Een pluimveebedrijf in Suriname was de droom van de Hollandse ondernemer Gerard van den Bergh. Het werd geen sprookje. Hij ondervond corruptie en overleefde een aanslag op zijn leven.
Het leek zo’n mooi idee, een pluimveebedrijf in Suriname. Ondernemer Gerard van den Bergh (64) vroeg aan zijn Surinaamse vrouw of ze met hem naar haar geboorteland wilde verhuizen. ‘In eerste instantie wilde ze niet, maar uiteindelijk hebben wij besloten om het toch te doen’, zegt Van den Bergh.
Achteraf gezien was die eerste reactie van zijn vrouw verstandig geweest. De kersverse pluimveehouder en zijn vrouw worden in het nieuwe land al snel tegengewerkt, schrijft Van den Berg in zijn boek Zakendoen in Suriname – corruptie op het hoogste niveau, dat hij in eigen beheer heeft uitgegeven. Het boek zorgde voor opschudding in Suriname en werd zelfs besproken in het Surinaamse parlement.
U beschuldigt mensen in Suriname van corruptie. Dat kan toch niet zomaar?
‘Het is een boek met vooral feiten, zonder dat iemand direct wordt beschuldigd. De lezer kan zelf conclusies trekken. Uit de honderden mails en WhatsApp-berichten die ik inmiddels heb gekregen, blijkt dat ik veel steun krijg van het Surinaamse volk. Dat is een unicum. Normaal krijgt een wit persoon nooit zoveel steun.’
Had u voordat u ging twijfels om te ondernemen in Suriname?
‘We wisten natuurlijk dat er veel corruptie was in Suriname, maar dat het er ook gevaarlijk was niet. Toch heb ik in 2008 bij aankomst een wapenvergunning aangevraagd. Dat gaf mij toch een veiliger gevoel.’
Waar gaat uw boek over?
‘Wat voor de meeste mensen ondenkbaar is, is in Suriname een normale manier van werken. Er is ontzettend veel corruptie. Ze noemen het ook wel toekoe. Dat betekent iets lekkers geven onder de tafel om voor elkaar te krijgen wat je wil.
‘Het was een vreemde ervaring voor mij om te zien hoe sommige mensen in staat waren om te krijgen wat ze wilden. Ik ben nooit betrokken geweest bij omkoping. Mensen om mij heen hebben mij weleens gezegd dat ik het misschien beter wel had kunnen doen om mijn situatie te verbeteren.’
Wat heeft u meegemaakt?
‘Ik kreeg op een gegeven moment geen importvergunning meer voor broedeieren, terwijl mijn concurrenten die wel kregen. Nadat iemand had geklaagd bij de Belastingdienst ontving ik een aanslag voor omzetbelasting voor doksa (Surinaams voor eend), terwijl er geen omzetbelasting op pluimvee zat.
‘Na een discussie met de directeur van de Belastingdienst duurde het vijf jaar voordat het probleem werd opgelost. Zelfs met een brief van de baas van die directeur bleef hij bij zijn beslissing. Zijn opvolger luisterde wel naar de baas, waardoor het uitblijven van een vergunning uiteindelijk werd opgelost.’
Was dat een normale gang van zaken in Suriname?
‘Ja, degenen met het meeste geld waren vaak de mensen die in de praktijk het land bestuurden en niet de bestuurders zelf. We hadden een verzoek van de president met handtekening naar de minister van Landbouw gestuurd voor de importvergunning van broedeieren, maar zelfs toen werd er niks mee gedaan. Na een rechtszaak, waar de president ook moest verschijnen, heeft de rechter de minister bevolen om ons de importvergunning te verlenen.
‘Dit kost natuurlijk veel geld en tijd. Het is erg frustrerend om constant dit soort processen te moeten doorlopen. Dat mensen met het meeste geld het land besturen is wel duidelijk in Suriname. Dit houdt ook de toekomst van het land tegen. Het volk wordt er zwaar door benadeeld.’
Is het gevaarlijk om deze rechtszaken aan te spannen?
