Home Kunst & Cultuur Spirituele poëzie van hart tot hart

Spirituele poëzie van hart tot hart

Foto: Amir Sulaiman
Hij schrijft op het snijpunt tussen spiritualiteit en creativiteit. Dichter Amir Sulaiman laat zich in zijn poëzie zowel inspireren door de islam als door de liefde voor een vrouw. Over de intimiteit van poëzie, die steeds van hart naar hart gaat en woorden laat proeven. En over het ego, dat in dat proces voortdurend roet in het eten probeert te gooien.

‘Hoe smaakt een sinaasappel?’ Met die eenvoudige vraag raakt de Amerikaanse dichter Amir Sulaiman (Rochester, 1980) de essentie van poëzie aan. Hij was vrijdag te gast op een literaire avond in het cultuurcentrum van Berchem, georganiseerd door het collectief Nuff Said. Twee dagen eerder stond hij enkele nieuwsgierigen te woord op een lezing over hoe zijn werk tot stand komt. De Kanttekening was erbij en sprak Sulaiman.

Zoet, zuur, fris, sappig… Het zijn woorden waarmee je de smaak van een sinaasappel kan trachten te vatten, maar geen enkel van deze woorden is volledig toereikend. ‘De smaak van een sinaasappel kan je niet overbrengen van mond naar oor. Je kan hem enkel doorgeven van hart tot hart’, zegt Sulaiman. ‘Elk zintuiglijke ervaring van een sinaasappel, erover horen of het lezen, het zien ervan en het proeven ervan is uniek en biedt er een andere vorm van kennis over. Maar het proeven is de meest intieme ervaring. Op diezelfde manier is poëzie de smaakzin van woorden. Via de poëzie kan je ervaringen die uit het diepst van je ziel komen middels woorden tot een ervaring voor een andere persoon maken.’

Volgens Sulaiman heeft poëzie toegang tot de achterdeur van het hart, waar ze meteen in binnen raakt. ‘Het is zoals een digitale foto die je neemt met je smartphone en dan via bits en bytes de ether instuurt. Zo stuur je in de poëzie via woorden je innerlijke naar de binnenspiegel van iemand anders.’ In dat opzicht is taal voor Sulaiman net een technologie. ‘Een drager waarmee menselijke gevoelens in de hoogst mogelijke resolutie kunnen worden overgebracht en gedeeld.’

Taal als begin
‘Als je enkel vanuit de tong spreekt, ga je ook enkel het oor bereiken’, klinkt Sulaiman filosofisch. Zijn manier van spreken doet sterk denken aan één van zijn grootste inspiratiebronnen: soefimysticus Jalal ad-Din Rumi. Deze Perzische poëet staat bekend om zijn vele gedichten die bol staan van de metaforen. Hij gaf een sterk verinnerlijkte en spirituele dimensie aan de islam. In vele van zijn gedichten staat de liefde centraal, in de meeste gevallen de liefde voor Allah.

Zowel de liefde als expliciete verwijzingen naar Koran-citaten zijn steeds weerkerende motieven in Sulaimans werk. ‘Poëzie is heel belangrijk in de hele moslimwereld, waar dan ook. Zeker in de spirituele praxis is poëzie essentieel Ook taal en schrift liggen aan de basis van het geloof. Het universum ontstaat bij de gratie van Gods woord. Licht ontstaat doordat God zegt ‘laat er licht zijn’. Ook de profeet Mohammed kreeg aan het begin van zijn tocht een tablet en pen mee. Dingen worden via woorden van niet-bestaan naar bestaan gebracht. Deze beker in mijn hand was ooit een gedachte, een idee dat iemand slechts via de omweg van woorden tot materie heeft kunnen brengen.’

Sulaiman: ‘Toch heeft de taalvorm van de poëzie een extra kracht die andere taalvormen niet hebben: het contact met het diepste van je innerlijke. Dat is waar kunst en spiritualiteit elkaar raken. Om echter het diepste van je ziel bloot te leggen – aan een geliefde of aan de wereld – moet je je erg kwetsbaar opstellen. Ik moet mijn woorden zo snel mogelijk opschrijven voor de twijfels komen.’ Hij vergelijkt het met twijfels bij een liefdesverklaring. ‘Houdt de andere wel zo veel van mij als ik van hem/haar? Ga ik mezelf niet enorm belachelijk maken als ik een blauwtje loop?’, zegt hij. ‘Wie het innerlijke probeert te laten spreken wordt gehinderd door het ego, dat het lijden en het gezichtsverlies altijd koste wat het kost zal proberen te vermijden. Vergelijk het met Sméagol, het personage uit The lord of the rings, die voortdurend met zijn duistere alter ego in een strijd verwikkeld is. Het ego probeert de doorgang van het innerlijke naar de buitenwereld te blokkeren. Het vergt een lange oefening en voortdurende strijd om dat ego onder controle te houden.’

Bodybuilderliefde
‘Als je in slaap valt, heb je dat pas door op het moment dat je wakker wordt’, zegt de poëet. ‘Zo is het ook met het ego, dat zich alleen laat kennen op het moment dat het al een tijdje beslag op je gevoelens had gelegd. Dat wakker worden gaat vaak gepaard met lijden. Mensen zijn zich vaak pas bewust van de uiterlijke schijn van de dingen op het moment dat ze werkloos raken, bij verlies van een familielid of van de gezondheid. Pas dan beginnen ze zich vragen te stellen.’

Volgens Sulaiman kan je op allerlei manieren de strijd tegen het ego trainen. Hij verwijst naar islamitische technieken zoals de ramadan of de bedevaart naar Mekka. Bij deze gebeurtenissen legt de gelovige zichzelf leed of ontbering op, om zijn eigen ego aan de kant te schuiven. Sulaiman vergelijkt het met een bodybuilder die pushups doet. ‘Om sterker te worden, drukt hij zich op tegen de zwaartekracht. Die zwaartekracht doet hem lijden en is zijn tegenstander. Maar als die zwaartekracht er niet was, dan zouden zijn oefeningen helemaal geen zin hebben. Op die manier kan je ook maar tot goede poëzie komen door voortdurend de strijd met het ego aan te gaan. Het ego is daarin zowel een opponent als een medestander. Maar niet alleen voor de poëzie geldt dat. Ook de liefde en het leven zelf zullen nooit volledig pijnloos zijn. Je kan maar liefhebben door de pijn van het gemis te voelen en bij het leven hoort ook de dood’, aldus Sulaiman. ‘Dus moet je leren leven en liefhebben als een bodybuilder”, grapt hij. ‘Druk wat aanvoelt als een bedreiging neer en word sterker van je lijden, zoals een bloem die groeit uit mest.’