Home Samenleving Urgentie Internationale Dag tegen Islamofobie groter dan ooit

Urgentie Internationale Dag tegen Islamofobie groter dan ooit

Protest tegen islamofobie in de VK. Pixabay

In 2022 besloten de Verenigde Naties 15 maart uit te roepen als de Internationale Dag tegen Islamofobie. De urgentie van deze dag is dit jaar extra groot, nu de PVV van Geert Wilders de grootste partij is in het Nederlandse parlement.

‘Er zijn verschillende vormen van discriminatie, waarvan islamofobie er een is’, vertelt Abdou Menebdi (72). Hij is betrokken bij het Collectief Tegen Islamofobie en Discriminatie. ‘We zijn solidair met moslims, homo’s, zwarte mensen, Joden en andere minderheden. Het Collectief Tegen Islamofobie is geen islamitische organisatie. Het gaat ons om het bestrijden van moslimdiscriminatie, als onderdeel van de grotere strijd tegen discriminatie en ongelijkheid.’ 

De term islamofobie is echter niet onomstreden. Volgens critici maakt de term geen onderscheid tussen moslimdiscriminatie enerzijds en kritiek op de islam anderzijds. Menebdi wil toch aan de term islamofobie vasthouden, omdat dit een internationaal gehanteerde term is. ‘Het gaat om haat tegen moslims en de islam. Wat de PVV doet is islamofoob: het willen verbieden van moskeeën en de Koran of het framen van moslims als terroristen en antisemieten. Wetenschappelijke kritiek op bijvoorbeeld de Koran of de Hadith is van heel andere orde.’ 

Explosieve groei islamofobie

Het Collectief tegen Islamofobie en Discriminatie bestaat nu elf jaar. Een belangrijk onderdeel van de strijd is het registreren van islamofobe incidenten, die sinds een aantal jaren niet langer apart door de politie worden geregistreerd. ‘Er is nu sprake van een explosieve groei’, vertelt Menebhi. ‘Na 7 oktober vorig jaar zijn er meer dan driehonderd incidenten geweest. Ook voelen veel moslims zich onveilig omdat de PVV op 22 november de verkiezingen heeft gewonnen.’ 

Advocate Elsa van de Loo, werkzaam voor het advocatenbureau PILP en adviseur van de stichting Meld Islamofobie, kan hierover meepraten. ‘De samenleving verandert. Islamofobie is genormaliseerd. De PVV zocht met haar islamofobe retoriek telkens de grenzen op en heeft ervoor gezorgd dat die grenzen ook zijn verschoven. De uitspraken van Pim Fortuyn vonden we in 2001-2002 nog schokkend, maar nu vinden we zulke taal normaal. Na 7 oktober is het nog erger geworden. Mensen worden op straat uitgescholden en voor Hamas-sympathisant uitgemaakt. Ook op televisie worden moslims meteen in de antisemitische hoek geduwd, wat ook een vorm van islamofobie is. Een psycholoog zei eind vorig jaar in een talkshow dat antisemitisme bij het moslim-zijn hoort. De presentator greep niet in.’ 

‘De islamofobiezaken die ik behandeld heb zijn het topje van de ijsberg’

Toen ze nog een eigen advocatenkantoor had behandelde Van de Loo ook individuele zaken die met islamofobie te maken hadden. Vond ze het toen niet lastig, dat islamofobe incidenten niet door de politie werden geregistreerd? ‘De wet biedt gelukkig voldoende handvaten om discriminatie aan te pakken, maar voor de samenleving is het slecht, want als je zulke incidenten niet apart registreert zie je ook niet hoe urgent dit probleem is.’ Islamofobie wordt niet altijd bestraft door de rechter, omdat je dit goed moet kunnen bewijzen, legt Van de Loo uit. Het is bovendien een grote stap om naar de rechter te stappen. ‘Het kost veel tijd en energie voordat een zaak helemaal is behandeld. De islamofobiezaken die ik behandeld heb zijn het topje van de ijsberg. Het hadden veel meer zaken kunnen zijn. Degenen die een aanklacht indienden deden dat niet zozeer voor zichzelf, maar omdat ze wilden dat er een einde komt aan de discriminatie van moslims.´

Nu ze voor PILP werkt, houdt ze zich onder andere bezig met zaken die diverse moskeeën tegen Nederlandse gemeenten hebben aangespannen, in verband met het beruchte undercoveronderzoek van NTA (Nuance door Training en Advies). Die deed in opdracht van de gemeenten onderzoek naar radicale tendensen die een gevaar kunnen opleveren voor de samenleving.