‘Ja, het zorgde voor gevaar voor mij en mijn familie. Na een gewonnen rechtszaak tegen een investeerder van mijn bedrijf is er een aanslag op mijn leven geweest. Op camerabeelden is te zien dat er zes gewapende mannen een uur lang in mijn huis waren.
Op het laatste moment kon ik niet mee met het regeringstoestel
‘Ze hebben niks gestolen, geen kast of la opengetrokken. Ze stonden constant met wapens in de hand voor mijn slaapkamerdeur. Als ik de deur open had gedaan dan had dat mijn leven gekost. Na een uur besloten ze om mijn slaapkamerdeur open te breken, waarvan ik wakker schrok. Er volgde een schietpartij. Er werden in totaal 27 schoten gelost, een paar kogels belandden in mijn bed, mijn bank en in de muur. Zelf overleefde ik de aanslag, maar twee mensen in de kamer raakten gewond, een persoon overleed. Maar het meest merkwaardige is dat deze aanslag vervolgens in de doofpot belandde.’
Bent u daarna nog lang in Suriname gebleven?
‘Ik had er niet zoveel last van, maar mijn vrouw was heel erg bang geworden. Zij wilde terug naar Nederland. Na een vakantie in Nederland moest ik haar overtuigen om terug te gaan naar Suriname, wegens alle bezittingen die daar waren. De doodsteek van ons verblijf in Suriname was het moment dat wij geen importvergunning meer konden krijgen.’
Heeft u veel financiële tegenslag gehad door uw tijd in Suriname?
‘Ja, toen we gingen samenwerken met de investeerders was mijn bedrijf getaxeerd op tien miljoen dollar. Nu ben ik alles kwijt. Ik heb vijfentwintig jaar in het buitenland gewoond, waardoor ik geen pensioen heb of een AOW krijg. Ik heb echt een serieus probleem door mijn tijd in Suriname.’
U zegt onder andere dat ons beeld van Suriname haaks staat op de werkelijkheid. Waarom zegt de Nederlandse overheid hier niks over?
‘Enkele maanden terug was er een handelsdelegatie gepland naar Suriname. Ik was van plan om mee te gaan en had mij ook aangemeld. Echter, er was opnieuw toestemming nodig van Suriname. Op dat moment ontving ik een uitnodiging van het kabinet van de president. Daarbij werd mij vriendelijk verzocht om te zwijgen over de nare ervaringen die ik had meegemaakt. Ik stemde hiermee in, maar het voelde dubbel: aan de ene kant werd er een handelsdelegatie georganiseerd, maar aan de andere kant werd er weinig gedaan om potentiële deelnemers te informeren over de realiteit daar.’
‘Op het laatste moment kon ik niet mee met het regeringstoestel, waar iedereen in zou zitten. Ik was bereid om zelf de kosten te dekken, maar dat kon niet. Hierdoor besefte ik dat mijn deelname aan de handelsdelegatie weinig zin had. Het leek alsof er bewust werd vermeden om belangrijke informatie te delen met mensen die geïnteresseerd waren in ondernemen in Suriname.’
Is Nederland dan onwetend over de situatie in Suriname?
‘Nee, dat is niet het geval. Ik heb gesprekken gevoerd met de Nederlandse ambassade. Ze zijn op de hoogte van verschillende incidenten, waaronder de overval met dodelijke afloop en het uitblijven van een onderzoek. Toch wordt er aangedrongen om te zwijgen.’
Waarom zou de Nederlandse overheid dat doen?
‘Ik kan alleen maar speculeren waarom dat gebeurt. Ik heb zelfs geprobeerd om de Nederlandse ambassade te betrekken bij het initiëren van een onderzoek, maar zij stellen dat dit een zaak is voor de Surinaamse overheid.’
De Surinaamse president Santokhi heeft een kort geding aangespannen tegen Van den Bergh vanwege zijn foto die op de voorkant van het boek is afgebeeld. De rechter doet komende woensdag uitspraak.