Home Interview Niet voor tere zieltjes: Chanel Lodiks Instagram-strijd tegen racisme

Niet voor tere zieltjes: Chanel Lodiks Instagram-strijd tegen racisme

Chanel Lodik (Beeld: Betephotography)

Na elk confronterend bericht over racisme verliest Chanel Lodik volgers op Instagram. Toch vervijfvoudigde haar volgersaantal het afgelopen half jaar naar 15.000. Ze onderwijst over racisme en diversiteit, ze is marketingspecialist en ondernemer. Als @marketingvrouw op Instagram deelt Lodik geladen gesprekken over discriminatie, haar belevenissen als moeder en haar uitdagingen als zwarte vrouw met autisme.

De Instagram-volgers van Lodik lezen mee met de gesprekken die ze voert over racisme. Niet zelden krijgt ze kritiek, die ze deelt met haar publiek. Het vreet aan Lodik, maar ze zet het gesprek met criticasters voort met een les. Bijvoorbeeld over de angry black woman: een stereotype van een irrationele zwarte vrouw, die als gevolg van dat label niet serieus genomen wordt.

Ook white fragility is een terugkerend thema: de defensieve houding van witte mensen als het gaat over racisme. Onlangs stelde Lodik nieuwe regels in om reacties in goede banen te leiden, want het blijft zoeken naar de manier om op Instagram het gesprek over racisme te voeren zonder daar zelf aan onderdoor te gaan.

‘Niet voor tere zieltjes’, staat bovenaan je Insta-bio. Waarom deze waarschuwing?

‘Als ik iets meemaak dat mij triggert, deel ik dat op Instagram. Het is mijn uitlaatklep, maar ik weet dat er mensen door geraakt worden. Ik begin mijn antiracisme-masterclasses ook met een waarschuwing: het wordt confronterend. Adem in, adem uit.

‘Een voorbeeld van een ervaring die ik deel gaat over een witte portier van een cocktailbar, die twee zwarte mensen weigerde omdat het zogenaamd vol was. Ik zat er al met mijn nicht, en het was leeg. Vervolgens vroeg ik aan een andere medewerker of ze nog reserveringen hadden staan en het antwoord luidde nee. Dan vraag ik me af of zo’n portier niet teveel ‘zwartjes’ wil op het terras. Ik kan niet goed bedenken wat er anders aan de hand is, want die portier staat gewoon tegen me te liegen. Door het online te delen is het van mijn hart, maar het ontlokt wel reacties.

‘Veel van mijn gedrag komt voort vanuit autisme. Ik ben alleen maar te overtuigen met logica, dus als iemand iets zegt vraag ik naar bewijs. Aan onderbuikgevoelens heb ik niets, ook niet van reageerders. Eerder ging ik met al mijn volgers het gesprek aan. Van de honderd reacties op een dag zijn er tien negatief. Die wilde ik allemaal laten zien waarom ik gelijk heb – ook iets autistisch. Dat kostte teveel energie. I choose my battles now.

Eén van die battles was een gesprek over je kapsel. Je deelde een foto van jezelf met een steile pruik waarop een volger zei dat het mooi stond. ´Sleek and chic´, zei ze. Waarom schoot dat bij jou in het verkeerde keelgat?

‘Dat steil haar chic zou zijn komt voort uit een denkbeeld dat krulhaar niet chic is. Voor mensen met een afro kan het onwennig zijn om met hun haar om te gaan omdat het generaties lang als lelijk, vies en slecht wordt bestempeld. Ik reageerde voorzichtig op deze opmerking: ‘Ik snap dat dit als compliment bedoeld is, maar ik heb van nature een afro, waardoor ‘sleek and chic’ niet als compliment voelt.’ Ze zei dat haar vriendinnen ook afro’s hebben en moeite hebben om hun haar ‘te temmen’. Dan wijs ik haar erop dat ze weer de mist in gaat met haar woordkeuze. Een afro is geen wild beest dat getemd moet worden. ‘Afro-haar temmen’ komt nog voort uit het denkbeeld dat zwarte mensen wilden zijn. Ik ben een taalpurist. Op basis van woordkeuzes zie ik hoe iemand denkt. Zij wilde het respectvol brengen, maar dat is niet gelukt omdat ze er nog geen andere woorden voor had.’

