Home Interview Sinan Can: ‘Er zijn meer dan 900 miljoen wapens en 12 miljard...

Sinan Can: ‘Er zijn meer dan 900 miljoen wapens en 12 miljard kogels in omloop’

Sinan Can in de BNNVARA-serie De Wapenroute

Journalist Sinan Can, ‘Documaker des Vaderlands’, heeft het weer geflikt. Vanavond is de eerste aflevering van zijn serie De Wapenroute te zien op NPO2.

Sinan Can (1977) duikt – aan de hand van drie ‘ontwrichtende moorden in Nederland’ (Pim Fortuyn, Theo van Gogh en Peter R. de Vries) – in de wereld van de wapenhandel. De Kanttekening sprak hem over zijn nieuwe tv-serie De Wapenroute, maar ook over Nederland en Nijmegen en hoe Nederlanders met en zonder migratieachtergrond zich tot elkaar (moeten) verhouden. ‘Mijn basisschooldocenten gingen in de zomer naar Marokko en Turkije om ons beter te begrijpen’, zegt hij.

Ik val gelijk met de deur in huis. Wat maakt het nou uit waar wapens vandaan komen? De intentie van de moordenaar is toch belangrijker? Met een mes kun je ook mensen neersteken. Je gaat toch ook niet onderzoeken waar het mes vandaan komt?

‘Een mes is net iets anders dan een pistool. Want met een pistool als wapen, kun je veel meer en makkelijker mensen doodmaken. Met een mes is dat toch lastiger. Dit is gewoon basale kennis door al die schietincidenten in Amerika, waar tieners met automatische wapens scholen binnengaan en leerlingen bij bosjes doodschieten.’

Oké, Amerika lijkt een ander verhaal.

‘Nee, ik vond het ook voor hier relevant. We zijn namelijk eigenlijk altijd gefocust op de moordenaar, de intentie van de daders. Daar wordt dan, overigens terecht, grondig onderzoek naar gedaan en dan is het eigenlijk klaar. Maar het wapen dat is gebruikt, is ook fascinerend. Mijn interesse hiervoor ontstond toen ik een item zag over de moord op de Amerikaanse president Abraham Lincoln. Dat hebben ze toen minutieus weten te traceren, helemaal terug naar de fabriek zelfs, waar het moordwapen is gemaakt. Het is überhaupt interessant om te weten dat er wereldwijd meer dan 900 miljoen wapens en 12 miljard kogels in omloop zijn. Daarmee zou je volgens wetenschappers iedereen op aarde niet één keer, maar twee keer kunnen doodschieten, en dan ben je nog steeds niet uitgeschoten.’

En we blijven maar wapens produceren.

‘Inderdaad. Bovendien zijn wapens heel duurzaam. Als je ze goed onderhoudt, kun je er wel honderd jaar mensen mee afknallen. Kijk maar naar de drie moordwapens. Het wapen waarmee Fortuyn is doodgeschoten, een M43, is in Noord-Spanje gemaakt in de fabriek Star, die niet meer bestaat. Dat wapen is ergens in 1991/1992 geproduceerd en werd tien jaar later door Volkert van der G. gebruikt voor een politieke moord. Het Kroatische wapen dat Mohammed Bouyeri gebruikte, een HG95, werd halverwege de jaren ’90 gemaakt in de fabriek HS Product. Ook dat wapen heeft een reis van tien jaar gemaakt tot het fatale moment op de Linnaeusstraat. Het wapen waarmee Peter R. de Vries werd doodgeschoten, was een Turks gas-alarmpistool, een Zoraki 917, dat was omgebouwd tot een moordwapen. De moordenaars van Peter R. de Vries hadden ook een Heckler en Koch mitrailleur uit 1979 bij zich, een wapen dat in de Joegoslavische oorlog was gebruikt en een reis van meer dan 45 jaar had gemaakt. Dat wapen haperde omdat ze er de verkeerde munitie in hadden gestopt; anders was het misschien het moordwapen geworden.’

Scène uit De Wapenroute. Beeld: BNNVARA

Ja, maar wapens zijn er toch ook om ‘onze veiligheid’ te garanderen?

