Home Interview ‘Staatsstructuur Nederland vertoont koloniale trekjes’

‘Staatsstructuur Nederland vertoont koloniale trekjes’

Foto: Rycond Santos do Nascimento
De structuur van het Koninkrijk der Nederlanden vertoont kenmerken van een koloniale staat, zegt Rycond Santos do Nascimento. ‘Nederland kan ingrijpen in de politiek op Aruba, maar andersom kan dat niet.’

Het Koninkrijk der Nederlanden* bestaat uit vier landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Rycond Santos do Nascimento onderzocht de politieke en staatsrechtelijke verhoudingen tussen de landen binnen het Koninkrijk. Zijn promotie is tot stand gekomen in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit van Aruba. Hij promoveerde op Koninkrijksdag, 15 december 2016, aan de Rijksuniversiteit. Op 16 februari 2017 promoveert hij aan de Universiteit van Aruba op basis van de Double Doctorate Agreement die tussen de twee universiteiten is gesloten. De Kanttekening sprak hem.

U noemt de verhouding tussen Nederland en de andere landen van het Koninkrijk koloniaal, ondemocratisch en zelfs autocratisch. Waaruit blijkt dat?
‘Een mooi praktijkvoorbeeld hiervan was de Arubaanse begrotingskwestie die plaatsvond in de zomer van 2014. De Nederlandse minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft toen ingegrepen. Nederland vond dit optreden van de minister geheel legitiem, omdat voorkomen moest worden dat er een landsbegroting zou worden vastgesteld die niet voldeed aan de eisen van deugdelijk bestuur. Aruba zag dit als een onrechtmatige inbreuk op zijn autonomie en op het eigen democratische proces. Plasterk heeft de Gouverneur van Aruba opgedragen de begroting niet te ondertekenen. Daarmee bemoeit hij zich met Arubaanse aangelegenheden, terwijl hij enkel en alleen door het Nederlandse volk is gekozen. Hij dient alleen het Nederlandse belang. Arubanen mogen niet stemmen op Nederlandse politieke partijen, maar die partijen beslissen wel over Aruba. De Nederlandse kiezer heeft dus invloed op wat er op Aruba gebeurt, terwijl andersom de Arubaanse kiezer geen invloed heeft op wat er in Nederland gebeurt. De Nederlandse minister is alleen verantwoording verschuldigd aan het Nederlandse volk. Hierdoor prevaleert nog steeds zoals onder het koloniaal regime, de politieke stem van het Nederlandse volk boven die van de Caribische volkeren.’

Pleit u voor een Koninkrijksregering die de belangen van alle vier de landen dient?
‘In het verleden hebben verschillende mensen zich hard gemaakt voor zo’n structuur. Formeel besluiten de landen in zelfstandigheid over hun interne aangelegenheden. In de praktijk echter is er geen onderscheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Nederland, waardoor Nederland een extra bevoegdheid over de andere landen heeft. Toch ben ik geen voorstander van een Koninkrijksregering, aangezien Nederland economisch veel krachtiger is dan Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Het is logisch dat Nederland een zwaardere stem heeft in het Koninkrijk. De bevolking van de overzeese gebieden is klein. Ik ben om die reden ook geen voorstander van het invoeren van kiesrecht; dat zal niet meer dan drie zetels opleveren in de Tweede Kamer waardoor medezeggenschap voor de Caribische landen een wassen neus wordt.’

Nederland zegt te willen voorkomen dat er in de drie landen wanbestuur en politieke chaos uitbreekt. Is dit voor u een geldig argument?
‘De vraag is of alleen het bestaan van wanbestuur voldoende grondslag geeft om het gezag van Nederland over andere volkeren te rechtvaardigen. Als het antwoord daarop ‘ja’ is, dan is het glashelder dat de verhouding koloniaal is. Het argument van de kolonialen was dat Nederland de andere volkeren moest opvoeden. Als Nederland dat argument van voogdij nog steeds gebruikt, dan is dat zeer kwalijk.’

