Bij Stichting De Vrolijkheid kunnen asielkinderen weer even kind zijn. ‘Soms hoor je ‘ik mis mijn moeder’.’
Stel je voor. Je bent jonger dan 23 en zit in een asielzoekerscentrum. Zeker tijdens de vakanties, als er geen school is, verveel je je behoorlijk. Er is weinig ruimte voor zelfexpressie. Dan komt er ineens bezoek van Stichting De Vrolijkheid, die wekelijks meer dan honderd workshops organiseert in azc’s door heel Nederland. Alleen al van het idee kun je vrolijk worden.
De officiële naam is Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid, maar in de praktijk wordt gesproken over de Vrolijkheid. De stichting beschikt over een groot netwerk van professionele kunstenaars, regelaars en vrijwilligers. ‘We werken met één begeleider op maximaal vijf kinderen of jongeren, ook in verband met de veiligheid. Dit is een van onze concrete maatregelen om de veiligheid te waarborgen,’ legt artistiek directeur Matea Safar uit. ‘Mensen die bij ons actief zijn, moeten overigens een VOG kunnen overleggen.’
Het gaat om bijna vijfhonderd contracten van vrijwilligers, coördinatoren, professionele kunstenaars en soms stagiaires van sociale opleidingen of de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. ‘We hebben gelukkig een groot netwerk. Daar komt ook bij dat veel ouders met kinderen in een azc van harte bereid zijn om te helpen tijdens de activiteiten. De Vrolijkheid organiseert ook excursies naar musea. Dan gaan er ouders mee.’
Behalve workshops verzorgt de Vrolijkheid tijdens de saaie zomervakantie ook concerten in azc’s met artiesten zoals Meral Polat en Iris Hond. De Vrolijkheid is actief in 29 azc’s, inclusief Ter Apel. Safar: ‘De komende twee jaar willen we onze activiteiten uitbreiden naar noodlocaties. Dat gaan we doen met een mobiel team dat beschikt over opblaasateliers. Zo kunnen we zonder voorzieningen toch iets kunstzinnigs laten plaatsvinden.’
De Vrolijkheid richt zich op kinderen en jongeren tot en met 23 jaar. Er zijn vier leeftijdscategorieën: kleine kinderen uit de laagste groepen van de basisschool, kinderen uit de bovenbouw van de basisschool, tieners en ten slotte jongeren tussen de 17 en 23 jaar en families. Kinderen op de basisschool hebben niet allemaal hetzelfde ontwikkelingsniveau, vertelt Safar. Ook hebben ze andere interesses. ‘Maar aan de andere kant kunnen jongeren zonder problemen zelfstandig werken. Daarom hebben we deze scheiding aangebracht.’
Zelfgemaakte decors
De artistieke workshops gaan over thema’s als dans, theater, muziek, beeldende kunst en nieuwe media. Dat laatste begrip is een samenvattend woord voor hedendaagse kunstvormen. Iets met video of digitale kunstuitingen. Art world is bijvoorbeeld geschikt voor kinderen vanaf groep 6. Het gaat om een online wereld waarin kinderen met hun zelfontworpen digitale avatarkunst vriendjes kunnen maken. Bij de ‘kunst challenge’ kun je ook spelen als de Vrolijkheid weg is. Vooral tijdens corona waren zulke dingen welkom. Kinderen in Nederland vonden corona zwaar, maar voor kinderen in het azc was deze situatie mogelijk nog zwaarder. ‘Momenteel zoeken we sponsors voor tablets’, zegt Safar, ‘maar Art world kan ook worden gespeeld op een telefoon.’
Er worden soms ook projecten georganiseerd, zoals AZC Style in 2018. ‘Dit was een bijzonder fotoproject, waarbij jongeren in azc’s onder leiding van vier kunstenaars werden geïnterviewd en gefotografeerd om te laten zien hoe het leven in een azc is. Dit project heeft tot een tentoonstelling geleid.’
Tijdens de workshops wordt er soms individueel iets gemaakt, maar er zijn ook groepsactiviteiten. In het azc in Katwijk is gezamenlijk een theatervoorstelling gerealiseerd. Tot aan de decors toe hadden de bewoners alles zelf gemaakt.
Workshop songwriting in het Arabisch
Taal is volgens Matea Safar nooit een probleem. Samen kom je er altijd uit en veel vluchtelingen spreken Engels. ‘In noodgevallen kunnen we altijd een beroep doen op Google Translate. Ook om uit te leggen wie we zijn. Bij songteksten schrijven wordt het net even iets anders. Een hiphopgroep uit Amsterdam zingt voornamelijk Arabisch. Ze begeleiden workshops songwriting in het Arabisch en hun twee producers verzorgen de muziek. De aanpak is heel praktisch. Geef de deelnemers een beat en ze begrijpen wat de bedoeling is.’