‘Dat is de klassieker natuurlijk die we vanuit de militaire economie en veiligheidsindustrie kennen. Al die wapens zouden de wereld veiliger hebben gemaakt. Hoewel ik wil niet tekort wil doen aan veiligheidszorgen en erken dat sommige oorlogen gerechtvaardigd zijn, kan ik met mijn verstand niet bij dat al die wapens de wereld een stukje veiliger hebben gemaakt. We hoeven niet heel ver terug te gaan in de geschiedenis. Kijk vanaf de Eerste Wereldoorlog: hebben de biljoeneninvesteringen in defensie de laatste honderd jaar de wereld veiliger gemaakt? Het wapenarsenaal is groter dan ooit. Krijg je door drones een veilig gevoel?’

Oké, punt gemaakt. Nu over je focus op de moorden op Pim Fortuyn, Theo van Gogh en Peter R. de Vries. Waarom juist deze drie personen?

‘Omdat deze moordacties maatschappij-ontwrichtend waren. Door heel Nederland ging als het ware een schokgolf toen deze moorden plaatsvonden. En sindsdien is de polarisatie alleen maar toegenomen. Op mij maakte de moord op Fortuyn als beginnende journalist ook een enorme indruk. Ik werkte toen als stagiair bij het tv-programma van Mehmet Ali Birand (godfather van de Turkse journalistiek, red.). Iemand op de Turkse redactie in Istanbul zei: ‘Ze hebben die kale van jullie doodgeschoten’.

‘En toen begon bij mij een vrees te ontstaan, waar veel mensen met een migratieachtergrond van onze generatie over mee kunnen praten: het zal toch niet een buitenlander zijn die dit heeft gedaan? En hoe gek het ook klinkt, ik voelde een enorme opluchting toen de politie met het bericht kwam dat het om een blanke man ging.’

Ja, heftige periode was dat. In de Volkskrant zeg je dat je gelukkig bent in Nijmegen. En daarna: ‘Elk kind met een migratieachtergrond wens ik zo’n plek toe. Er was geen discriminatie.’ Heb jij geluk gehad?

‘Ja, en het gekke is dat dit allemaal na de moord op Fortuyn is gaan schuiven. Nederland is veranderd. Natuurlijk zijn er mensen die zeggen dat het daarvoor ook een puinzooi was, maar als ik op mijn leven terugkijk – in mijn ervaring en ik heb niks verdrongen of zo – dan was er tot mijn vierentwintigste eigenlijk weinig aan de hand in Nederland. Daarna gaat het mis. Met die moorden, maar ook hoe we verder met elkaar omgaan. Mensen schelden elkaar tegenwoordig elke dag uit op sociale media. Ik moet ook eerlijk zeggen dat de wijk waarin ik ben opgegroeid echt heel bijzonder was en dat andere wijken, niet zo heel ver van waar ik woonde, het slechter hadden getroffen. Dus ik zeg niet dat er geen racisme in Nijmegen was, maar niet bij ons. Wij waren multicultureel in de breedste zin van het woord, met studenten, homo- en lesbische stellen, gastarbeiders, witte arbeiders, praktisch- en hoogopgeleiden, allemaal door elkaar en met een actief buurthuis.’

‘Ik voelde en voel me nog steeds thuis in Nijmegen’

Voor een Amsterdammer uit Nieuw-West of iemand uit Rotterdam-Zuid is dit moeilijk te geloven, denk ik.

‘Dat geloof ik meteen. Mijn basisschooldocenten uit die tijd waren heel geëngageerd. Weet je wat zij in de zomer deden? Ze gingen juist heel doelbewust naar Turkije en Marokko om ons beter te begrijpen. En dat wordt nu als cultuursensitieve flauwekul gezien. Maar ik vond het echt heel bijzonder dat mijn lerares uit groep 7 meer wist te vertellen over Turkije dan ik. Dat gaf me veel geborgenheid. Ik voelde en voel me nog steeds thuis in Nijmegen. Als ik nu naar foto’s van mijn basisschool kijk, dan zijn het ongeveer vijftig procent mensen met een migratieachtergrond en de rest Nederlanders zonder migratieachtergrond, vaak ook uit arbeidersgezinnen. Ze hebben echt allemaal een mooie carrière opgebouwd.’

