‘Diversiteit is een verrijking, het dynamiseert en vitaliseert de samenleving.’
‘Jan Pronk is een icoon. Een partijgenoot op wie ik altijd heel trots ben geweest’, reageerde PvdA-voorzitter Hans Spekman teleurgesteld op het recente vertrek van ‘de hoeder van het nationale geweten’, die zijn lidmaatschap van de partij opzegde. Partijleider Diederik Samsom gaf aan ‘een groot bewonderaar’ van Pronk te zijn. Vice-premier Lodewijk Asscher sprak zich lovend uit over Pronks reputatie en betekenis voor de partij. Er klonken echter ook minder positieve geluiden. ‘Zo blij dat Pronk is opgestapt’, twitterde de voorzitter van de Jonge Socialisten, Toon Geenen. Hij voegde er de hashtags ‘opgeruimd’ en ‘netjes’ aan toe. ‘Je kunt waarschijnlijk niet eens in de schaduw staan van Jan Pronk’, reageerde iemand.
‘Wie bijna een halve eeuw lid is van de Partij van de Arbeid neemt niet luchthartig afscheid’, luidt de openingszin van Pronks afscheidsbrief. Hij voelt zich niet langer thuis in de partij, omdat ze de basiswaarden van de sociaal-democratie zou verloochenen. ‘De kern daarvan wordt gevormd door het beginsel van solidariteit. Dat beginsel is terzijde geschoven.’ Hij vindt dat het debat binnen de partij ‘een vraag-en-antwoord-ritueel’ is geworden. ‘De uitkomst staat tevoren vast: applaus!’, schrijft hij. ‘Tegenspraak wordt niet meer aangemoedigd, maar gefnuikt.’
Ontheemd en onthecht
Hoe voelt Pronk zich nu hij niet meer lid is van de PvdA? ‘Ik voel me ontheemd, want de PvdA was natuurlijk heel lang mijn partij. Tegelijkertijd heb ik er zo lang over nagedacht om de partij te verlaten dat ik onthecht ben. Ontheemd en onthecht. Dat is hoe ik me voel’, zegt Pronk in een interview met deze krant. ‘Daarnaast heb ik het gevoel dat een last van mijn schouders is gevallen, omdat een grote afstand was ontstaan tussen de kernwaarden van de sociaal-democratie en het beleid van de PvdA. Dat die beginselen, die ik deel, niet in praktijk worden gebracht door de partij, dat was een last. Die last is nu van me afgevallen.’
Overweegt Pronk om lid te worden van een andere partij? ‘Nee, dat zal ik niet doen. Ik ben en blijf sociaal-democraat en er is op dit moment geen partij in Nederland die echt sociaal-democratisch is’, zegt hij. ‘Ik heb veel waardering voor de SP, maar de partij is te nationaal, veel te weinig internationaal georiënteerd. De SP is zeer principieel met betrekking tot de binnenlandse sociaal-economische politiek, maar veel minder beginselvast wanneer het gaat om internationale solidariteit. Voor mij is dat een heel belangrijk punt. Ik heb veel waardering voor GroenLinks. Het is een buitengewoon sympathieke partij, vooral ook omdat ze veel waarde hecht aan het milieu en culturele vrijheden, maar het sociale element is voor GroenLinks toch secundair. De partij heeft interessante standpunten, maar is geen onderdeel van de sociaal-democratische beweging. Daarom zou ik niet lid worden van GroenLinks. Andere partijen komen überhaupt niet in aanmerking.’
Achterban
In zijn afscheidsbrief onderscheidt Pronk zeven ‘PvdA-fasen van verandering’ in de laatste 49 jaar: opschuiving naar links, democratisering, oppositie, heroriëntatie, paarse coalitievorming, verwarring en – in de laatste zeven jaar – aanpassing aan rechts. Hoe ziet de oud-minister de toekomst van de partij? ‘Wat ik wil, is dat de PvdA weer een partij wordt die geen onderscheid maakt tussen verschillende ‘categorieën’ mensen en zich niet louter richt op de mensen die het al een beetje redelijk hebben’, zegt hij. ‘De PvdA richt zich sterk op de mensen die behoren tot de middenklasse. De sociaal-democratische beweging was vroeger altijd een beweging ten gunste van de arbeiders in de onderklasse. Zo is het begonnen. Met de economische groei zijn deze mensen als het ware meegegroeid. Ze zijn de middenklasse en de lagere middenklasse geworden. Zij vormen nog steeds het electoraat ofwel de achterban, het referentiekader van de PvdA. Maar ondertussen is een nieuwe onderklasse ontstaan. Die heeft de PvdA uit het oog verloren. En daar gaat het mij dus vooral om. Wat ik wil is een verdieping van het zicht van de partij vóórbij de voor de hand liggende achterban.’
