Home Wereld Hoogopgeleiden willen weg uit Orbáns Hongarije

Hoogopgeleiden willen weg uit Orbáns Hongarije

Kettingbrug in Boedapest (Foto's: Sara-May Leeflang)
Hongarije wil geen vluchtelingen en andere migranten toelaten. Maar omdat er in het land nauwelijks kansen zijn, willen hoogopgeleiden er graag weg.

Emigratie is al jarenlang een gevoelig onderwerp in Hongarije. Volgens de Europese Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling zijn de afgelopen decennia meer dan zeshonderdduizend Hongaren geëmigreerd. Volgens veel organisaties ligt dat aantal zelfs hoger. Dit, terwijl Hongarije minder dan tien miljoen inwoners heeft. Waarom zijn deze mensen geëmigreerd? En komen ze ooit nog terug?

Loon naar werken

Judit (38), werkzaam bij een cateringbedrijf, vertrok veertien jaar geleden naar Ierland. Ze was gefascineerd door het land vanwege een uitzending op National Geographic Channel. Haar plan was om maximaal vijf jaar weg te blijven, geld te sparen en dan een eigen huis in Hongarije te kopen. Maar Ierland bevalt haar zo goed, dat ze niet weet of ze voor haar pensioen nog terug gaat. Daarbij is het huidige politieke en economische klimaat in Hongarije voor haar een reden om niet terug te keren.

‘De politieke leiders in Hongarije werken samen met de grote banken’, zegt Judit. ‘Veel families hebben de afgelopen jaren hun huis verloren, doordat het geconfisqueerd werd door de regering. Lőrinc Mészáros, de beste vriend van premier Viktor Orbán, is door vriendjespolitiek nu één van de rijkste personen in Hongarije. De politici en hun kliek hebben bijna alle hotels en campings rondom het populaire Balatonmeer in handen. Maar ook in de rest van Hongarije bezit Mészáros grote stukken grond en veel gebouwen. Hij weet vrijwel alle belangrijke bouwklussen naar zich toe trekken, ook al vraagt hij daarvoor het dubbele of zelfs driedubbele.’

‘Viktor Orbán is leugenachtig, egoïstisch en arrogant’

Judit is duidelijk negatief over de premier. ‘Viktor Orbán is leugenachtig, egoïstisch en arrogant. Ziekenhuizen zijn gevestigd in oude gebouwen die in slechte staat zijn. We hebben niet genoeg verplegers, doktoren en leraren. De winkelprijzen zijn bijna gelijk aan die in West-Europa, maar het gemiddelde salaris in Hongarije ligt op vierhonderd euro in de maand. Sommige mensen moeten het zelfs doen met een pensioen van honderd euro. Orbán doet het voorkomen alsof Hongarije het allemaal voor elkaar heeft, maar ondertussen valt het land uiteen.’

Henrieth (40) woont nog in Boedapest. In het verleden had ze een baan bij een farmaciebedrijf, maar nu is ze werkzoekende. Drie goede vrienden van haar zijn geëmigreerd, vertelt ze. ‘Eentje is naar de Verenigde Staten vertrokken, een naar Duitsland en de andere zit in Oostenrijk. Ze zijn tevreden omdat ze daar wel loon naar werken krijgen. Allemaal hebben ze een doctorstitel op zak of werken ze aan een proefschrift. In het buitenland krijgen ze alle kansen, maar in Hongarije zouden ze worden onderbetaald. In West-Europese landen is het salaris soms wel vier keer hoger dan in Hongarije. Dat is een reden om in het buitenland te blijven.’

‘Migranten’ op een prullenbak geschreven

Een clown

Henrieth: ‘Orbán probeert met zijn retoriek de Hongaarse identiteit te versterken en aan te geven dat we iets te verdedigen hebben. Ik kijk het Hongaarse nieuws ook niet meer. Ik erger me aan zinnen als ‘de migranten komen eraan!’ De staatsmedia doen alsof we worden aangevallen. Maar schrijf alsjeblieft wel iets leuks over ons, er gebeuren ook een heleboel mooie dingen hier in Hongarije. Er zijn ook mensen die het wel helder zien. Alleen die vertrekken allemaal’, grapt Henrieth.

Omdat Hongarije weinig perspectief biedt, is Henrieth actief op zoek naar werk in het buitenland. Ze is gewend geraakt aan een goed salaris. ‘Ik werkte voor een buitenlands farmaceutisch bedrijf in Hongarije en zoek naar een soortgelijke functie. Het liefst in Hongarije, want ik wil hier eigenlijk niet weg. Ik heb een prima leven hier met mijn vriendin. We wonen mooi, in een groene buitenwijk van de stad. We kunnen genoeg tripjes maken.’

In het conservatief-christelijke Hongarije is een huwelijk tussen Henrieth en haar vriendin niet mogelijk. Ook een kind adopteren is geen optie. Mocht ze wel een kind willen, dan zullen ze waarschijnlijk moeten emigreren. ‘Alle mensen die tegen Orbán zijn, vinden hem maar een clown. Maar we zien wel wat de kwalijke gevolgen van zijn beleid zijn.’

