Home Samenleving Duurzaamheid: vooral een privilege voor witte hoogopgeleiden?

Duurzaamheid: vooral een privilege voor witte hoogopgeleiden?

Beeld van de klimaatmars in Amsterdam, 10 maart 2019 (Beeld: YouTube)

Wie zich actief bezighoudt met duurzaamheid, die krijgt het verwijt steeds vaker om de oren: mensen met een migratieachtergrond worden te weinig betrokken bij de groene transitie.

Zo bereiken duurzaamheidssubsidies vooral hoogopgeleide witte mensen en komen mensen met een migratieachtergrond minder op evenementen over duurzaamheid af. Dat schreef Fawaka, een stichting die op inclusieve wijze jongeren wil betrekken bij het duurzaamheidsvraagstuk, al in 2017. In de drie jaar erna is het debat rond duurzaamheid dan wel verder gevorderd, maar het gaat nog steeds te weinig over diversiteit en inclusie.

Dat stelt Darko Lagunas, onderzoeker bij Fawaka, die de beeldvorming van duurzaam gedrag onder het vergrootglas hield. Hierin leek vooral een witte duurzame elite naar voren te komen. Maar zodra hij corrigeerde voor factoren als opleiding, leeftijd, religiositeit en gender, bleek dat er weinig verschillen overbleven tussen Nederlanders met en zonder migratieachtergrond.

‘Hoe maken we die duurzaamheid iets voor iedereen? Dat is een onderwerp waar nog veel mee geworsteld wordt’, herkent Lagunas. Want in duurzaamheidscommunicatie wordt toch eerder gefocust op die witte elite.

En die worsteling is merkbaar in gesprekken met HIER en Natuur & Milieu, twee organisaties die strijden voor een duurzame toekomst voor iedereen. ‘We moesten wel even denken – wat doen we eigenlijk precies aan diversiteit, vroegen we ons af’, vertelt Eva van der Weiden, directeur van HIER. ‘We zijn bezig met het klimaat te redden, en daarvoor willen we iedereen in beweging brengen. In zoverre is het inclusief, maar dat is misschien wat te gemakkelijk gezegd.’

Daarom stelde Van der Weiden deze vraag ook binnen haar organisatie. ‘Een moslima die stukjes voor ons schrijft, vertelde hoe wij ons eerder focussen op Sinterklaas en Kerst dan op het Suikerfeest. Ze had hier hele goede ideeën over en dat is niet de eerste keer. Zo bedacht zij ook eens om gebedshuizen in het zonnetje te zetten die klimaatneutraal willen worden.’

Dit soort ideeën zijn volgens Darko Lagunas dan ook erg belangrijk. ‘Als je als organisatie alleen maar spreekt over Nederlandse verhalen, dan ga je voorbij aan mensen die niet per se dezelfde historische culturele achtergrond hebben. Veel mensen met een migratieachtergrond hebben mogelijk een veel sterkere relatie met het Suikerfeest dan bijvoorbeeld Sinterklaas.’

Fawaka Nederland stelde daarnaast voor om duurzaamheidsorganisaties zelf ook inclusiever te maken. ‘Zo kun je ambassadeurs van kleur aanstellen, zij spreken mensen van kleur weer eerder aan.’ Lagunas noemt het gedeeltelijk symboolpolitiek, maar toch is het een stap in de goede richting. ‘Je krijgt hierdoor mensen van kleur in nieuwe posities die nieuwe ideeën kunnen inbrengen en belangrijke vragen kunnen stellen.’ Toch benadrukt hij dat het ook niet dé oplossing is. ‘Maar het is wel een weg naar een meer inclusieve samenleving.’

Directeur Marjolein Demmers van Natuur & Milieu vertelt hoe ze zich sinds deze zomer meer richten op een doelgroep van ‘lichtgroene Nederlanders’ in de communicatie: een brede groep mensen die minder met duurzaamheid bezig is, maar hier wel open voor staat. De organisatie spreekt hen anders aan op gedragsverandering. Er ligt minder de focus op de voordelen voor het milieu, maar meer op de voordelen voor de individu, bijvoorbeeld dat isoleren uiteindelijk ook geld bespaart.

En als mensen dit niet kunnen betalen? ‘Deze week hebben we een campagne opgezet om iedereen te helpen met isoleren. Daarmee kan bijvoorbeeld een adviseur ingeschakeld worden om te vragen wat je met je woning kan doen.’ Verder noemt Demmers een inkomensbeleid dat ervoor kan zorgen dat iedereen mee kan blijven doen, en een burgerraad die sneller een brug kan slaan tussen de ervaringen van mensen en het beleid. Zo wil Natuur & Milieu alle mensen betrekken bij het onderwerp duurzaamheid.

Toch zag Fawaka Nederland in het onderzoek van 2017 hoe duurzaamheidssubsidies vooral mensen bereiken met een hoog opleidingsniveau in rijkere buurten – daar waar minder mensen met migratieachtergrond wonen. Laadpalen voor elektrische auto’s worden alleen gebruikt door mensen die een elektrische auto kunnen betalen en nudging – het gedrag beïnvloeden door middel van prijsvoordelen – naar biologische producten werkt vooral bij mensen met een hoger opleidingsniveau.

Darko Lagunas merkte hoe de duurzaamheidstransitie vaak weinig mensen bereikte met een migratieachtergrond. ‘Er zijn wel al verbeteringen te zien, er is steeds meer aandacht voor diversiteit en inclusie. Maar van een rechtvaardige en inclusieve duurzaamheidstransitie is nog geen sprake’, stelt de onderzoeker.

