Home Samenleving Wat moeten moskeeën doen tegen oprukkend salafisme?

Wat moeten moskeeën doen tegen oprukkend salafisme?

Foto: Rasool Rahmah
De AIVD waarschuwt in haar jaarverslag van 2016 voor de toenemende druk van salafistische personen en organisaties in Nederland. Steeds meer gematigde moskeeën en moskeebesturen ervaren die druk. De Kanttekening sprak daarover drie vooraanstaande moslims.

Radicale salafisten proberen steeds vaker voet aan de grond te krijgen in Nederland. Geweld en intimidatie worden daarbij niet geschuwd. Volgens de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) proberen salafisten vooral leden van kwetsbare groepen, jongeren en kinderen aan zich te binden. De dienst wil meer bewustwording rond het salafisme, een stroming waarbij moslims terugkeren naar de beginperiode van de islam. Uit onderzoek van de NRC blijkt dat ongeveer de helft van de Amsterdamse moskeeën onder invloed staat van het salafisme. Ook gaan er volgens de NRC flinke geldstromen vanuit Saoedi-Arabië naar moskeeën in ons land en worden imams hier steeds vaker opgeleid in het Arabische land. Het toenemend salafisme ligt erg gevoelig. Voor imams is het lastig om zich erover uit te spreken, omdat het onderwerp steeds urgenter wordt en gevoelig ligt bij de achterban. De Kanttekening vroeg veel prominenten uit de Nederlandse moslimgemeenschap om een reactie, wat de meesten van hen weigerden. Imam Azzedine Karrat van de Rotterdamse Essalam-moskee wilde wel meewerken, evenals de politici Ahmed Marcouch (voormalig PvdA-Tweede Kamerlid) en Nourdin el-Ouali (fractievoorzitter van Nida Rotterdam).

Azzedine Karrat

Zijn de zorgen van de AIVD overdreven?
‘Dat weet ik niet. Ik ben afhankelijk van wat de AIVD zegt, want ze zegt er niet bij hoe ze aan haar informatie komt. Ik zou best willen weten waar ze het vandaan halen en het zou goed zijn als wij op de hoogte gehouden zouden worden. Maar op basis van mijn persoonlijke observaties deel ik niet dezelfde zorgen. Bij het salafisme nemen mensen een voorbeeld aan de voorgangers en dat is wat ik dagelijks doe. Als ze met salafisten extremisten bedoelen moeten ze dat zeggen. Dan moet je over daders spreken en niet over de ideologie. Het salafisme staat namelijk voor het terugkeren naar de fundamenten van de islam en niet iedereen die dat doet, is radicaal. Sterker nog, ik denk iedere moslim wil terugkeren naar de zuivere islam.’

Volgens de AIVD staan gematigde moskeebesturen onder druk van salafistische jongeren. Merkt u daar wat van?
‘In mijn dagelijkse contact met jongeren van verschillende moskeeën en andere imams is dat niet bekend. Ik denk dat het meer incidenteel is dan een fenomeen of een probleem. Wat ik wel zie is dat de eerste generatie moslims, met name die van Marokkaanse origine, die ouder worden en veel moskeeën hebben gebouwd, de taken los begint te laten. Daar maak ik me zorgen over, want die zijn vatbaar voor anderen die het over willen nemen. Zo’n overname kan door geschikte of minder geschikte personen gebeuren, misschien wel door een radicaal iemand. We moeten goed nadenken hoe we dat kunnen tegenhouden.’

Er zou ook gedreigd worden met geweld en intimidatie. Herkent u dat?
‘Nee, en daar is ook geen bewijs voor. Het lijkt me sterk dat dat gebeurt. Als het wel zo is dan is het aan de autoriteiten om in te grijpen en een grens te stellen. Wij hebben één incident gehad in een moskee in Amsterdam, waar het uit de hand liep, maar dat is weer rechtgetrokken. Buiten dat heb ik het niet meegemaakt.’

Wat zou er aan gedaan kunnen worden?
‘Ik denk dat bewustwording belangrijk is. Als inderdaad blijkt dat dit een probleem begint te worden, dan moeten de betrokken personen bij elkaar geroepen worden. Moslimorganisaties en imams moeten dan met oplossingen komen.’

Ligt daar een taak voor uzelf?
‘Natuurlijk. Ik denk dat iedere imam mensen bewust wil maken van hun verantwoordelijkheden en hoe ze de islam vorm kunnen geven in Nederland. Maar als de samenleving gevaar dreigt te lopen, dan houdt mijn taak op en is het aan de autoriteiten om grenzen te stellen. Zolang het ideologie is, is er niets aan de hand, maar als het extremisme wordt, dan wel, maar dat geldt voor alle religies.’

Ahmed Marcouch

Herkent u dit probleem?
‘Ja. Je ziet dat veel moskeeën door salafisten worden overgenomen en dan verandert de boodschap van zo’n moskee en dat kan leiden tot spanningen. Het salafisme is de voedingsbodem van jihadisten. Voor hen is de mainstreammoslim net zo goed de vijand. De Nederlandse gemeenten met veel jihadstrijders hebben bijna altijd zo’n gekaapte moskee in de buurt. Salafistische moskeeën blijken kweekvijvers te zijn voor ronselaars die van kinderen jihadisten maken. En die vormen vervolgens een groot gevaar voor de samenleving, omdat ze ideologisch gedreven zijn. Daarom heb ik destijds ook die motie ingediend, om salafistische organisaties te verbieden. Niet het salafisme zelf verbieden dus, maar de organisaties die handelen in strijd met de wet.’

