Home Interview ‘Wat ons helpt? Als een minister op tv zegt: Nederland steunt de...

‘Wat ons helpt? Als een minister op tv zegt: Nederland steunt de Oeigoeren’

Beeld: Ahmedjan Kasim

Ahmedjan Kasim groeide op als Oeigoer in China en maakte als kind en vooral als tiener de zware communistische repressie mee. In 2011, toen hij vijftien jaar was, vluchtte hij zijn moeder achterna naar Nederland. In zijn boek De Oeigoerse droom: Mijn strijd tegen Chinese onderdrukking doet Kasim verslag van wat hem en zijn familie is overkomen. Hij koos ervoor om te vechten voor het erkennen van de rechten van de islamitische Oeigoeren, die slachtoffer zijn van wrede onderdrukking door de communistische overheid.

Wat was de directe aanleiding van je vlucht?

‘Mijn moeder was al naar Nederland gevlucht. Ik ben haar achterna gereisd. Zij was directeur bij een toeristisch bedrijf dat reizen naar voormalige Sovjetrepublieken en Turkije organiseerde. Ze merkte al langer dat de discriminatie en onderdrukking van de Oeigoeren toenam. In augustus 2009 was mijn moeder in Istanbul, een maand na een Oeigoerse demonstratie in de regionale hoofdstad Ürümqi die door de Chinese autoriteiten keihard was neergeslagen. Ze kreeg een telefoontje. ‘Het is het beste voor jou om uit China weg te blijven. Toen besloot ze om niet meer terug te gaan Ze kreeg uiteindelijk asiel in Nederland.’

Jij vertrok twee jaar later. Waarom pas zo laat?

‘Vluchten uit China was best moeilijk. Mijn paspoort was afgepakt door Chinese overheidsagenten, nadat mijn moeder was gevlucht. Agenten bezochten ook het huis van mijn oma, waar ik toen woonde, en intimideerden haar. Als jonge puber snapte ik nog niet alles. Ik wilde graag zo snel mogelijk naar mijn moeder toe, maar dat kon niet. Het duurde uiteindelijk zo’n twee jaar voordat ik weg kon uit China. In 2010 probeerde ik een visum aan te vragen bij de Nederlandse ambassade in Beijing, maar ik werd afgewezen omdat ik geen paspoort en geen reisdocumenten had. Met veel geluk heb ik ze een jaar later wel teruggekregen. Ik zie hierin de hand van God. En toen ik een visum kreeg reisde ik via Moskou naar Schiphol en zag ik na twee jaar mijn moeder eindelijk weer.’

Je vader is nog steeds in China. Hoe gaat het nu met hem? Wat weet je überhaupt over hem?

‘Sinds 2011 woon ik dus in Nederland. Tot 2017 hadden mijn vader en ik contact. Hij stuurde mij ook dingen. Schoenen, broeken, enzovoort. We hadden regelmatig contact en belden elkaar op verjaardagen, tijdens nieuwjaar, het Suikerfeest en het Offerfeest. Maar ik heb zijn stem sinds 2017 niet meer gehoord. Hij werd in een concentratiekamp opgesloten, kreeg ik via-via te horen.’

Hoe hoorde je dat?

‘Via een kennis. Die probeerde te ontdekken waar mijn vader precies opgesloten zat. Maar de Chinese autoriteiten kwamen hierachter en bedreigden mijn kennis. Die zou anders in een concentratiekamp belanden. Lange tijd had ik geen contact met mijn kennis, eind 2021 pas weer. We zitten op WeChat, het Chinese WhatsApp dat door de communistische autoriteiten wordt afgeluisterd. We wisten allebei dat we voorzichtig moesten zijn in wat we zeiden. Mijn kennis vertelde mij dat mijn vader nog steeds ‘in opleiding’ was, een eufemisme voor zijn verblijf in een concentratiekamp. Maar ik hoorde ook dat hij nog steeds leeft en gezond is. Dat geeft moed.’

‘Ik heb de stem van mijn vader sinds 2017 niet meer gehoord. Hij werd in een kamp opgesloten’

Is contact met andere familieleden en met vrienden die in China wonen nog mogelijk?

‘Ik heb geen contact met mijn familieleden. Ze hebben ons overal verwijderd op WeChat, want ze zijn bang voor repercussies. Dat begrijp ik. En ik wil hen ook niet in gevaar brengen. Met vrienden en anderen in China heb ik heel incidenteel contact. WeChat gebruik in nauwelijks nog. Veel vrienden hebben mij in 2017 verwijderd, in verband met hun veiligheid. Ik had honderden vrienden, nu zijn er nog zo’n zestig over. Vrienden die mij verwijderden op WeChat zeiden wel dat ze hoopten mij in de toekomst weer te zullen spreken.’

Wat kreeg jij mee van de situatie van de Oeigoeren in China, toen jij er nog woonde?