Maar is er van dat walhalla aan sociale cohesie in Nijmegen nog wat over?

‘Ik zeg altijd dat Nijmegen het laatste bastion is. Geen Amsterdamse toestanden hier, maar dat moeten we ook behouden. Daarom vind ik, als je wilt dat Nederland op de lange termijn sterk blijft, je ervoor moet zorgen dat mensen zich thuis voelen, meedoen, zich geliefd voelen en echt onderdeel worden van dit land. Dan haal je het maximale uit iedereen.’

In Nederland lijkt daar met ‘eigen-volk-eerst’-roepers in de politiek geen ruimte voor.

‘Ik sprak laatst een meneer die op de PVV stemt. Ik zei: ‘Ik heb een maag-darm-leverarts, een ex-vluchteling uit Afghanistan. Een bevriende cardioloog is een Iraanse ex-vluchteling; hij is een van de beste cardiologen van Nederland. Als jij, god verhoede, in het ziekenhuis belandt, gaan deze mensen toch niet zeggen: ‘Jij bent een PVV’er, ik ga jou niet behandelen’?’ Hij had er weinig oren naar. Maar zolang we deze kant van migratie niet zien en alleen maar op de problemen focussen, ben je onderdeel van het probleem. Het is belangrijk om de juiste voorwaarden te scheppen, zodat iedereen het maximale uit zijn of haar leven kan halen en daardoor bijvoorbeeld niet belandt met een wapen in de hand. Dat geldt dus voor iedereen.’

‘Documentaires kunnen krachtige middelen zijn om sociale verandering te bewerkstelligen’

Met name bij rechtse partijen lijkt het geduld op.

‘Oh, wat hebben ze nou te klagen dan? Kom op zeg, we zijn een van de welvarendste landen van de wereld. Waar zijn we bang voor? Overigens moet ik zeggen dat ik dit soort kortzichtigheid niet alleen bij rechtse partijen heb gezien, ook aan de linkerkant van het politieke spectrum heb ik heel wat aanmatigende dingen over mensen met een migratieachtergrond gehoord. Die worden behandeld als kasplantjes die bescherming nodig hebben. Daar is niks gelijkwaardigs aan. Ik ben niet minder, omdat ik toevallig een migratieachtergrond heb. Aan het begin van mijn carrière zei een collega: ‘Zo Sinan, je bent van een dubbeltje een kwartje geworden.’ Toen dacht ik: ‘Wat bedoel je nou?’’

Was je geen dubbeltje dan?

‘Nee, zo heb ik mezelf nooit gezien. Onder de juiste omstandigheden, en daar moeten we inderdaad wel aan werken, kan ieder pareltje in elke wijk bereiken wat hij of zij wil. Mensen die anderen classificeren in dubbeltjes en kwartjes, daar ligt het probleem, denk ik.’

Laatste vraag: wat zou je toekomstige documakers met een migratieachtergrond willen meegeven?

‘Wat ik ze op het hart wil drukken, is dat bij mainstream media soms bepaalde verhalen en stijlen lijken te prefereren. Dan is het belangrijk om trouw blijven aan wie je bent en wat je wil vertellen. Jouw stem is waardevol en authentiek, en de kracht van je verhalen zit juist in die eigenheid. Je migratieachtergrond geeft je een unieke blik op de wereld. Gebruik dit perspectief als kracht en zet het in om verhalen te vertellen die anders onverteld blijven. Laat je niet afschrikken door weerstand, want door eerlijk en onbevreesd te zijn, kun je een diepere impact maken. Documentaires kunnen krachtige middelen zijn om sociale verandering te bewerkstelligen. Je kunt de dialoog openen, onrechtvaardigheden blootleggen en gemeenschappen een stem geven die vaak over het hoofd worden gezien. Blijf vooral geloven in jezelf en laat je nooit ontmoedigen.’