In Hendrik-Ido-Ambacht doet een sporthal dienst als noodopvang voor vluchtelingen. Bewoners luiden de noodklok over de slechte hygiëne en het gebrek aan privacy.
De klachten komen van vier Turkse mannen, die hun verhaal onder pseudoniem vertellen. Hun identiteit is bij de redactie van de Kanttekening bekend. Ze zijn hoogopgeleid. Een van hen is ingenieur, de anderen zijn docent. De reden dat ze asiel aanvragen is dat ze tegen het regime van president Recep Tayyip Erdogan zijn.
In Turkije zouden ze gegarandeerd in de gevangenis belanden, vertellen ze. Ze horen bij de Gülenbeweging, die door de Turkse regering verantwoordelijk wordt gehouden voor de mislukte coup van 15 juli 2016. De beweging ondervindt genadeloze vervolging en dat maakt de vier mannen heel voorzichtig. Twee van de mannen, Omer en Arif, zijn twintigers en spreken prima Engels. Af en toe vertalen ze iets in het Turks voor de twee anderen, die in de veertig zijn.
Buiten slapen
Natuurlijk zijn ze blij dat hier worden opgevangen, ook al zijn de omstandigheden niet altijd ideaal. Ze verblijven tussen de negen en twaalf maanden in Nederland. Ze hebben een pasje met daarop gegevens, waaruit blijkt dat ze legaal in ons land zijn, maar ze wachten op een datum voor de tweede beoordeling door immigratiedienst IND. Na het tweede gesprek valt de beslissing.
Omer is redelijk zeker van zijn zaak, ook omdat volgens hem veel Turkse asielzoekers hier mogen blijven. Wat nog veel belangrijker is: hij kan bewijzen dat hij in Turkije echt gevaar loopt om in de gevangenis te belanden. ‘Ik ben geen economische vluchteling, maar echt om politieke redenen naar Nederland gevlucht. Ik heb een technisch beroep en ik kan in mijn eigen land een goed salaris verdienen. Dát is het probleem niet.’
De vier mannen verbleven in het asielzoekerscentrum in Ter Apel toen daar vorig jaar mensen buiten moesten slapen. Dat leidde in de samenleving tot veel verontwaardiging. ‘We sliepen in het gras zonder enige beschutting’, vertelt Omer. Na Ter Apel kwamen ze terecht in diverse asielzoekerscentra in de regio Utrecht, waarvan één locatie een crisisnoodopvang was. Sinds kort verblijven ze in een sporthal aan de Weteringsingel in het Zuid-Hollandse Hendrik-Ido-Ambacht. En daar zijn de omstandigheden heel slecht.
Plastic bordjes hergebruiken
‘We wisten niet wat we zagen toen we in die sporthal arriveerden,’ vertelt Arif. ‘De toiletten zijn vies, we douchen in onfrisse cabines en er is amper voldoende privacy om je aan en uit te kleden. We slapen op opklapbedden en niet in een eigen kamer. Iedereen kan je zien liggen. Er is geen keuken. Het avondeten wordt bezorgd en daarna wordt het verdeeld bij de toiletten. Iedereen heeft plastic bestek, plastic bordjes en bekertjes. Die moeten we goed bij ons houden, na elke maaltijd afwassen en eindeloos hergebruiken.’
Omer en Arif hebben geprobeerd om hierover een gesprek met de manager aan te gaan. Eerst kregen ze te horen dat het plastic een kwestie van financiën is. Later was het antwoord dat dit vanwege veiligheidsredenen is. Met een glas of een metalen mes kunnen mensen zichzelf of een ander verwonden.
‘Een beetje begrijpen doe ik dat wel,’ zegt Omer. ‘Toch klopt hun redenering niet. We wezen naar een stoel en zeiden dat je daarmee ook iemand behoorlijk pijn kunt doen. ‘Nee, dat was iets anders’, werd er gezegd. En als het ons niet beviel, dan konden we vertrekken. Maar we kunnen niet vertrekken. We hebben dat asiel echt nodig. Daarom houden we ons aan de regels.’
