Home Samenleving Drie baantjes en toch niet rondkomen

Drie baantjes en toch niet rondkomen

Beeld: Anne-Rose Hermer

Het debat over bestaanszekerheid in debatcentrum Arminius in Rotterdam wordt druk bezocht. Bij aanvang zijn er veel minder zwevende kiezers dan aan het begin, hoewel één bezoeker na afloop spontaan roept dat zijn twijfel alleen maar is toegenomen.

Er zijn deze zondag 19 november vertegenwoordigers van zes politieke partijen aanwezig bij het door Movisie georganiseerde debat over bestaanszekerheid. De deelnemende partijen hebben duidelijk veel moeite gedaan om een afgevaardigde te sturen naar cultureel centrum Arminius in de Rotterdamse binnenstad. SP’er Jimmy Rijk komt hiervoor helemaal uit Groningen en Esmah Lahlah (GroenLinks-PvdA) is naar Rotterdam getogen vanuit Tilburg. Andere aanwezigen zijn Merlien Welzijn (Nieuw Sociaal Contract), Simon Ceulemans (JA21), Imane Elfilali (Volt) en Daan de Kort (VVD). De organisatie heeft er bewust voor gekozen om het bij zes partijen te houden, zodat alle sprekers naar behoren aan bod kunnen komen. Dat wordt door de aanwezige politici zeer op prijs gesteld.

Marjet van Houten, programmamaker bij Movisie, opent het debat met wijze woorden die later terug zullen keren in de discussies. ‘Bestaanszekerheid is meer dan alleen werk en menswaardigheid. Er komt veel meer om de hoek kijken: een dak boven je hoofd, veiligheid in en om het huis, een goed sociaal netwerk, goed onderwijs en goede zorg. Het gaat hierbij niet om een keuzemenu. Al die aspecten zijn van belang.’

Maar liefst 1 op de 18 mensen leeft in bestaansonzekerheid, vervolgt ze. ‘Van de mensen met een psychische aandoening heeft slechts 18 procent werk. Bovendien is de werkloosheid onder mensen met een migratieachtergrond twee keer zo hoog. De overheid moet zorgen, bijvoorbeeld door middel van dagbesteding en basisbanen, dat niemand buiten de boot valt op de arbeidsmarkt.’

Die laatste zin is ook de eerste stelling. Daar zijn alle zes de panelleden het mee eens. Wel verschillen ze van mening over de manier waarop je dit moet zien te bereiken.

Meedoen is belangrijk

Daan de Kort (VVD) noemt zichzelf de eerste politicus met blind vertrouwen, omdat hij vrijwel blind is en daardoor werd afgekeurd. ‘Help mensen hun talenten te ontwikkelen’, stelt hij. ‘Liever meedoen dan thuis zitten. Iemand die autistisch is, kan een prima IT’er zijn.’

‘Stuur kinderen met een beperking zoveel mogelijk naar een gewone school’

Jimmy Rijk (SP) merkt op dat er sinds 2010 is bezuinigd op sociale werkplaatsen. ‘Juist mensen met een arbeidsbeperking willen graag aan het werk.’

Esmah Lahlah (GroenLinks-PvdA) stelt vast dat de arbeidsmarkt niet inclusief is. Ook bij de krapte op de arbeidsmarkt zet ze vraagtekens, zeker toen ze in gesprek was met een vijftigjarige die tweehonderd sollicitatiebrieven had verstuurd. ‘De arbeidsmarkt functioneert niet goed, want honderdduizend mensen kunnen geen plek vinden.’

De Kort vindt daarom dat er vaker naar talenten van mensen gekeken moet worden. Het UWV kan daar meer mee doen. De nadruk moet volgens hem meer liggen op duurzame uitstroom in plaats van snelle uitstroom.

Imane Elfilali (Volt) wijst er op dat Nederland een verdrag van de VN heeft ondertekend aangaande mensen met een handicap. ‘Kijk naar wat mensen wél kunnen. Let op vaardigheden en kijk naar hoe je mensen kunt laten meedoen. Wij willen verandering. Er zijn verschillende manieren om werkgevers te verplichten tot een quotum van werknemers met een beperking. Je kunt ook werken met garantstellingen.’

Dat ziet Rijk niet zitten. De SP’er hoort dit al twaalf jaar. Hij gelooft niet meer in vrijblijvendheid.

De Kort vindt dat er te veel in hokjes wordt gedacht zodra je iets mankeert. ‘Een kind dat blind of slechtziend is, wordt naar speciale scholen gestuurd en daarna naar een beschermde werkomgeving. Dat is geen inclusie. Iedereen moet volwaardig kunnen meedoen. Stuur kinderen met een beperking zoveel mogelijk naar een gewone school en zorg voor begeleiding van de docenten. Behalve leerlingen die écht speciaal onderwijs nodig hebben.’ Later vindt de VVD’er Welzijn van NSC aan zijn kant. Haar dochter heeft het syndroom van Down en mocht naar een reguliere basisschool.

Lahlah zou graag zien dat de Participatiewet op de schop ging. Die werkt volgens haar niet en biedt geen bestaanszekerheid, zolang er mensen zijn die twee à drie baantjes hebben en nog steeds niet kunnen rondkomen.

Volt-kandidaat Elfilali meent dat er geen inclusief onderwijs is. Dan is er volgens haar ook geen inclusieve samenleving. De Kort vindt dat het lesmateriaal toegankelijker moet worden voor kinderen met een beperking.

