaken die zich als enige in Europa heeft uitgesproken.

‘Er is door deze opstand een emancipatie in Nederland op gang gekomen. Mensen zien dat politieke partijen opkomen voor hun belangen. De PvdA en Kati Piri hebben bij de Europese verkiezingen enorm gewonnen vanwege deze strijd. De Riffijnen stemden weer PvdA, niet voor de sociaaleconomische strijd, maar vanwege de solidariteit met de Rif. We hebben nog nooit zoveel mensen gezien die actief waren om Kati herkozen te krijgen. Het is daarna wel weer ingezakt. Mensen hebben natuurlijk high hopes, dan valt het tegen dat de Europese Commissie zich niet heeft uitgesproken. De EU heeft het laten liggen.’

Heeft dit ook iets met de politiek in Utrecht te maken?

‘We moeten overal mensenrechten centraal stellen, ook in Utrecht. We zijn een mensenrechtenstad, maar bijna niemand weet dat. De PvdA vindt het belangrijk dat mensen dezelfde kansen hebben. We zien dat dat op dit moment niet het geval is: op de woningmarkt, de arbeidsmarkt, eigenlijk overal.

‘Ik zie dat Marokkaanse Nederlanders zich steeds meer verbinden aan Utrecht en Nederland’

‘We strijden ook hier voor mensenrechten, want die gelden voor alle mensen, overal en altijd. Het is de basis van onze democratische rechtstaat en grondwet. Ik zie om mij heen dat Marokkaanse Nederlanders zich steeds meer verbinden aan Utrecht en Nederland. Dat zien we bijvoorbeeld met de komst van een islamitische begraafplaats in Utrecht, dat is echt een kentering in het denken. Het besef dat we hier geboren én begraven worden is gegroeid. Dat betekent ook dat ze lijnen met Marokko doorknippen die hen beïnvloeden op een manier die er sowieso niet hadden mogen zijn. Dat gaat over de lange arm van Rabat die integratie tegenwerkt. Dat heeft al tig keren in de Kanttekening gestaan. Je bent een Utrechter, we moeten staan voor mensenrechten en solidariteit, die je ook voor jezelf wilt. Of het nou daar is of hier.’

Wat is lokaal je grootste speerpunt?

‘Mijn belangrijkste zorg is dat kinderen in armoede leven en met honger naar school gaan. Wij willen dat schoolgebouwen beter worden gebruikt, dat er van acht tot acht activiteiten zijn: zang, gitaarles, debatles en algemene vorming. Dat vermindert de ongelijkheid. Onderwijs is meer dan het lesgeven door de leraar. We willen basisbanen in het onderwijs, zodat er meer hulp komt bij activiteiten en ondersteuning van docenten. Leraren komen vaak van elders. Parkeren kost henzelf of hun school soms wel tienduizend euro per jaar. Wij willen dat scholen daar vrijstellingen voor krijgen, zodat de school dat geld kan besteden aan dingen die we belangrijker vinden. Zo kan het onderwijs verbeteren voor de meest kwetsbare kinderen.

‘Voor mij is de rechtsstaat de kern. Ik werk al vijftien jaar in het onderwijs. Ik merk dat zaken als de rechtsstaat, de onafhankelijke rechtspraak, de parlementaire democratie en de vrije pers zowat onbekend zijn bij leerlingen. Het tekort aan democratisch en historisch besef is immens. Het gaat erom dat dit veel meer in het onderwijs naar voren komt. We beginnen met het uitbouwen van de alliantie van Mensenrechtenstad Utrecht: zo kunnen we zorgen voor meer buitenschoolse activiteiten. Er moet structureel aandacht voor komen op scholen, omdat leerlingen soms geen idee hebben in wat voor land ze leven. Soms zijn leerlingen in het buitenland geweest, maar hebben ze geen idee in wat voor land ze zijn geweest. Ze hebben het idee dat autocratische staten hetzelfde zijn als de Nederlandse rechtstaat.’

Gaat dit alleen over kinderen in achterstandswijken?

‘Nee, dit gaat niet over bepaalde wijken of over kleur. We hebben het over kinderen op alle scholen. Je kunt dit niet op één bepaalde plek aanwijzen. Ook op de elitaire scholen van Utrecht is het tekort aan democratisch en historisch besef enorm. Gelukkig is er bij veel burgers en sociale organisaties in Utrecht het groeiende besef, mede door de opkomst van de extreemrechtse partijen, dat we samen moeten werken aan een inclusief Utrecht. Dat is de belangrijkste opgave voor de komende tijd.’