Home Hoofdredactioneel Heeft persvrijheid een kleur?

Heeft persvrijheid een kleur?

Hoofdredacteur Mehmet Cerit

Op 3 mei vieren we de Internationale Dag van de Persvrijheid. Bij uitstek het moment om stil te staan bij de gevaren en uitdagingen waar media en journalisten vandaag de dag mee te maken hebben. In grote delen van de wereld, waaronder ook democratische landen, staan de persvrijheid en de vrijheid meningsuiting onder druk.

In Turkije, onze NAVO-bondgenoot, zitten nog altijd tientallen journalisten gevangen, waaronder vrienden en collega’s van mij. Sommigen zelfs levenslang. Afgelopen maand werden er negen Koerdische journalisten gearresteerd.

Ook de prominente Turkse schrijver en journalist Ahmet Altan zat jarenlang vast. Sinds kort is hij vrij, maar een nieuwe gevangenisstraf van zes jaar hangt boven zijn hoofd.

Altan, een van de dapperste (linkse) intellectuelen van Turkije is nu opvallend stil. De stilte van Altan is beangstigend en een grote klap in het gezicht van jonge kritische Turken, die door zijn lef en scherpte werden geïnspireerd.

Niet alleen in Turkije, ook in democratische landen staat de persvrijheid op de tocht. Zo zien we in Duitsland een verontrustende vorm van persbreidel ontstaan. Denk aan het beleid van het grote mediabedrijf Axel Springer, dat journalisten expliciet vraagt ‘pro-Israëlisch’ te zijn. Het bedrijf stelde in 1967 vijf beginselen op waaraan medewerkers zich verplicht moeten houden. Een van die beginselen is de ‘verzoening tussen Joden en Duitsers en de ondersteuning van de rechten die van levensbelang zijn voor de staat Israël’.

De westerse gemeenschap beschouwt zichzelf als hoeder van vrijheid van meningsuiting

Begrijpelijk gezien de Holocaust, maar het ene onrecht wist het andere niet uit. Ik ben teleurgesteld in Duitsland. Heeft het land niet geleerd van de geschiedenis? Wat zijn die grote woorden over mensenrechten, rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid nog waard?

Naar mijn mening proberen de meeste media in Nederland de oorlog in Gaza gebalanceerd te behandelen. Ze trachten alle geluiden, vooral het leed, naar voren te brengen. Natuurlijk zijn er altijd lezers en kijkers ontevreden. Te pro-Palestijns, of juist te pro-Israëlisch.

Er zijn journalisten opgestapt vanwege vermeend gebrek aan onafhankelijkheid. Telegraaf-journalist Fadime Demir nam ontslag omdat er geen ruimte was voor de Palestijnse kant van het verhaal. De Telegraaf volgt inderdaad een expliciete pro-Israël lijn.

Een andere trieste ontwikkeling is dat in Gaza journalisten doelbewust worden vermoord. Sinds de aanslag van Hamas op 7 oktober zijn er 103 journalisten en andere mediawerkers omgekomen door Israëlisch geweld. De westerse gemeenschap beschouwt zichzelf als hoeder van vrijheid van meningsuiting, maar blijft opvallend stil over deze misdaden. Dit roept de vraag op: hoe evenwichtig en neutraal zijn onze westerse journalistieke bolwerken eigenlijk? Het antwoord kan wel eens ongemakkelijk klinken: persvrijheid heeft mogelijk een politieke kleur.

Dit dwingt ons tot het stellen van de kernvraag: hoe zien fundamentele persvrijheid, vrijheid van meningsuiting en mensenrechten eruit in de huidige internationale en nationale context? Als we toestaan dat persvrijheid en vrijheid van meningsuiting selectief worden toegepast en mensenrechten geschonden mogen worden, openen we de deur voor autoritaire leiders en regimes, ook in Europa en de VS. Ook in ons land is de indirecte censuur al lang begonnen. Vorige week waren journalisten van onder meer de Volkskrant en de Groene niet welkom bij een conservatief congres in Boedapest waar Wilders en Viktor Orbán spraken.

We hebben sterke instituties in ons land, waaronder sterke, onafhankelijke media. Die status is geen garantie, persvrijheid vraagt elke periode opnieuw een open oor, een scherp oog en een waakzame pen.