Er is iets in mij kapot gegaan. Mijn geloof in de politiek en samenleving is weg. Hoe kan er zo weinig medeleven zijn met de slachtoffers waar ik mij zo sterk mee verbonden voel?
Het zijn slechts enkele reacties op de soms tegengestelde mening van anderen over de heropleving van het Israëlisch-Palestijnse conflict. De oorlog in Gaza is veel mensen hier niet in de koude kleren gaan zitten, to put it mildly. Mensen zijn boos, verdrietig, bang enzovoort. Tegelijkertijd hebben veel mensen het gevoel dat er ook in Nederland iets is kapotgegaan. Ze vragen zich af hoe onze samenleving ooit weer kan herstellen.
Zorgelijk. Een buitenlands conflict drijft de tegenstellingen in Nederland op de spits. De tegenstellingen daar worden bovendien geïnternaliseerd en op onze eigen samenleving geprojecteerd.
Heel zorgwekkend allemaal, maar niet omdat het waar is. Onze samenleving is niet kapot. Want laten we wel wezen. Bij Joodse kinderen die niet meer naar school durven, Joodse instellingen die zwaar worden beveiligd en moskeeën die worden beklad, daar zien we de gevolgen van het conflict. De meeste mensen ondervinden geen hinder van de oorlog in Gaza.
Dat mensen bang of boos zijn in deze tijd, dat is begrijpelijk. Het is verschrikkelijk wat er in Gaza gebeurt en wat er op 7 oktober in Israël gebeurde. Maar degenen die nu beweren dat er iets in hen is gebroken, gaan een stap verder. Ze laten zich meeslepen door hun emoties en houden het conflict te weinig op afstand. Ze kunnen het niet goed een plekje geven en hebben het Israëlisch-Palestijnse conflict geïnternaliseerd. Alsof ze zelf, bij wijze van spreken, in de frontlinie staan. En als gevolg van de sterke associatie met een van beide kampen in dit conflict keren zij zich ook af van de ander. Want de andere partij, dat is de tegenstander, dat is de vijand.
Terwijl, we zouden juist kritisch moeten zijn op het toelaten van gevoelens van affectieve polarisatie, van wij-zij-denken, van othering in onszelf. Wanneer we blijven roepen dat er iets in ons is gebroken wat niet meer hersteld kan worden, dan dragen we bij aan het verscheuren van het weefsel van de samenleving. Want hoe kunnen we nog fatsoenlijk samenleven met diegenen die iets in ons hebben doen breken?
Hoe je het ook wendt of keert, we leven in Nederland
Het is op zich een goede zaak dat we solidair zijn met de ander, ook de ander in het buitenland. Maar eigenlijk zouden we grenzen aan onze solidariteit moeten stellen. Op scholen, hogescholen en universiteiten leren we onze kinderen dat ze internationaal georiënteerd moeten zijn, verbonden met anderen en solidair met mensen elders. Maar laten we naast internationaliseren ook eens proberen onze kinderen te nationaliseren, als het op de impact van buitenlandse conflicten in onze samenleving aankomt.
Want hoe je het ook wendt of keert, we leven in Nederland. Ons land is niet het Midden-Oosten, of een ander deel van de wereld. Natuurlijk hebben conflicten elders hier een impact. Maar wij zijn niet dit conflict. Het is belangrijk dat we onze kinderen, maar ook onszelf, leren dat we hier in Nederland leven. En dat we in de eerste plaats hier, in onze eigen omgeving, pas echt een verschil kunnen maken. En dat die lokale betrokkenheid de kern is van goed samenleven. We kunnen leren van al die mensen die zich inspannen om een klein, maar betekenisvol verschil te maken in hun eigen omgeving.
Conflicten elders kunnen we er niet mee oplossen. Maar we kunnen er wel voor zorgen dat die conflicten niet naar onze eigen context overslaan. We moeten altijd een band proberen te houden met andersdenkenden, landgenoten die anders staan in dit conflict. Ook al verschillen we nog zo fundamenteel van mening. Want als we in onszelf wat kapot laten gaan, dan gaat er ook wat in de samenleving kapot. En zetten we onze eigen veiligheid op het spel. Met een schuin oog kijkend naar andere conflicten in de wereld is het zaak om dat, hoe dan ook, te voorkomen.