Heeft uw motie gewerkt?
‘Waar je tegen aanloopt is dat Justitie weinig kennis heeft over hoe salafistische organisaties het haatzaaien van jihadisten legitimeren. Dat het voor die instanties, zoals het Openbaar Ministerie, moeilijk is om het aan te pakken. Ze zeggen wel dat ze er bovenop zitten en dat ze optreden als ze het zien, maar dat zie ik niet. Terwijl er nu nota bene genoeg jurisprudentie is om salafistische organisaties aan te pakken. Sinds de rechter de pedofielenvereniging Martijn heeft ontbonden, weten wij dat verboden praktijken acceptabel maken reden voor opheffing is, ook al praktiseer of faciliteer je als organisatie geen pedofilie of jihad.’

Toch zijn deze jongeren wel op de radar van de AIVD.
‘Ik denk dat de kennis over dit onderwerp nog heel erg jong is. Je kunt wel zeggen dat je een groep in kaart hebt, maar als er dan niets mee gedaan wordt, dan heb je daar niets aan. Het constateren alleen is niet voldoende. Die rapporten maken ons alleen maar bang, zonder dat we actie zien. In omringende landen en zelfs in Saoedi-Arabië zijn ze veel kritischer dan wij hier.’

Wat moet er gedaan worden om dit aan te pakken?
‘Het salafisme moet aangemerkt worden als politieke ideologie, zij het met religieuze vervormingen, die de democratie en de rechtsstaat verwerpt en aanzet tot haat. Omdat die jurisprudentie er ligt moet de minister van Justitie het Openbaar Ministerie de opdracht geven over te gaan tot vervolging van salafistische organisaties. De islamitische gemeenschap is een onmisbare bondgenoot, omdat het gaat om onze moslimkinderen die verleid worden door goed georganiseerde salafistische organisaties. Ook moslimfamilies moeten zich uitspreken. Salafistische organisaties zijn uit op macht en hebben bij de laatste verkiezingen zelfs Denk als stemadvies gegeven, terwijl ze tegen stemmen zijn. Dat zegt genoeg: het doel heiligt de middelen.’

Onderschatten we het salafisme in Nederland?
‘Absoluut. Het is vaak een religieuze pervertering die religieus gecorrigeerd kan worden als we het kind op tijd kunnen vormen. Wij moeten met een beter alternatief voor het salafisme komen en het zwijgen doorbreken, want het gaat om levens. Dat kan een minister niet doen, de religieuze gemeenschap moet het doen. En het moet publiekelijk gebeuren, omdat het salafisme zich publiekelijk manifesteert.’

Nourdin el-Ouali

Is dit een nieuwe ontwikkeling?
‘De opkomst van het salafisme deed begin deze eeuw zijn intrede en heeft alles te maken met de aanslagen van 11 september 2001. Veel moskeeën zijn niet in staat gebleken om een nieuwe generatie in hun religiebeleving te begeleiden. Jongeren zijn toen op zoek gegaan naar informatie op internet over die aanslagen en vaak onbewust in aanraking gekomen met salafistische ideeën. Maar nu zie ik juist meer tegenbewegingen. Jongeren zien nu juist dat dit niet de islam is die hun ouders beleven. Er worden meer vraagtekens gezet bij het salafisme.’

Toch zijn er veel zorgen vanuit de instanties.
‘Niet alle vormen van het salafisme zijn gevaarlijk, dat zegt de AIVD ook. Het is de jihadistische variant die gevaarlijk is. Het kan aanwezig zijn, maar steeds meer moskeeën nemen juist afstand van het gedachtegoed van IS. Dus het salafisme is niet als geheel weg te zetten als gevaar. Mensen kunnen het onwenselijk vinden, maar we leven in een open samenleving waarbij mensen hun eigen leven mogen inrichten, behoudens de wet. Het wordt dus pas een probleem als iemand zijn ideeën middels geweld wil opdringen. Terreur heeft altijd politieke motieven en is niet vanuit religie te verklaren, maar vaak wordt religie erbij gesleept om bepaalde daden of een hoger doel te legitimeren.’

Toch blijkt er veel invloed uit Saoedie-Arabië te zijn en komt er ook financiering uit dat land naar ons land. Ziet u dat ook?
‘Moskeeën hebben geld nodig, maar door de versplintering in moslimgemeenschappen is het moeilijk voor ze om aan geld te komen. Daarom is er behoefte aan geld uit het buitenland. Dan zet je je deuren inderdaad open. Het is niet per definitie gevaarlijk en het mag ook, maar het kan gevaarlijk zijn en het is wel een ontwikkeling die we in de gaten moeten houden.’

Nederlandse imams worden ook vaak in het buitenland opgeleid en komen terug met salafistische ideeën.
‘De islam is in Medina ontstaan, dus het is logisch dat ze daar naar toe gaan. Het is niet per definitie zo dat ze daar opgeleid worden en terugkomen met de ideeën van de regering van Saoedi-Arabië. Mensen radicaliseren niet in de moskee, maar op internet of tijdens huiskamerbijeenkomsten, informeel dus. Gebeurde het maar in de moskee, want dan was het probleem makkelijker aan te pakken.’

Hoe moet dit probleem aangepakt worden?
‘Zorg dat de wet gehandhaafd wordt. Ik denk dat het probleem zichzelf uiteindelijk oplost, omdat leden van de nieuwe moslimgeneratie elkaar weten te vinden, etniciteit overstijgend, en de krachten kunnen bundelen tegen de gevaarlijke vormen van het salafisme. Buitenlandse financiering zal daardoor ook afnemen. Het salafisme moet in ieder geval niet verboden worden, want dan gaat het ondergronds.’