Ervaringsdeskundigheid

Bij het maken van beleid over bestaanszekerheid moet de overheid ervaringsdeskundigen aannemen en raadplegen, is de volgende stelling. Merlien Welzijn is het daar helemaal mee eens. ‘Bestaanszekerheid is voorwerp van zorg van de overheid. Dat blijkt uit de grondwet. Check het bij de mensen zelf. Zorg dat er mensen op de lijst staan die er ervaring mee hebben of die de verhalen kennen van gewone burgers. Een speciale adviesraad met ervaringsdeskundigen kan werken, maar het moet wel een doel dienen. Wetsvoorstellen moeten rustig bekeken worden.’

‘Als politieke partij moet je zelf problemen in de samenleving signaleren’

Als vertegenwoordiger van de nieuwe partij Nieuw Sociaal Contract (NSC), de partij van Pieter Omtzigt, worden haar uitspraken door sommige aanwezigen extra in de gaten gehouden. De zaal is vrijwel vol, maar het debat kan ook online worden gevolgd.

Ceulemans (JA21) kan zich in de woorden van Welzijn vinden. Hij vindt dat mensen die bestaansonzekerheid ervaren bij het beleid moeten worden betrokken. Hij vindt daarnaast dat je als gemeente niet alleen online bereikbaar moet zijn, maar ook op andere manieren. SP-kandidaat Rijk ziet dat toch anders. Als politieke partij moet je zelf problemen in de samenleving signaleren, zoals bij de toeslagaffaire. Hij noemt een voorbeeld wat betreft de inzet van ervaringsdeskundigen. In Groningen kwam een alleenstaande moeder in financiële problemen toen haar thuiswonende zoon achttien jaar werd. Er ging een ervaringsdeskundige langs namens de gemeente Groningen. De moeder gaf aan dat haar zoon een scooter nodig had. Dan kon hij een baan zoeken. Die scooter kreeg ze, de zoon ging aan het werk en de moeder werkt inmiddels zelf bij de gemeente als ervaringsdeskundige.

Ook Volt omarmt dergelijke initiatieven. Ceulemans wijst er echter op dat werken niet altijd betekent dat je armoede voorbij is. De JA21-kandidaat vindt het principieel verkeerd dat het voor mensen in de bijstand niet altijd loont om te gaan werken.

Elfilali wil het systeem radicaal veranderen, zegt ze. ‘Het toeslagensysteem moet op de schop. Iedereen zou een basistoelage moeten krijgen, een opstap naar het basisinkomen. Deze oplossing biedt ruimte om te werken, te studeren, enzovoort. Onderschat niet hoeveel wantrouwen mensen hebben ten opzichte van de toeslagen. Met de basistoelage gaan we er op vooruit. Bovendien zijn onze plannen heel betaalbaar. Het maakt ook een einde aan de lokettenjungle. Waar moet je zijn met je vragen?’ Ook is ze van mening dat je problemen niet kunt oplossen zonder Europa.

Ook over de manier waarop je aan geld komt om bestaanszekerheid te vergroten verschillen de partijen van mening. De SP wil bijvoorbeeld mensen met een vermogen boven het miljoen extra belasten.

Sociale basis

Het buurthuis, de huisarts, wijkagenten, jongerenwerkers. De frontlinie is te veel verwaarloosd, zo luidt de stelling. Dat heeft volgens de panelleden gevolgen. ‘Er moet meer geld naar preventie. Je kunt sommige problemen voor zijn,’ vindt Merlien Welzijn.

JA21: ‘Toename van eenzame ouderen en geen loketten waar je heen kunt gaan, dat is niet goed.’ SP: ‘Mensen hebben steeds minder vertrouwen in de overheid. NSC: ‘De overheid moet meer doen om stress terug te dringen. Dat is een sluipmoordenaar.’ SP: ‘In rijkere wijken in Groningen gaat 90% naar de stembus, in minder goede wijken is de opkomst 10 tot 20%.’  GroenLinks-PvdA: ‘We moeten niet alleen in campagnetijd de wijk in, ook om duidelijk te krijgen welke stappen we moeten zetten.’ Volt benadrukt nogmaals dat hun plan voor de basistoelage echt het beste is. Uitsluitend dán hebben mensen een bedrag waar ze echt op kunnen rekenen.

Esmah Lahlah doet aan het einde van de debatavond een algemene oproep aan iedereen: ‘Ga stemmen. Iedere stem telt. Als je wilt dat er iets verandert in je situatie, dan is stemmen een recht én een plicht.’

Een mooie uitspraak, maar er is een kink in de kabel. Iemand uit de zaal vertelt dat hij in Rotterdam heeft geflyerd voor een politieke partij, waardoor hij met veel mensen in gesprek raakte. Tot zijn schrik zijn laagopgeleiden met bestaansonzekerheid juist de mensen die aangeven niet te stemmen. Dat zien ze niet meer zitten.

Een echte eindconclusie is er niet, behalve dan dat de aanwezige partijen bestaansonzekerheid allemaal zeer serieus nemen. Hetzelfde geldt voor sociaal isolement. Geen geld hebben voor eventuele reiskosten en een cadeautje betekent dat je niet naar een verjaardag kunt gaan. Of zelf je verjaardag vieren. Vooral de SP en GroenLinks-PvdA hebben daar oog voor, maar ook de andere partijen maken zich zorgen over mensen zonder sociale contacten. Sommige bezoekers zeggen na afloop dat ze verrast zijn door het sociale karakter van Volt. Om die reden komt Imane Elfilali eigenlijk als winnaar uit de bus, maar Daan de Kort heeft indruk gemaakt vanwege zijn doorzettingsvermogen. Alles bij elkaar is er druk nagepraat over wat als een geslaagd debat wordt genoemd.