‘Toen was ik nog heel jong. Ik geloofde dat ik in perfecte wereld leefde. Ik woonde bij mijn familie, ik had vrienden, ik was gelukkig. Maar de situatie verslechterde. Op school kregen we veel Chinese lessen. In het Chinees. En we moesten Chinese karakters leren. Chinese leerlingen waren in het voordeel, want zij kenden veel karakters van thuis uit al. Wij Oeigoeren niet, wij stonden op achterstand. Ook kregen we te maken met discriminatie van leerlingen en ook leraren. Nadat ik een moeilijke wiskundesom als enige van de klas goed had gemaakt, zei de docent tegen de Chinese leerlingen: ‘Als een Oeigoer dit kan, waarom kunnen jullie dit dan niet?’

In Ürümqi kwamen steeds meer Chinezen. De wijken veranderden. Eerst waren er nog veel Oeigoerse winkeltjes. Maar zij maakten plaats voor Chinese winkels, en Chinezen domineerden het straatbeeld. In 2008 verhuisde ik van een buitenwijk naar het centrum van de stad. Ik ben drie jaar later weer in mijn oude wijk geweest, maar ik herkende niets meer. De straten waren Chinees geworden. Alles was veranderd.’

Je hebt niet in een concentratiekamp gezeten. Maar je bent wel een aantal dagen afgebeuld en vernederd door militairen, zo las ik in je boek.

‘Dat klopt. We hadden een militaire dienstplicht voor studenten. Dat duurde zes dagen. We moesten met onze Oeigoerse klas naar een berggebied, waar we werden onderworpen aan een streng militair regime. Andere studenten hadden ons verteld hoe vreselijk die dienstplicht was en daar was geen woord van gelogen. We moesten drie uur strak in de houding staan, in de brandende zon, voor de discipline, en rondjes rennen. We kregen slecht eten, dat niet te vreten was. De militairen die ons afblaften, waren Han-Chinezen uit andere delen van China. Een officier trapte een klasgenoot van mij keihard tegen zijn borstkas. Ik zag de haat in de blik van die man. Gelukkig ben ik niet geslagen of geschopt. Maar door al die nare oefeningen kan ik nu niet meer op mijn knieën zitten. Dat doet te veel pijn.’

Wat weet je van de situatie van de Oeigoeren nu?

‘Daar heb ik geen perfect zicht op. Wel hoor ik verhalen van Oeigoeren die zijn gevlucht. Ze vertellen dat China een surveillancestaat is. Dat Oeigoeren overal gevolgd worden. Dat ze moeten aangeven wat ze allemaal aan het doen zijn. De politie komt om de twee of vier weken langs bij iedereen. Je ziet ook dat de Oeigoerse samenleving in China verandert als gevolg van de repressie. Plotseling plaatsen Oeigoeren een Chinees vlaggetje op hun WeChat-profiel. Of kleden ze zich Chinees. Dat doen ze om zich te kunnen handhaven. Want Oeigoeren zijn trots op hun tradities, hun cultuur, hun geschiedenis. Maar ze worden gedwongen om Chinees te worden. Ze worden gedwongen om patriottische berichten te plaatsen, trouw aan China en het communisme te zweren.

‘Hoewel ik er niet een-op-een zicht op heb is het duidelijk dat het nu veel slechter gaat met de Oeigoeren in China dan toen ik nog in Ürümqi woonde. Toen kregen we het steeds moeilijker, maar nu is de situatie onbeschrijflijk.’

‘Mijn moeder moest stoppen met wat ze deed, anders zou haar lichaam in stukken in de zwarte kliko bij ons huis belanden’

Jij en je moeder komen op voor de mensenrechten van de Oeigoeren in China. Andere Oeigoerse activisten in Nederland vertellen regelmatig te worden geïntimideerd door de Chinese overheid. Hebben jij en je moeder daar ook last van? En hoe?

‘Helaas hebben wij hier zeker veel last van. We krijgen ontzettend veel bedreigingen van China. Vooral mijn moeder, toen ze belangrijke overheidsdocumenten lekte die ze van een Oeigoerse kennis had gekregen. Het waren officiële overheidsstukken, met handtekeningen van hoge officials eronder, die tot in detail beschreven hoe tienduizenden Oeigoeren uit één dorp waren opgepakt en grotendeels naar een kamp waren gestuurd. De namen van de Oeigoeren in kwestie waren daarbij volledig uitgeschreven, inclusief id-nummer, telefoonnummer, adres, leeftijd en allerlei andere persoonsgegevens. Ook stond er precies vermeld met wie die personen bevriend waren en wie de familie was. Deze documenten maakten duidelijk hoe sterk de Oeigoeren onderdrukt werden door de Chinese overheid.

‘Mijn moeder had, ook om te kijken wat de internationale respons zou zijn, een pagina gelekt op Twitter. Deskundigen wilden daarna met haar praten en het hele document zien. Maar de Chinese autoriteiten schrokken zich een ongeluk en probeerden mijn moeder onder druk te zetten, zodat publicatie van alle documenten zou worden voorkomen. Gelukkig is mijn moeder niet voor de bedreigingen gezwicht, zijn de documenten allemaal openbaar geworden en hebben ze veel internationale media-aandacht opgeleverd.

