Werkgevers discrimineren op basis van accent of dialect. Heeft een dialect of accent ook voordelen? De Kanttekening vroeg dat aan twee Nederlanders die een dialect spreken.
Een recente oproep van de NOS op social media leidde tot een stormvloed aan reacties. De NOS wilde weten of dialectsprekers last hebben van negatieve reacties en zo ja, wat die reacties dan zijn. Binnen een dag werd de oproep op Facebook honderdduizenden keren bekeken en kwamen er tienduizenden reacties. De NOS meldde honderdvijftig mailtjes te hebben ontvangen van mensen die graag hun ervaringen wilden delen.
Dialectsprekers verdienen vijf tot vijftien procent minder dan mensen zonder dialect, blijkt uit een onderzoek van hoogleraar Arbeidseconomie Jan van Ours van de Tilburg University. Met name dialecten die ver verwijderd zijn van de Randstad, zoals het Limburgs en het Twents, scoren slecht volgens de onderzoeker.
CDA-Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik, geboren in het Twentse Diepenheim, zet zich in voor dialecten en voerde een campagne om haar eigen streektaal het Nedersaksisch te promoten. Het Twents is een dialect van het Nedersaksisch dat in het oosten van het land, Noord-Duitsland en zelfs tot aan Polen gesproken wordt. Schreijer-Pierik wil onder andere dat het Twents in navolging van het Fries en het Drents op scholen in de regio wordt onderwezen. Volgens haar heeft het spreken van een dialect of eigen streektaal juist grote voordelen, ze spreekt zelfs Twents in het Europees Parlement. Schreijer-Pierik: ‘In mijn werk in het Europarlement helpt het me bij gesprekken met bepaalde collega’s uit Duitsland of zelfs Polen. Dat levert vaak betere resultaten op in onderhandelingen.’ Ze herkent zich niet in het beeld dat mensen met een dialect minder zouden verdienen of op één of ander manier gediscrimineerd zouden worden. ‘Twente kent ook zeer rijke inwoners en de regio telt veel succesvolle grote ondernemingen. Die doen heus wel zaken buiten de regio en doen dat zelfs vaak in het Twents, die worden echt wel serieus genomen.’
Toch zijn er wel degelijk ook bekende dialectsprekers die wel degelijk hinder ondervinden van hun dialect. Zo schreef arabist Petra Stienen in een column in De Limburger dat ze haar Limburgs accent bewust heeft afgeleerd vanwege haar carrière.
Ook Onno Slot, geboren in Haaksbergen (Twente) en werkzaam in Zwolle als Trainer bij Exact Online, weet uit ervaring dat het spreken van een dialect soms invloed kan hebben. ‘Voordat ik in Zwolle woonde had ik een sterk accent, omdat ik thuis altijd Twents sprak, je zal het nog steeds wel horen in mijn uitspraak van bepaalde woorden, maar het is veel minder geworden. Ik heb het bewust afgeleerd, omdat ik merkte dat ik minder serieus werd genomen.’ Ook herkent Slot het beeld dat een Amsterdams of Rotterdams accent een minder groot obstakel vormt. ‘Randstedelijke dialecten zijn veel bekender, het Amsterdams en Rotterdams klinkt ook wat stoerder. Wat daarnaast meespeelt is dat vrijwel alle landelijke media gevestigd zijn in de Randstad. In Hilversum voelen ze zich heel tof, daar kijken ze neer op het Twents. Een accent uit die regio klinkt normaal voor veel mensen, maar als die tv-studio’s in Almelo hadden gestaan dan was het andersom.’
Volgens Schreijer-Pierik kiezen ouders er bewust voor om hun kinderen niet met een dialect op te laten groeien. ‘Dat is onnodig. Het probleem is dat veel ouderen alleen Nederlands aan hun kinderen leren. Ze vermoeden dat het te moeilijk is voor een kind om ook Nedersaksisch te leren. Maar dat is niet zo. Taalwetenschapper Sterre Leufkens van de Universiteit Utrecht heeft ontdekt dat meertalige kinderen vaak slimmer zijn, ze hebben meer taalvaardigheid en worden ook beter in andere vakken zoals rekenen.’ Schreijer-Pierik is niet bang voor meer discriminatie als het aantal sprekers van dialecten toeneemt. ‘Het is absoluut niet zo dat iemand die een streektaal beheerst, altijd een accent heeft in het Nederlands. Het zijn twee talen. Die kun je volwaardig naast elkaar spreken, zeker als je het al jong leert. Ik zie dus geen nadelen als meer mensen ook de taal van hun regio leren.’ Ook als je wel een accent hebt dat veroorzaakt wordt door een dialect of een andere taal dan is het volgens Schreijer-Pierik helemaal niet nodig om dat af te leren. ‘In het Europees Parlement spreekt bijna iedereen met een accent. Fransen die Engels spreken, Oostenrijkers die Duits spreken of Roemenen die Frans spreken, bijna niemand spreekt dat vloeiend. We letten hier op wàt iemand zegt. Wie het Nederlands goed genoeg beheerst, verstaat ook mensen met een Twents, Turks of ander accent. Wie bijvoorbeeld Nedersaksisch-sprekende mensen discrimineert, kan ook wel de sprekers van het Deens of Zweeds discrimineren. Dat getuigt vooral van de bekrompenheid van degene die discrimineert.’