Kerngroep Jonge Moslims

Mostafa Sadiqi (29) vindt dat er sprake is van structurele discriminatie. Moslims zijn bovengemiddeld vaak slachtoffer van discriminatie. ‘Denk aan moslims die ten onrechte op een terreurlijst werden gezet. Of aan de toeslagenaffaire, waarbij veel moslims het slachtoffer waren. Zij werden op basis van hun naam etnisch geprofileerd.’   

Sadiqi is een spin is het web van jong islamitisch Nederland. In het verleden was hij bestuurslid bij de Moslimstudenten Associatie Nederland, nu is hij dat van de Kerngroep Jonge Moslims die met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om de tafel zit om te informeren over het wel en wee van jonge moslims. ‘Mijn focus is jonge moslims een stem geven, dit is de nieuwe generatie’, vertelt hij. ‘We zijn van de generatie die de kans heeft gehad om te studeren, maar nog steeds op verschillende plekken tegen discriminatie en uitsluiting aanloopt. We kregen te horen dat we ons moesten invechten, want als je hard werkt, dan kom je er wel. Maar helaas is dat niet altijd zo. Bij sollicitaties en op de werkvloer krijgen we nog te vaak met discriminatie te maken. En hoewel we op de universiteit met hoogopgeleide witte Nederlanders in aanraking komen die tegen racisme zijn, wonen we vaak nog wel in de volkswijken tussen de PVV-stemmers.’ 

‘Onder hoogopgeleiden komt islamofobie ook voor’

Onder hoogopgeleiden komt islamofobie ook voor, maar subtieler, gericht tegen de invloed van religie op de samenleving, zegt Sadiqi. ‘Ze vinden deze invloed maar lastig. Denk aan het verbod op onverdoofd ritueel slachten dat de Partij voor de Dieren voorstelde, of de moeite die sommige feministen hebben met de hoofddoek. En dat allemaal in naam van neutraliteit.’  

Van de Loo heeft ook kritiek op deze zogenaamde neutraliteit. ‘Het hoofddoekverbod bij bijvoorbeeld de politie en boa’s en het nikabverbod zijn algemeen geformuleerd, omdat de overheid niet mag discrimineren. Maar het gaat hier in feite wel om. Het is institutionele islamofobie via ‘neutrale’ wetgeving.’ De advocate vindt het ‘typisch’ dat Dilan Yesilgöz hier nu prioriteit aan wil geven, en de hoofddoek bij de boa landelijk wil verbieden. ‘Ze lost hiermee een non-probleem op. Haar beleid zorgt ervoor dat moslims opnieuw het gevoel krijgen apart behandeld te worden.’

Wat brengt de toekomst?

Hoe kijken Abdou Menebdi, Elsa van de Loo en Mostafa Sadiqi naar de toekomst? Zullen moslims nog meer in de verdrukking komen, met het oog op een eventueel PVV-VVD-NSC-BBB-kabinet? Of wordt de islam steeds normaler in Nederland?

‘Hij is een racist. Een milde Wilders bestaat niet’

‘Ik heb absoluut geen vertrouwen in een kabinet waar ook de PVV deel van uitmaakt’, antwoordt Menebdi. ‘Geert Wilders is anti-islam, maar ook antidemocratisch. Hij is een racist. Een milde Wilders bestaat niet. Het is onbegrijpelijk dat VVD, NSC en BBB met de PVV onderhandeld hebben over de grondrechten. Die mogen niet ter discussie staan. Onder moslims groeit de angst. Gelukkig leven we nog wel in een rechtsstaat.’ Van de Loo beaamt dit. ‘Maar ik maak me wel zorgen over de verschuiving van normen. We kunnen nu over een bepaalde bevolkingsgroep praten, zoals we dat vroeger niet konden doen.’ 

Sadiqi ten slotte ziet twee tegengestelde ontwikkelingen. ‘Wij moslims hebben geprofiteerd van de Black Lives Matterprotesten. Er is meer bewustwording ontstaan over structureel racisme en impliciet racisme. Maar tegelijkertijd is het debat ook meer ideologisch geworden. Vroeger werden we gediscrimineerd omdat we Turken en Marokkanen waren, of tot een lagere sociale klasse behoorden. Nu worden we aangevallen omdat we moslim zijn. In Nederland kun je naar de moskee gaan, de meeste religieuze plichten doen. Maar tegelijkertijd is het toch moeilijk om een zichtbare moslim te zijn. Dan gaat de overheid anders met je om, word je gevolgd door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid of word je etnisch geprofileerd door de Belastingdienst.’