‘Er is geen keuken. Het avondeten wordt bezorgd en daarna bij de toiletten verdeeld’
En er is nog iets. Een van de mannen laat een foto zien die een andere asielzoeker hen heeft gestuurd vanuit een andere noodlocatie. Hij zit achter een keurig gedekte tafel, compleet met een tafelkleed, met een normaal bord en metalen bestek. Ook het eten ziet er goed uit. Het kan dus wel, benadrukken de heren. Ze hebben in andere azc’s zelf ook veel betere omstandigheden meegemaakt.
De vier vinden het veiligheidsargument maar onzin. Arif: ‘We zijn het absoluut niet van plan, maar wie het wil, kan met gemak een mes de sporthal in smokkelen. Je tas wordt niet gecontroleerd als je weg bent geweest.’ Dat laatste is alleen gebeurd toen hij net aankwam, vertelt Arif. Toen is zijn tas wel grondig doorzocht.
Arif en Omer storen zich ook aan de huns inziens nogal willekeurige huisregels. Als je vertrekt en langer dan een kwartier wegblijft, moet je aangeven waar je naartoe gaat. Daar valt misschien iets voor te zeggen, maar ze vinden het storend dat je tussen elf uur ’s avonds en zes uur ‘s ochtends de sporthal niet mag verlaten. Omer: ‘Dit voelt als een gevangenis. Precies waar we niet naartoe willen.’
Vervelende vragen van een bewaker
Het idee dat ze niet naar buiten mogen is op zich al genoeg om zich opgesloten te voelen. Maar de Turkse politieke vluchtelingen kampen met nog een ander probleem: de lange arm van Erdogan.
‘In Turkije bestaan twee meningen,’ legt Omer uit. ‘Je bent vóór Erdogan of je bent tegen hem. Ben je tegen Erdogan, dan wordt er automatisch gedacht dat je aan de kant van Fethullah Gülen staat en loop je het risico om in de cel te belanden. Van de Turkse mensen die in de USA, Canada of Engeland wonen, stemt ongeveer 10% op Erdogan. In Nederland stemde ruim 70% van de stembusgangers op Erdogan. We zijn best geschrokken van het aantal mensen dat in Nederland de straat op ging om de overwinning van Erdogan te vieren. Maar verbaasd hierover waren we niet. Sommige bewakers van het azc waarin wij eerder verbleven, waren van Turkse afkomst. We hebben ons een keer bedreigd gevoeld, omdat een Turkse bewaker heel erg op ons lette en allerlei persoonlijke vragen stelde. Maar nadat we een klacht indienden over hem, hebben we hem niet meer gezien. Gelukkig gedragen niet alle bewakers van Turkse afkomst zich zo.’
De lange arm van Erdogan maakt de mannen soms zenuwachtig. ‘Als ik hier mag blijven dan vertel ik op mijn werk aan niemand wat mijn politieke ideeën zijn,’ vertelt Arif. ‘Dat is veiliger.’
COA: ‘Niet onze verantwoordelijkheid’
Het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers, het COA, is op de hoogte van de situatie in de sporthal, maar meldt dat het daarvoor geen verantwoordelijkheid draagt. ‘De opvang in deze sporthal is een crisisnoodopvang en die valt rechtstreeks onder de veiligheidsregio. In dit geval is de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht het directe aanspreekpunt,’ legt een woordvoerster uit.
Ze weet dat er vorige week een groep asielzoekers naar Hendrik-Ido-Ambacht is overgeplaatst vanuit Utrecht, omdat daar de crisisnoodopvang werd gesloten. Ze heeft begrip voor de klachten over de locatie in Hendrik-Ido-Ambacht en erkent dat de overgang naar de sporthal vrij pittig is. Er wordt op dit moment gezocht naar nieuwe locaties, verzekert ze. ‘Op dit moment zijn er te weinig locaties, vooral in Zuid-Holland. Daarom spreken wij niet van een asielcrisis, maar van een opvangcrisis. Als COA willen wij dat er goede, duurzame plekken ontstaan die voldoen aan de eisen. Daarom gaan we samen met gemeente op zoek naar die plekken. Een regulier azc is zodanig ingericht, dat je er drie jaar of langer kunt verblijven. Bij crisisnoodopvang is dat anders.’
De gemeente Hendrik-Ido-Ambacht heeft ondanks meerdere verzoeken van de redactie nog niet gereageerd.