Home Columns Als het zo moet, kunnen Volt en D66 beter helemaal niet meer...

Als het zo moet, kunnen Volt en D66 beter helemaal niet meer aan diversiteit doen

In februari werd Nilüfer Gündogan geschorst als Tweede Kamerlid van Volt. Ze zou grensoverschrijdend gedrag hebben vertoond en gezorgd voor een onveilige werkomgeving. De mediastorm die opstak beschadigde niet alleen haar naam, maar leidde ook tot haar vertrek bij Volt. Drie maanden later is D66-Europarlementariër Samira Rafaela aan de beurt. Ook over haar is geklaagd: ze zou zich onder andere hebben bezondigd aan machtsmisbruik. Wat dit voor haar toekomst bij D66 betekent is nog niet bekend, maar we zien wel opmerkelijke overeenkomsten tussen haar zaak en die van Gündogan. Een top tien.

  1. Beide politica’s hebben een behoorlijke fanbase. Gündogan was al snel het belangrijkste gezicht van Volt, zelfs ten koste van haar partijleider. Rafaela mag zich verheugen in een enorme populariteit onder de jongeren van D66.
  2. In beide gevallen was er al langer sprake van een conflict. Bij Gündogan begon het conflict met politiek leider Laurens Dassen al maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2021, tussen Rafaela en haar collega Sophie in ’t Veld ging het al snel na de Europese verkiezingen van mei 2019 mis.
  3. In beide gevallen was dit al min of meer tot de buitenwereld doorgedrongen. Over Gündogan werd al sinds de start van haar Kamerlidmaatschap geroddeld dat er niet met haar te werken zou zijn, bij Rafaela gingen de laatste maanden verhalen rond over interne problemen.
  4. Bij zowel Gündogan als Rafaela is er in eerste instantie geklaagd door een oud-medewerker. In beide gevallen was het iemand die op het punt stond te worden ontslagen. Bij Rafaela kwam dat ontslag er ook, bij Gündogan overleefde de medewerker de interne crisis, in tegenstelling tot het fractielid.
  5. In beide gevallen werd er onderzoek gedaan naar de klachten en leverde dat geen conclusies op waar iedereen zich in kon vinden. Bij Gündogan kwam er nooit onderzoek waar alle partijen achter stonden. Rafaela vindt het onderzoek dat naar haar is gedaan gepruts.
  6. Zowel Gündogan als Rafaela hebben een advocaat in de arm genomen omdat ze de pogingen om hun naam te besmeuren willen tegengaan. Bij Gündogan leidde dat tot een kort geding en een groot aantal aangiftes tegen mensen van Volt. Rafaela heeft ook een advocaat ingeschakeld.
  7. Beide politica’s hebben reden voor wantrouwen. Bij Gündogan deed het partijbestuur helemaal niets want ze wisten niet wat ze met de zaak aan moesten. Bij Rafaela kwam er wel een onderzoek, maar dat blijkt niet onafhankelijk te zijn uitgevoerd aangezien de partijvoorzitter zich ermee bemoeide.
  8. Rafaela werd expliciet om haar achtergrond op de kandidatenlijst van D66 gezet in een poging meer diversiteit te krijgen. Bij Gündogan lijkt dit ook een enorme rol te hebben gespeeld: Volt is een zeer witte partij met nauwelijks Nederlanders van kleur.
  9. Rafaela en Gündogan staan in hun partijen bekend om hun scherpe tong, zelfverzekerde houding en stevige persoonlijkheid. Of het nou Volt of D66 is: in beide partijen kan men zulke sterke persoonlijkheden niet aan, want medewerkers beginnen al snel te klagen dat ze zich onveilig voelen.
  10. Zo illustreren beide partijen het nare fenomeen dat vrouwen van kleur hoog op de kandidatenlijst van de eigen partij terecht kunnen komen, zolang dat goed uitkomt voor de PR en een eigentijds imago als ‘partij voor alle Nederlanders’. Deze vrouwen moeten zich schikken naar de heersende mores, niet hun grote mond open trekken, hun eigen mening inslikken en braaf achter de leiding aanhuppelen. Als ze dat niet doen, vormt elke klacht van een medewerker of partijlid een goede stok om ze mee te slaan.

Beide partijen illustreren: vrouwen van kleur kunnen hoog op de lijst komen, zolang dat goed uitkomt voor de PR en ze braaf achter de leiding aanhuppelen

Lastige mensen zijn in alle politieke partijen ruimschoots in de meerderheid, maar juist deze vrouwen van kleur worden er hardhandig uitgewerkt. Als het zo moet, kunnen Volt en D66 beter helemaal niet meer aan diversiteit doen.