De gesprekken over zwarte haardrachten komen vaker terug in je stories onder de noemer ‘culturele toe-eigening’ of ‘cultural appropriation. Wat is dit en waarom ligt dit zo gevoelig?

‘Vroeger op de plantages werden zwarte vrouwen kaalgeschoren omdat hun haar zogenaamd vies was. Nog steeds kijken we neer op zwarte kapsels: dreadlocks zien we als smerig, totdat een wit persoon ze heeft. Dan is het helemaal leuk en hippie-achtig. Deze waardeoordelen hebben veel zwarte vrouwen geïnternaliseerd, waardoor ze niet met hun afro durven te lopen. Zwarte vrouwen worden nog steeds afgerekend op hun haar. Actrice Gabrielle Union kreeg als jurylid van America’s Got Talent kritiek van de productie dat haar kapsels too black zouden zijn. Maar als Kim Kardashian vlechtjes draagt is het een nieuwe trend en noemen we het de Kim Kardashian boxer braids.

‘Dreadlocks zien we als smerig, totdat een wit persoon ze heeft. Dan is het helemaal leuk en hippie-achtig’

‘Zelfs Beyoncé wordt beticht van cultural appropriation, omdat ze erg hangt naar Afrikaanse uitingen (bijvoorbeeld met haar recent verschenen musicalfilm Black Is King over de Afrikaanse geschiedenis aan de hand van oeroude tradities, red.). Brengt Beyoncé een ode aan haar ‘Afrikaanse roots’ terwijl ze eigenlijk African American is? Of is Afrika hot en is het pure exploitatie? Het roept allerlei vragen bij me op. Hebben we net zoveel respect voor Afrikaanse artiesten in traditionele klederdracht als wanneer Beyoncé het draagt? Oftewel, waarderen we de cultuur of waarderen we de mensen die wij leuk vinden voor het dragen van een traditioneel gewaad? Het zou niet zo moeten zijn dat zwarte tradities pas waardering krijgen als andere culturen ze uitdragen, terwijl zwarte mensen met een afro nog steeds minder snel aan werk komen.’

Je Instagram is jouw safe space voor ongefilterde gedachten en gesprekken met volgers over dit soort vragen. Dat gaat er soms pittig aan toe. Wat bereik je hiermee?

‘Als ik DM’s [direct messages, red.] deel van mijn volgers, dan leren anderen daar ook van. Ik kreeg op het verhaal van de portier bijvoorbeeld reacties dat ik fout zou zitten in plaats van de liegende portier. Voor mijn autistische brein is het delen van berichten een fijne manier om zaken te ontleden en terwijl ik dat doe bereik ik mensen die niet zo uitgesproken naar mij zijn, maar die wel dezelfde gedachten hebben.

‘Een ander voorbeeld is een sociale werkplaats met café in Amsterdam. Eerst vroeg een medewerker, die achteraf bij de sociale werkplaats bleek te horen, of ik Surinaams ben. Ik antwoordde dat ik Nederlands ben, waarop hij doorging: ‘Maar je ouders dan?’ Ik zei: ‘Ik ben zo Nederlands als het maar kan.’ Overigens voer ik deze gesprekken ook met mensen met een hoog iq, totdat ik antwoord dat mijn voorouders uit Afrika zijn ontvoerd, gemarteld en verkracht zijn en toen op een boot naar Suriname zijn vervoerd door slavenhouders. Vervolgens bij de kassa vroeg een medewerkster of zij aan het afro-haar van het zoontje van mijn vriendin mocht zitten, afrograbbing. Na mijn Instagram-bericht hierover reageerde het bedrijf met oprechte excuses. Het bedrijf gaat aan het personeel uitleggen wat gewenst gedrag is en kijkt hoe ze dit op het juiste niveau kunnen meegeven aan de medewerkers van de sociale werkplaats. Als het om bedrijven gaat, hoort racisme gewoon bij het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