´Sommige vluchtende jongeren zijn door half Europa gelopen´
‘Voor de Vrolijkheid staan vijf woorden met een v centraal: vrolijkheid, veiligheid, vertrouwen, verhaal en veerkracht. ‘De samenhang van deze waarden is belangrijk, maar misschien is veiligheid de belangrijkste. Voor veel kinderen is veiligheid niet vanzelfsprekend. Dit heeft vaak te maken met de situatie in het land van herkomst. Nu ervaren ze dat dit wel mogelijk is. Of iemand die queer is en dat niet kon laten merken. Dat mag nu wel. Dit valt onder de v van verhaal. Door de Vrolijkheid komen verhalen los. Wij pushen bewust niet, maar houden alles open. Het gaat niet eens altijd om het vluchtverhaal zelf. De behoefte zich te uiten houdt ook opmerkingen in zoals ‘Ik moest weg’ of ‘Ik mis mijn moeder’.
‘Overigens hebben wij tijdens de activiteiten heel duidelijke regels omtrent pesten en discrimineren: niet toegestaan. Eigenlijk hebben we een stille zesde v, namelijk verbinding. Samen creatief bezig zijn verbroedert en verbindt. Het voorkomt soms ook escalaties tussen mensen. Onze activiteiten kunnen een gespannen sfeer tussen bewoners doorbreken. Volgens het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers, red) is de sfeer beter en veiliger als de Vrolijkheid er is.
‘Ik heb de leukste en gekste projecten gezien. Wat ik betreur, is dat eventuele steekpartijen in azc’s de media wel halen, maar de mooie dingen niet. Ik zie met eigen ogen dat mensen het elkaar gunnen De kunstenaars creëren een moment waarop het om iets anders gaat. Even in andere wereld zijn. In een azc worden de bewoners geleefd. Als je iets aan het maken bent, dan ben je daar zelf de baas over. En als je afleiding hebt, gaat je aandacht naar iets anders uit. Het is heel mooi als je mensen daarin meeneemt als kunstenaar.’
Sarajevo
Matea Safar weet waar ze over praat. Als kind vluchtte ooit met haar moeder uit Sarajevo. ‘We zaten slechts kort in een azc, want net als mensen uit Syrië en Oekraïne werd er toen anders omgegaan met mensen afkomstig uit Sarajevo. De doorstroom was veel sneller. Ik had een oom die met een Nederlandse was getrouwd en wij mochten bij hen blijven. In plaats van ons iedere dag bij het azc te melden, moesten wij dit bij de politie doen.’
Het klinkt alsof alles voor Matea eenvoudiger verliep, maar niets is minder waar. Tijdens de asielprocedure verbleven moeder en dochter in een sociale huurwoning in Boskoop. Toen Matea 16 jaar was overleed haar moeder. Ze kwam opeens op straat te staan. Gelukkig waren er mensen die haar in huis wilden nemen, zodat ze in ieder geval de middelbare school kon afmaken.
‘Die afhankelijkheid van de goedheid van mensen sleep je je hele leven mee’, vertelt ze. ‘Ik mocht blijven, maar je begint met een enorme achterstand. Je moet dingen beter doen dan anderen, je extra bewijzen. Als je vluchteling bent benaderen sommige mensen je met minachting. Mijn moeder vond dat verschrikkelijk. Onder andere omdat sommige mensen die ontdekten dat ze vluchteling was haar meteen vroegen of ze zwart werk zocht en of ze terugging naar het land van herkomst.’
‘Er zijn jongeren die het normale huiselijke leven niet of nauwelijks kennen’
Matea vertelt dat ze geluk heeft gehad. ‘Er kwamen mensen op mijn pad die mij het beste gunden.’ Ze vindt het triest dat er in een rijk land als Nederland onvoldoende sociale voorzieningen zijn. Zowel Nederlandse jongeren als ouderen staan op allerlei wachtlijsten. Door mijn werk leer ik veel nieuwe mensen kennen en hoor allerlei verhalen. Ik ben wit, maar iemand van kleur die naar Nederland vlucht moet sterk zijn en over heel veel veerkracht beschikken. Opnieuw komt de gunfactor om de hoek kijken. Sommige vluchtende jongeren zijn door half Europa gelopen. Maar zelfs in de armste dorpen kregen ze water en brood.’
Wat Safar ook tot haar schrik heeft gemerkt, is dat er gezinnen zijn die heel lang in azc’s verblijven. Het gaat dan om meer dan tien jaar, met uitschieters naar 14 en 16 jaar. ‘Het gaat vaak om mensen uit landen als Armenië en Georgië, vooral omdat bepaalde situaties in deze landen in het Westen niet worden erkend. Er zijn echt jongeren die zijn opgegroeid in azc’s en hierdoor het normale huiselijke leven niet of nauwelijks kennen.’
Zelf was Matea dolblij geweest als in ‘haar tijd’ de Vrolijkheid had bestaan. ‘Ik heb het nu in mijn eentje gedaan. We hadden heel weinig geld, maar ik maakte van goedkope dingen toch eigen creaties waar ik mee speelde. Verder heb ik altijd veel getekend. Hoewel ik iets heel anders ben gaan studeren, ben ik nog steeds creatief bezig. Mijn allergrootste creatieve passie is illustreren.’