Home Columns 2023 is geen 1933

2023 is geen 1933

Martin Bosma is voorzitter van de Tweede Kamer en mijn halve vriendenkring is in rep en roer. Zijn verkiezing komt extra hard aan nu de PVV de grootste fractie in de Tweede Kamer is geworden en er wordt gewerkt aan een PVV-regering. Allerlei mensen roepen dat de situatie lijkt op 1933, het jaar dat Hitler aan de macht kwam en in korte tijd de democratie afbrak. Staan we aan het begin van donkere tijden? Enige relativering lijkt me op zijn plaats.

Hoe erg is het dat de grondwet, rechtsstaat en grondrechten nu in de formatie worden besproken? Is dit de glijdende schaal waarbij vanzelfsprekendheden van de liberale democratie bij het grofvuil komen te staan? Dat is niet helemaal zeker. In de eerste plaats kunnen de formerende partijen over de grondwet kletsen tot ze een ons wegen, maar daarmee is die nog niet veranderd. Daarvoor is een meerderheid in beide Kamers nodig en nieuwe verkiezingen. De mogelijke PVV-coalitie heeft nu al geen meerderheid in de Eerste Kamer, laat staan de vereiste twee derde meerderheid.

Het is natuurlijk beter om de grondrechten en de rechtsstaat helemaal niet te hoeven bespreken, maar voorlopig is er geen bewijs dat Pieter Omtzigt eraan wil morrelen. Sterker nog: je zou kunnen denken dat hij een slimme strategie heeft om te zien of er enigszins met de PVV samen te werken valt. Die vraag is onontkoombaar na de PVV-overwinning.

Geert Wilders probeert zich nu milder voor te doen dan voorheen en er is alle reden om je af te vragen hoe oprecht dat is. Daarom is er voor de vraag of er met de PVV samengewerkt kan worden tijd nodig. Denk terug aan het debat tussen Thierry Baudet en Mark Rutte – onder leiding van Jeroen Pauw – voor de Europese verkiezingen van 2019. Rutte wilde dat debat wel voeren, maar alleen als het een uur zou duren. De reden: Baudet houdt zo’n debat maar een half uur vol.

En zo ging het: Baudet was charmant en innemend en kwam met allemaal mooie oneliners. Maar na een half uur was hij door zijn repertoire heen, begon hij te improviseren en toen was the deep state niet ver weg. Soms is het prima om extreme politici een podium te geven, je moet je alleen vooraf afvragen hoe dat podium eruit ziet.

het is de vraag of Wilders deze formatiefase politiek overleeft

Zie hier de vergelijking met nu. Het is gemakkelijk voor Wilders om te zeggen dat hij zijn toon matigt, dat hij er voor iedereen is en dat de vrijheid van godsdienst niet wordt ingeperkt. Wilders houdt dat in de formatie vast wel even vol. De vraag is: lukt dat ook als er twee maanden overheen gaan, als er in de tussentijd nieuws over asielzoekers of de islam is en de nieuwbakken PVV-Kamerleden zonder hun leider – die zit te formeren – hun mening beginnen te geven?

We weten niet wat een PVV-regering brengt en er is alle reden verontrust te zijn, maar de grondwet is niet in de vuilnisbak gegooid en het is maar de vraag of Wilders deze formatiefase politiek overleeft. Het heeft er alle schijn van dat hij eerst tot vervelens toe door de rechtsstatelijke hoepels van Omtzigt moet springen om te bewijzen dat zijn partij en ideeën echt geen gevaar zijn voor de grondrechten en vervolgens een compromis moet tekenen waarbij de rechtsstaat wordt gerespecteerd. Plus beloftes over stoppen met opruiende taal.

Comfortabel zal het nooit voelen, maar dit is geen 1933. Ondertussen is er een lichtpuntje: omdat termen als extreemrechts en radicaal rechts veel worden gebruikt maar nooit uitgelegd, lijkt de PVV voor veel Nederlanders acceptabeler dan Wilders is. Dankzij de huidige ontwikkelingen leren we in hoog tempo bij en zijn we straks – als er al een coalitie uit deze formatie rolt – meer dan ooit in staat er een kritische evaluatie van te maken. Juist op het punt van de Grondwet, de grondrechten en rechtsstaat.

Pieter Omtzigt weet dat ook. Als hij aan de rechtsstaat morrelt is dat ook zijn politieke einde.