‘Volgers kunnen mij vragen stellen over racisme, maar wel nadat ze een tikkie naar keuze hebben gedaan. Kennis is niet gratis’

‘Ik heb van mijn Instagram mijn businessmodel gemaakt. Enerzijds levert mijn account bekendheid op voor mijn masterclasses. Anderzijds kunnen volgers mij vragen stellen over racisme, maar wel nadat ze een tikkie naar keuze hebben gedaan. Kennis is niet gratis.’

Er zijn periodes dat je nauwelijks over racisme praat. Dan gaat het bijvoorbeeld over je zoontje of over je planten. Zijn dat bewuste pauzes?

‘Ik deel ook kennis over seksisme en klassisme, niet alleen over racisme. Praten over racisme is zwaar en emotioneel, bovendien val ik in herhaling. Mensen volgen me vanuit de intentie om te leren, maar tegelijkertijd vinden ze dat zij mogen bepalen wat wel en niet racistisch is.

‘Elke keer als ik mijn gesprekken over racisme deel, verlies ik volgers. Dan krijg ik berichtjes dat ik onnodig gemeen ben, ‘die ander bedoelt het toch goed’? Veel mensen kiezen de kant van de witte vrouw. Ik heb lang mijn toon aangepast, tone policing. Toen dacht ik: wacht even. Dit is mijn uitlaatklep, mijn platform, dan ga ik toch geen rekening houden met de gevoelens van mensen? Dan moet je me inderdaad gewoon niet volgen.’

In de week na het interview deelt Lodik op haar Instagram en LinkedIn een mailwisseling met een hoofdredacteur van een krant. Hij vraagt aan Lodik of ze allochtone journalisten in haar netwerk heeft. Als Lodik reageert dat ‘allochtoon’ niet meer wordt gebruikt door de overheid en hem van een alternatief voorziet, voegt ze daaraan toe dat hij zou kunnen beginnen met een training diversiteit & inclusie. De hoofdredacteur reageert met een mail waarin hij wederom voor het woord ‘allochtoon’ kiest.

Lodik wijst hem weer op zijn woordkeuze en adviseert nogmaals om te starten met een training zodat hij een veilige omgeving creëert voor een diverser personeelsbestand. Ze zegt niet meer voor hem te willen betekenen. De hoofdredacteur excuseert zich voor zijn gebrek aan ‘politiek correct’ taalgebruik en benadrukt zijn goede intenties. Lodik krijgt naast steunbetuigingen ook verontwaardigde reacties: hij staat toch open om te leren?

Ze reageert met een online verklaring waarom ze niet vaker content over racisme deelt: ‘Het zijn deze slopende discussies en aanvallen op mijn persoonlijkheid die me afremmen.’ Een paar dagen later presenteert ze regels en grenzen voor haar account, zoals de trigger warning: eerst even vragen of ze zit te wachten op ongevraagd advies of op andere voorbeelden van racisme.

Is de wrijving op social media het waard om je boodschap te verkondigen?

‘Ik heb helemaal geen moeite met conflicten, maar Instagram sloopt wel energie. Toch valt het nog mee wat ik over me heen krijg als ik het vergelijk met Sylvana Simons. Ik heb absoluut niet de behoefte om de politiek in te gaan, als ik zie wat voor grove aanvallen en bedreigingen zij krijgt. Ik zit wel negen tot tien uur per dag op mijn telefoon, daar moet ik een andere modus operandi in vinden. Instagram is een parasiet, maar ook de plek om mijn hart te luchten.’