Meritocratie
Is dat een realistisch toekomstperspectief voor de partij? ‘Nee, het zal niet gebeuren’ benadrukt Pronk. ‘Binnen de PvdA is momenteel een meritocratie aan het bewind. Bestuurders die het goed hebben. Ze hebben een redelijk inkomen en zijn hoogopgeleid. Dat is overal hetzelfde binnen de verschillende afdelingen van de partij. Daardoor zijn de bestuurders het zicht op de anderen kwijtgeraakt. Ze vinden dat ze gelijk hebben, omdat ze alleen contact onderhouden met elkaar. Ze worden niet uitgedaagd door de vertegenwoordigers van de onderklasse, omdat die ver van hen afstaan. Ze zijn overtuigd geraakt van hun eigen gelijk. Er heerst een gevoel van ‘we hebben gelijk, want we zijn hoogopgeleid, we hebben deze positie, want we zijn goed’. Het is een vorm van zelfbevestiging.’ Dat zie je volgens Pronk ook bij de elite van de andere partijen, met name de VVD en het CDA. ‘Binnen het bestuur van een politieke partij of binnen de Tweede Kamer is er bijna niemand meer die niet hoogopgeleid is. Opleiding is nodig, het is prachtig, maar als er alleen maar hoogopgeleide mensen zijn, dan zijn degenen die het slachtoffer zijn van bepaalde ontwikkelingen in de samenleving, zoals werkloosheid, niet direct vertegenwoordigd. Zij staan politiek buitenspel, waardoor het systeem niet kan veranderen. Je spreekt over hen, je spreekt misschien tegen hen, maar omdat ze geen toegang hebben tot macht, tot hoge posities, kunnen ze niet reageren. Zo ontstaat vervreemding. Dat vindt structureel plaats binnen alle politieke partijen. Het lijkt democratisch, het is formeel democratisch, maar er is verschil in invloed, in toenemende mate. Het reële democratische karakter van het besluitvormingsproces wordt steeds zwakker.’ Hij verwacht niet dat dat snel zal veranderen. ‘Voor verandering zal verregaande democratisering moeten plaatsvinden. Hans Spekman bijvoorbeeld is zich daarvan bewust, maar meer mensen zullen zich er bewust van moeten worden.’
Wilders
Waarom heeft de PvdA zich aangepast aan rechts? Pronk is daar duidelijk over. ‘Angst’, zegt hij. ‘Ze zijn bang dat ze hun kiezers verliezen. Ook de PvdA ziet dat de opvattingen van Geert Wilders aanslaan. Dus om hem te bestrijden, gaan ze steeds meer een klein beetje zijn kant op. Steeds meer. Daarbij vergeten ze dat een hoop mensen zich niet kunnen vinden in de ideeën van Wilders.’ Dat doen meerdere partijen volgens de oud-minister. ‘Het is ingebakken in het politieke systeem. Ze worden niet extreem, maar schuiven met z’n allen Wilders’ kant op. Allemaal, die kant op.’ Bedrijft de PvdA principeloze populistische politiek? ‘De PvdA is niet principeloos, maar heeft haar principes verloren. Het erodeert. Is dat bewust verraad? Nee. Ze weten niet beter. Ze praten dan ook alleen met zichzelf. Ze zijn vervreemd van de samenleving.’
Bevruchting
Wat is Pronks visie op integratie? ‘Nieuwkomers moeten integreren in onze samenleving. Daar hebben ze zelf ook baat bij. Maar er moet ruimte zijn voor diversiteit, verschillende opvattingen, tradities, culturen en religies. Diversiteit is een verrijking, het dynamiseert en vitaliseert de samenleving. Kijk maar naar Amerika. Je moet er niet bang voor zijn, je moet er blij mee zijn. Integratie moet niet gericht zijn op assimilatie, maar op het behoud van diversiteit. Het is goed voor de samenleving dat allerlei verschillende opvattingen en ideeën naast elkaar bestaan en elkaar voortdurend bevruchten.’
Sommige mensen hangen extremistische ideologieën aan die op gespannen voet staan met universele morele waarden. Mogen zij ook deelnemen aan de bevruchting? ‘Iedereen moet zich aan de wet houden. Maar je moet als overheid niet te ver doorschieten’, antwoordt Pronk. ‘Integratie is een proces van geleidelijke gemeenschappelijke verandering waarbij je geen dingen moet opleggen, behalve dan dat mensen zich moeten houden aan de wetten en regels. In Nederland is het integratiebeleid volledig doorgeslagen.’ Hij geeft als voorbeeld het voorstel van oud-minister Rita Verdonk voor een verbod op het spreken van andere talen dan het Nederlands in het openbaar. ‘Ik was geschokt toen ik dat hoorde. Het is een vorm van assimilatie die ik verwerp.’ Het inburgeringsexamen noemt hij ‘totaal uit het lood geslagen’. Er zitten vragen in waarop ik het antwoord niet weet en ik ben al 73 jaar Nederlander.’
Pronk omschrijft zichzelf als een ‘multiculturalist’. ‘Het moet niet zo zijn dat we een bestaande perceptie van wat de Nederlandse cultuur is gaan verabsoluteren en verbureaucratiseren, zodat het een soort van dwangbuis gaat worden. Ik ben een multiculturalist, want de wereld is multicultureel. Er zijn talloze volken, tradities, culturen, levensbeschouwingen en religies. Je kan niet verwachten dat Nederland een soort monocultureel eilandje blijft in een multiculturele wereld.’