‘Via social media kregen we veel bedreigingen binnen. Mijn moeder moest stoppen met wat ze deed, anders zou haar lichaam in stukken in de zwarte kliko bij ons huis belanden. Er stond een zwarte kliko bij ons voor de deur, dus we wisten dat we door agenten in de gaten werden gehouden. Ik maakte en maak mij vooral zorgen over mijn jongere broer en zus, dat hen iets overkomt. We houden hen altijd goed in de gaten, ook als ze buiten spelen.’

Wat kan Nederland tegen deze ‘lange arm van Beijing’ doen?

‘Het is belangrijk dat onze aangiftes tegen bedreigingen iets serieuzer worden genomen. Onze veiligheid is belangrijk. Wij zijn Nederlanders met een Oeigoerse etniciteit. We moeten ons veilig voelen in Nederland. Misschien moet er een meldpunt komen. Dan kan de Nederlandse regering er iets mee doen. Daarnaast moet Nederland de Chinese ambassade hierop aanspreken. Ook moet Nederland aan Chinese diplomaten vertellen dat Oeigoeren in ons land veilig moeten zijn. En wat enorm zou helpen is als een minister op televisie zegt dat Nederland achter de Oeigoeren staat. Zulke morele steun hebben wij nodig.

‘Sinds 2017, al vijf jaar dus, hebben we geen contact meer met onze familie. Maar als je hier iets over zegt dan word je bedreigd door China. Dat jou wat wordt aangedaan, of je familie. Dit legt ook een enorm beslag op je mentale gezondheid. ‘

In hoeverre maakt de Chinese diaspora onderdeel van de lange arm van Beijing?

‘De Chinese diaspora volgt in het buitenland vaak de partijlijn. Een beetje een ‘Wat de Chinese communistische Partij zegt klopt’-mentaliteit. Door de censuur binnen en buiten China bemoeit de Chinese bevolking zich niet vaak met de politiek. Zo durven bijvoorbeeld Chinese studenten in Nederland – zo bleek uit een item van Nieuwsuur vorig jaar – zich ook niet te hard uit te spreken over de mensenrechtenschendingen in China. Ook over de Oeigoeren, Hongkong en Taiwan zwijgen ze. Omdat te veel Chinezen hier de partijlijn verdedigen en de situatie van Oeigoeren ontkennen, moeten we helaas concluderen dat het grootste deel van de Chinese diaspora in ons land niet aan de kant van Oeigoeren staat. Zo worden Oeigoeren fysiek en digitaal gevolgd in Nederland en weet de Chinese overheid hier vaak mensen te vinden die Oeigoeren bespioneren.’

‘De EU moet de genocide erkennen’

Wat kan Nederland nog meer betekenen voor de Oeigoeren, al dan niet in Europees verband?

‘Nederland kan in zijn eentje niet veel betekenen, helaas. Het moet in Europees verband gebeuren. De Europese Unie moet de genocide op de Oeigoeren erkennen, dat is nog niet gebeurd. Ook moet de EU er bij de Verenigde Naties op aandringen dat er een onafhankelijk onderzoek naar de genocide komt. Verder moeten EU-leiders – voorzitter van de Europese Commisie Ursula von der Leyen en Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad – zeggen dat ze achter de Oeigoeren staan. Dat helpt ons enorm. Daarnaast moet de EU in navolging van de Verenigde Staten een wet invoeren tegen Oeigoerse dwangarbeid. De Forced Labour Act in de VS verplicht bedrijven die in China actief zijn aan te tonen dat ze niet werken met Oeigoerse dwangarbeiders. Zo’n wet moet er ook in Europa komen. De EU moet de mensenrechtenschendingen in China blijven aankaarten. Het is hartverwarmend dat Europa zo solidair is met Oekraïne. Wij willen ook meer aandacht voor onze zaak. Wij Oeigoeren willen vrijheid. Wij willen zelfbeschikkingsrecht.’

Beeld: Bertram + De Leeuw Uitgevers

Je boek heet De Oeigoerse droom. Wat is jouw Oeigoerse droom?

‘Zelfbeschikkingsrecht voor de Oeigoeren. Dat we vrij kunnen leven in een eigen land. China pleegt genocide op de Oeigoeren en China heeft alle kansen laten liggen om het probleem tussen Han-Chinezen en Oeigoeren op te lossen. Maar het lijkt erop dat ze niet geïnteresseerd zijn in een oplossing. Daarom leg ik ook de nadruk op het zelfbeschikkingsrecht, waar de Verenigde Naties zich ook hard voor maken. Want de onderwerping van volkeren aan vreemde onderwerping, overheersing en uitbuiting vormt een ontkenning van de fundamentele mensenrechten, is in strijd met het Handvest van de Verenigde Naties en is een belemmering voor de bevordering van wereldvrede en samenwerking.’