Het monopolyspel

Lagunas vertelt hoe de term duurzaamheid in het leven geroepen werd door een boekhouder in 1713, toen er zorgen ontstonden over oprakende grondstoffen door overexploitatie. ‘Er was angst dat de westerse civilisatie niet door bleef bestaan zoals hij was. Duurzaamheid is dus van oorsprong een term die ontstond om een bepaalde industriële dominantie in het Westen te behouden.’ Volgens hem moet het eerder gaan om andere zaken: verbinding, representatie en dekolonisatie.

‘Allerlei – ook groene – technologieën die we nu bedenken zijn er mede op gericht om geld te verdienen. We spelen nog steeds volgens de spelregels van het monopolyspel, dat erop gericht is om spelers tegen elkaar uit te spelen. We blijven investeren in groei en beschermen de Westerse dominantie, maar met duurzaamheid gooien we het in een groen jasje.’

‘Als je ongelijkheid binnen de duurzaamheidssector wilt veranderen, dan moet je ook kijken naar racisme en discriminatie in de samenleving’

Om thema’s zoals rechtvaardigheid en inclusie te analyseren bepleit Lagunas het idee van intersectionaliteit, een model dat laat zien dat deze verschillende ongelijkheden met elkaar samenhangen en elkaar in het leven kunnen roepen. Dominante categorieën zijn mensen die wit, man, hetero en niet gehandicapt zijn en de taal goed spreken. Minder privilegieerde groepen zijn mensen die zwart, vrouw, LHBT+ of gehandicapt zijn.

Lagunas zou de tool graag hanteerbaar maken in de duurzaamheidssector. Met dit kompas wordt onder andere duidelijk hoe Nederland een sterke mate van institutioneel racisme heeft, zegt hij. ‘Mensen van kleur hebben minder goede uitgangsposities, bijvoorbeeld in het onderwijs. Als je ongelijkheid binnen de duurzaamheidssector wilt veranderen, dan moet je ook kijken naar racisme en discriminatie in de samenleving.’

Hij noemt het dan ook veel belangrijker dat dit monopolyspel verandert, dan dat duurzame organisaties alleen focussen op hoe zij mensen met een migratie-achtergrond of mensen van kleur kunnen betrekken. ‘Zolang de klasse ongelijkheid niet bestreden wordt, zal er niet veel veranderen.’

Representatie

Zowel HIER en Natuur & Milieu zien dat hun organisaties geen directe afspiegeling zijn van de maatschappij. De directeur van HIER geeft eerlijk toe dat ze het een lastig vraagstuk vindt. ‘Zodra je diverser bent, spreek je ook meer diverse mensen aan. Dus dat is niet zomaar te veranderen. Maar daarom kan het misschien verschil maken als we onze activiteiten diverser maken. Zo kunnen we meer mensen aanspreken’, aldus Van der Weiden.

‘Zodra je diverser bent, spreek je ook meer diverse mensen aan. Dus dat is niet zomaar te veranderen’

Volgens Demmers probeert Natuur & Milieu al te streven naar diversiteit binnen de organisatie. Maar ze noemt hoe het altijd lastiger is voor een NGO om de juiste medewerkers te vinden. ‘Onze vijver waar we in vissen is minder groot. We kijken bijvoorbeeld wel naar de uitstroom bij universiteiten, zeker als dit meer diversiteit meebrengt.’ Op de vraag of dit de gewenste diversiteit met zich meebrengt, zegt ze: ‘Diversiteit neemt natuurlijk toe binnen de universiteit. En we hebben in onze vacatures nu eenmaal vaak een baan die een universitaire opleiding vereist.’ Daarnaast proberen ze via collega’s bredere groepen aan te boren.

Lagunas is wel voorzichtig met gericht zoeken op mensen van kleur binnen de organisatie. ‘Als jouw organisatie helemaal wit is en je zoekt daar mensen van kleur bij, doe je dat dan omdat je open staat voor verandering en andere denkbeelden omarmt? Of heb je slechts een beter ‘diversiteit imago’ nodig voor betere PR?’ 

Stappen naar diversiteit en inclusie

Ondertussen zijn er steeds meer organisaties bezig met duurzaamheid, en dat vindt Lagunas positief. Zo hebben steeds meer mensen van kleur clubs opgericht die ook strijden voor duurzaamheid, zoals Stichting Groene Moslims.

‘Hoe meer organisaties er mee bezig zijn, hoe beter’, zegt hij. ‘Maar als duurzaamheid een verhaal blijft van doorlopende groei en dominantie doorzetten, dan maak ik me zorgen over hoeveel er gaat veranderen. Het moet ook gaan over onze relatie met onze planeet en met onszelf. Daarom ben ik veel bezig met dekolonisatie binnen dit onderwerp. We moeten onszelf anders gaan verhouden tot onszelf en anderen om ons heen.’

Fawaka heeft een adviestak voor organisaties die met diversiteit en inclusie aan de slag gaan. Daarnaast geeft Lagunas workshops hierover op kunstacademies. Hij hoopt vooral dat organisaties die zich bezighouden met duurzaamheid eerst goed kijken naar de oorsprong van de term. Vanuit dat beginpunt kunnen ze nadenken over diversiteit en inclusie.

‘En als er organisaties zijn die niet weten waar te beginnen, dan zou ik zeggen: ga met mensen praten. Ga advies inwinnen. Dat lijkt me een slimme stap en een fijn startpunt om met jouw organisatie bij te dragen aan een meer inclusieve duurzaamheidtransitie.’