‘In West-Europese landen is het salaris soms wel vier keer hoger dan in Hongarije’

Als voormalig universitair docent is Henrieth bezorgd over de onafhankelijkheid van het wetenschappelijke onderwijs. Er is veel ophef over de sluiting van de Central European University (CEU). Deze academische instelling, die gefinancierd wordt door de miljardair en filantroop George Soros, moet op last van Orbán de deuren sluiten. Volgens Orbán zou Soros door zijn financiële steun aan linkse NGO’s de Europese beschaving doelbewust ondermijnen. Henrieth vertelt dat de CEU vecht voor haar bestaan. ‘De universiteit is nog niet officieel gesloten, maar de onzekerheid eist haar tol. Nieuwe studenten zullen niet kiezen voor een universiteit die elk moment gesloten kan worden, dus de CEU lijdt daar onder.’ Henrieth vindt het jammer, want ze is van mening dat de universiteit een humanitaire bijdrage levert aan de wereld. ‘Orbán heeft zelf ooit een beurs van Soros gekregen, wat trouwens ook geldt voor veel andere leden van Fidesz.’

Dit is maar één voorbeeld, stelt Henrieth: ‘Alle humanitaire non-profitorganisaties liggen onder vuur, want alles dat indirect met immigratie te maken heeft wordt gezien als slecht. Er heerst een intimiderend en ontmoedigend beleid, waarin alle mensen die het niet met Orbán eens zijn dwarsgezeten worden. Er is een burgemeester uit een dorpje vlakbij Boedapest, die een eigen radiostation had waar ik graag naar luisterde. Het was geen politiek kanaal, er was vooral veel lokaal nieuws en leuke interviews. Maar alleen omdat de burgemeester het politiek niet eens was met Orbán is het radiostation uit de lucht gehaald. Hij maakte geen politieke reclame en redeneerde niet in dezelfde lijn als Orbán. Het erge is dus dat niet alleen de kritische stemmen worden gesmoord, maar ook de stemmen die zich afzijdig houden, die niet meegaan in het promoten van Orbáns ideologie.’

Orbán heeft veel media in handen gekregen. Henrieth is blij dat zij vanwege haar academische achtergrond slim genoeg is om propaganda eruit te filteren en zelf op te zoek gaan naar betrouwbaar nieuws. Maar buiten de grote steden ligt het anders. ‘Mensen in de landelijke gebieden, die hebben echt een heel ander leven. Zij geloven al die onzin.’

Een oproep tot het steunen van CEU

Hongaren in Transylvanië

Judit vreest dat Orbán tot aan zijn dood aan de macht zal zijn. ‘Hij heeft het electoraal systeem nu zo veranderd, dat hij via democratische weg niet meer weggestemd kan worden. Dat is wat hij doet. Als je het niet met hem eens bent, dan verandert hij de wet.’ Henrieth vindt het bovendien bizar dat Hongaren die niet in Hongarije wonen ook mogen stemmen. ‘Het is belachelijk dat de Hongaren in Transylvanië (een gebied in West-Roemenië, dat tot 1920 Hongaars was, red.) en andere Hongaren in het buitenland kunnen stemmen over mijn lot. Zij wonen hier niet, zij ervaren de gevolgen niet van hun keuze – terwijl ik juist een sterke band heb met Transylvanië, want mijn grootmoeder is afkomstig uit dat gebied. Maar als je niet in Hongarije woont mag je niet beslissen over wat hier gebeurt, vind ik.’

‘Eerst was het ‘Stop Brussel’, nu moet de immigratie gestopt worden’

Judit vindt dat de Hongaren zelf wat moeten doen om de politieke crisis in hun land op te lossen. ‘Alleen de Hongaren zelf kunnen dit doen. Wat de EU kan doen? Ik zou zeker niet willen dat Hongarije uit de EU stapt, maar ik heb kritiek als het gaat om het immigratiebeleid. Ook denk ik niet dat er strengere strafmaatregelen moeten komen voor Hongarije, omdat zulke besluiten rechtsextremisten in de kaart spelen. In heel Europa krijgen de populistische bewegingen meer aanhang. Ik vind dat de enorme bedragen die de EU spendeert aan Hongarije op de schop moeten. Een klein deel komt bij ons terecht, het leeuwendeel belandt in de zakken van Orbán en zijn vrienden.’

De campagneretoriek van Orbán bij de Europese verkiezingen is wel veranderd, vertelt Henrieth. ‘Eerst was het ‘Stop Brussel’, nu moet de immigratie gestopt worden. ‘Laat mensen er niet in’, is een veelgehoorde slogan. Ik maak grapjes met mijn vriendin dat er ‘Laat mensen er niet uit’ zou moeten staan.’

Een Fidesz-campagneposter voor de Europese verkiezingen van afgelopen mei

Hongarije wordt sinds 2010 geregeerd door de christelijk-nationalistische partij Fidesz van Viktor Orbán. De minister-president voert in een rap tempo wetten door die volgens de EU ernstig afbreuk doen aan de democratische rechtsstaat. Zo zou hij de rechterlijke macht onder controle van de staat brengen. Daarnaast zou Orbán de persvrijheid belemmeren en een xenofobe politiek voeren, die tegen vluchtelingen en migranten is gericht. Het christelijke Hongarije wordt door de moslimmigranten bedreigd, stelt Orban. Sinds de verkiezingsoverwinning van april 2018 beschikt Fidesz over een tweederde meerderheid in het Hongaarse parlement.

Door zijn retoriek ligt Orbán niet goed bij de overige EU-landen. Zo voert Orbán een anti-campagne tegen George Soros, de Hongaars-Amerikaanse miljardair die linkse NGO’s financiert. Volgens Orbán is Soros verantwoordelijk voor de vluchtelingencrisis en de komst van moslims naar Hongarije. Ook richtte Orbán zijn pijlen op Jean-Claude Juncker, de voorzitter van de Europese Commissie, en op andere EU-politici. Vanwege dit gedrag en omdat Hongarije in eigen land de rechtsstaat zou ontmantelen, besloot de christendemocratische fractie EVP Fidesz als lid te schorsen.