Op welke manier kan Nederland recht doen aan de overzeese gebieden van het Koninkrijk?
‘Het is mijn stellige overtuiging dat het Arubaanse, Curaçao’se en Sint Maartense volk net zoveel aanspraak maken op het Koninkrijk als Nederland zelf. Indonesië en Suriname hebben ervoor gekozen om zich af te scheiden van Nederland, maar ik denk dat er een andere, betere oplossing mogelijk is. Ik pleit voor gelijkwaardigheid tussen de verschillende volkeren. Mijn aanbeveling is om het bestuurlijk toezicht van Nederland op de Caribische landen op te heffen en de Nederlandse regering te laten controleren door een onafhankelijk constitutioneel hof. Het paspoort van een Arubaanse Nederlander is staatsrechtelijk gezien zwakker dan het paspoort van een Europese Nederlander. Toch pleit ik niet voor een Europees-Nederlands burgerschap, omdat dit zou ontkennen dat er ook een Arubaans volk is. De koning heeft bij zijn inhuldiging trouw gezworen aan de volkeren van Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dat vereist dat de volkeren ook gelijkwaardig worden behandeld. Dat is nu niet het geval, aangezien de Caribische Koninkrijksdelen onderdak bieden aan aparte volkeren en niet slechts aan bevolkingen. Daarbij speelt de erkenning van het Papiaments als officiële taal ook een rol.’

Waarom heeft u de positie van de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba niet meegenomen in uw onderzoek?
‘De bevolkingen van die gebieden hebben er zelf voor gekozen om een nauwere band aan te gaan met Nederland. Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben zich daarentegen hard gemaakt voor meer zelfbeschikking en dat heeft geleid tot drie autonome landen binnen het Koninkrijk. De relatie tussen deze landen en Nederland is daardoor complexer en vraagt om meer duiding. Overigens hebben deze landen nooit gepleit voor volledige onafhankelijkheid. In 1986 kreeg Aruba als eerste de Status Aparte. Nederland erkende Aruba als autonoom land binnen het Koninkrijk op voorwaarde dat het land in 1996 volledig onafhankelijk zou worden. Aruba heeft in 1996 echter met succes onderhandeld om binnen het Koninkrijk te blijven.’

Heeft Nederland een blinde vlek wat betreft zijn koloniaal verleden?
‘Dat vind ik wel. Haagse politici noemen het ingrijpen op één van de Caribische eilanden een vorm van federaal bestuur. Je kan het beter koloniaal noemen; het is een feit dat Nederland autocratisch handelt. Als je dat probleem bij naam noemt, ben je naar mijn mening al een stuk dichter bij een oplossing.’

U promoveert zowel aan de Rijksuniversiteit van Groningen als aan de Universiteit van Aruba. heeft u culturele verschillen bemerkt in de benadering van dit onderwerp?
‘De Rijksuniversiteit Groningen heeft al jaren een intensieve samenwerking met de Universiteit van Aruba, toch denk ik dat het onderzoek andere resultaten had opgeleverd als het alleen door de Rijksuniversiteit Groningen was uitgevoerd. Het feit dat ik woon en werk op Aruba maakt dat ik met Arubaans perspectief kijk naar de relatie tussen de landen. Daardoor heb ik beter zicht op hoe de staatsstructuur ervaren wordt in de overzeese gebieden.’

Voelen Arubanen, Curaçaoënaars en Sint Maartenaren zich verbonden met Nederland?
‘Ja en nee. Als Nederland het goed doet op het WK-voetbal dan juichen de mensen hier ook. Daarnaast delen de eilandbewoners hetzelfde cultureel erfgoed, zoals onder ander het Sinterklaas-feest. Maar zodra het om politieke zaken gaat, voelen zij zich regelmatig tekort gedaan door Nederland. Je kan spreken van een haat-liefde verhouding.’

*Het Koninkrijk der Nederlanden
Het Koninkrijk der Nederlanden is een soevereine staat samengesteld uit vier landen: Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland. De burgers van de landen hebben de Nederlandse nationaliteit; de landen kennen één staatshoofd, één gezamenlijk buitenlands- en één defensiebeleid. De landen zijn in hoge mate autonoom als het gaat om interne aangelegenheden. Zo heeft ieder land een eigen regering, een eigen parlement en aldus ook eigen verkiezingen. De landen zijn in principe gelijkwaardig aan elkaar, maar hun staatkundige positie verschilt. Nederland treedt namelijk als enige van de vier landen naar binnen en naar buiten toe op in de hoedanigheid van het Koninkrijk der Nederlanden. Het zwaartepunt in de verhoudingen ligt zowel feitelijk als juridisch bij Nederland. De huidige situatie berust grotendeels op het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden uit 1954, dat het zelfbeschikkingsrecht van alle landen in de wet verankert. Voor dit statuut waren Aruba, Curaçao en Sint Maarten koloniën van Nederland.