Home Kunst & Cultuur Beraber: verhuizing van een Rotterdamse tiener naar Istanbul

Beraber: verhuizing van een Rotterdamse tiener naar Istanbul

Beraber

In Beraber verhuist een Turks-Nederlandse tiener met zijn vader van Rotterdam naar Istanbul. ‘Voor mij is het gewoon een Turkse film.’

De 14-jarige Zeki (Alihan Sahin) verhuist samen met zijn vader van Rotterdam naar Istanbul, die daar een goede baan heeft gekregen. De verandering van land en cultuur valt de tiener, geboren en getogen in Nederland, zwaar. De nieuwe woning die vader en zoon in Istanbul betrekken is van alle gemakken voorzien, maar ligt in een dure ommuurde wijk. Vóór de poort staat een beveiliger die erop toeziet dat kinderen de wijk niet zonder begeleider verlaten. Maar Zeki klimt stiekem elke dag over de muur.  Al rennend ontdekt hij Istanbul en raakt hij bevriend met een groep jongeren uit een arme buurt in de stad.

‘Het idee voor de film ontstond toen ik in 2013 in Turkije de documentaire Young Wrestlers aan het draaien was’, vertelt regisseur Mete Gümürhan. ‘We kwamen toen in een gated community terecht. Ik was daar zelf nooit eerder geweest. Het verschil tussen arm en rijk is groot in Turkije. We draaiden eerst in Anatolië in een verlaten suikerfabriek, waar nauwelijks water en elektriciteit was. Vervolgens werkten we in een ommuurde wijk met een zwembad. Die situatie heeft het idee voor Beraber (Turks voor ‘samen’) aangewakkerd.’

Gated communities bestaan al best lang in Turkije, maar de laatste jaren komen er steeds meer bij, vertelt Gümürhan. Het concept komt uit de Verenigde Staten. ‘Turkije wordt een mini-Amerika. In Israël en Zuid-Afrika zie je de wijken ook veel. Landen nemen het concept van elkaar over. Iedereen wil iedereen buiten houden.’

In films migreren mensen doorgaans van oost naar west, maar in Beraber gebeurt dat andersom. Waarom heb je die keuze gemaakt?

‘Eenmaal terug in Nederland las ik toevallig een artikel in de krant over eerste en tweede generatie Turken die naar Turkije verhuizen omdat ze daar een betere baan aangeboden krijgen. Die mooie kansen zouden ze hier moeten krijgen, maar dat gebeurt niet. Neem fotograaf Ahmet Polat. Hij is hoofdredacteur bij omroep HUMAN en werkt voor grote bladen als Bazaar en Vogue. Maar eigenlijk is zijn carrière in Turkije begonnen. Hij werd daar bekend. Pas daarna is hij hier groot geworden. Zo is het ook gegaan met de acteur Sinan Eroglu, die de rol van vader in Beraber vertolkt. Hij brak eerst door in Turkije. Zo zijn er meer BN’er met een biculturele achtergrond die eerst in het buitenland succesvol werden, en daarna pas in Nederland. Dit gegeven verbaasde mij. Het is eigenlijk bizar dat je kansen daar groter zijn. Beraber gaat niet per se om de verhuizing van west naar oost. Het had net zo goed van oost naar west kunnen zijn. De vraag is waarom iemand zijn eigen land moet verlaten, en in dit geval een kind moet meesleuren, om een betere kans te krijgen.’

‘We zijn altijd op zoek naar onze identiteit’

Beraber is de eerste Turks-Nederlandse film. Waarom heeft het zolang geduurd voordat die er kwam?

‘Ja, dat weet ik niet. Dat is meer een vraag aan de omroepen en fondsen. Het hangt er sowieso vanaf hoe je ernaar kijkt. Mijn vorige film was feitelijk ook een Turks-Nederlandse productie, maar dat was een documentaire en dit is fictie. Voor mij is Beraber gewoon een Turkse film. Zo’n 99 procent van de film is in Turkije opgenomen. Toch hoorde ik in Turkije opmerkingen als: ‘Hoezo doet hij mee in de competitie van een Turks filmfestival’. Daar zien ze mij als Nederlander, hier is dat andersom. Die strijd houdt nooit op. Als filmmaker gaat het mij om wat ik wil vertellen. Een film is een film. Als daar een label opgeplakt wordt, vind ik dat ook prima.’  

Over labels gesproken, de wereld van Zeki lijkt erg op die van een tiener in Nederland.

‘Beraber gaat om wat er gebeurt met zo’n jongen die geboren en getogen Nederlander is, al heeft hij een Turkse achtergrond. Het verhaal had zich net zo goed in een ander land kunnen afspelen. Eigenlijk passen we ons allemaal constant aan. Aan het begin van de film gaat dat Zeki niet zo makkelijk af. Wanneer hij zijn nieuwe vrienden ontmoet, moet hij zichzelf bewijzen, laten zien dat hij bij de groep hoort.’

Je groeide zelf op in Rotterdam in een familie van Turkse afkomst. Is het biculturele aspect in al je werk aanwezig?

‘Ja, ik ben in Rotterdam geboren en getogen. Ik ben een echte Rotterdammer, maar er is aldoor het label: ‘maar jij hebt een Turkse achtergrond’. Dat zie je ook terug in de berichtgeving over mijn werk. Als ik er zelf niet mee bezig ben, is er wel een ander die dat aanhaalt. Identiteit en keuzes maken over waar je bij hoort, zijn een constante in mijn werk. Ook weer in mijn volgende film. Die zal gaan over jongeren met een biculturele achtergrond. Ik cast en kijk of een acteur geschikt is voor de rol. Het maakt mij niet uit of hij Turks of Portugees is of welke nationaliteit dan ook heeft. Ik wil gewoon een verhaal vertellen. Volgens mij zijn we altijd op zoek naar onze identiteit, ongeacht onze achtergrond. Als kind, als tiener en als je dertig bent ook weer. Je identiteit verandert constant. En in mijn volgende film is dat nog duidelijker te zien.’

Je volgende film gaat dus weer over een maatschappelijk vraagstuk.

‘Jazeker, altijd. Ik vind dat maatschappelijke aspect heel belangrijk. Waarom is voor de derde generatie nieuwkomers de binding met hun grootouders zo sterk? Ik ben in een periode opgegroeid zonder mobiele telefoons en internet. Tegenwoordig wordt heel veel verwacht van de jeugd, de druk ligt nog hoger dan voorheen. Hoe komt het dat sommige biculturele jongeren meer binding voelen met het land van hun grootouders dan met het land waarin ze wonen? Dat fascineert mij, waar die band vandaan komt. Dat heeft, denk ik, toch te maken met gevoel ergens niet bij te horen, of nergens bij te horen.’