Home Interview ‘Kuzu en Öztürk zijn nep, dominant, narcistisch’

‘Kuzu en Öztürk zijn nep, dominant, narcistisch’

Foto: de Kanttekening. Ian van der Kooye (Nickerie, 1972) was campagneleider van Denk. Eerder zat hij in het campagneteam van Barack Obama bij zijn eerste verkiezing tot president van de Verenigde Staten en stond hij op de Tweede Kamer-kandidatenlijst van de PvdA. Hij is medeoprichter van Artikel 1.
‘Ik voorspel dat Denk veel mensen gaat teleurstellen, mensen zullen erachter komen dat Ian en Sylvana toch gelijk hadden.’

Samen met Sylvana Simons verliet spindoctor Ian van der Kooye (45) eind vorig jaar de politieke partij Denk. Van der Kooye was campagneleider van de partij. In een interview met deze krant haalt hij hard uit naar Denk-leiders Tunahan Kuzu en Selcuk Öztürk. Zij hanteren volgens hem een polariserende retoriek die een potentieel gevaar vormt voor Nederland. Van der Kooye en Simons deden met hun nieuwe partij, Artikel 1, mee aan de Tweede Kamerverkiezingen afgelopen maart. Een zetel zat er niet in, de partij behaalde 28.700 stemmen. Van der Kooye, die de verkiezingscampagne van de partij leidde, vindt dat geen fiasco. Integendeel, hij spreekt van een groot succes. Hij meent dat Artikel 1 te weinig tijd had en het slechts een kwestie van tijd is dat de partij het parlement inkomt.

Hoe kijk je terug op de Tweede Kamerverkiezingen, wat is goed gegaan voor Artikel 1, wat niet?
‘We hadden maar 85 dagen en in die periode is het ons gelukt bijna dertigduizend mensen op ons te laten stemmen, dat is vrij fenomenaal. Het is iets waar ik erg trots op ben. Kortom, er is behoefte aan ons verhaal, maar we hadden te weinig tijd om voldoende mensen te overtuigen.’

Artikel 1 behaalde de meeste van zijn 28.700 stemmen in Amsterdam (11.424) en Rotterdam (4.297), maar scoorde relatief slecht buiten de Randstad. Hoe verklaar jij dat?
‘De kritiek dat we te ‘Randstad-georiënteerd’ zijn geweest, is terecht, dat hadden we beter moeten aanpakken. Anderzijds speelt het feit dat we weinig kandidaten hadden van buiten de Randstad ook een belangrijke rol. Verder speelt ons verhaal over inclusiviteit en verbondenheid tussen verschillende groepen veel concreter in de Randstad, want daar komen diverse mensen elkaar veel meer tegen dan in de rest van het land. Bovendien houden mensen buiten de Randstad over het algemeen veel vaker vast aan de traditionele partijen, dus het is niet alleen typisch voor Artikel 1 om slecht te scoren buiten de Randstad. Geen enkele nieuwe partij heeft goed gescoord buiten die regio. We hebben tijd nodig om ons te profileren en te bewijzen.’

Hoe zie jij de toekomst van Artikel 1?
‘Wij gaan door. We bereiden ons al voor op de volgende Tweede Kamerverkiezingen. Allereerst gaan we professionaliseren. Dat betekent dat we mikken op meer kwaliteit binnen onze politieke beweging. Onze leden zullen we stimuleren actiever te worden en we zullen een bestuur kiezen tijdens onze eerstvolgende algemene ledenvergadering, waarbij verscheidene functies toegevoegd worden aan het bestuur. We gaan met onze leden praten over de toekomst. We willen ook een wetenschappelijk bureau oprichten en deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar.’

Volgens journalist Robert Vuijsje is de anti-racisme-beweging doorgeslagen. ‘Daarin is ruimte voor een select gezelschap aan minderheden’, zei hij onlangs in een lezing in het Verzetsmuseum in Amsterdam. Hij is kritisch op mensen die juichen voor het afschaffen van de Dodenherdenking op 4 mei. Wat vind jij daarvan?
‘Onzin, de anti-racisme-beweging als geheel is niet doorgeslagen. Hoe meer, hoe standvastiger racisme en andere vormen van discriminatie bestreden worden, hoe beter. Racisme wordt nu duidelijker, het wordt meer naar de oppervlakte gebracht. Men praat er openlijk over, veel meer dan in het verleden, en veel meer wantoestanden worden benoemd. Het is voor sommige mensen lastig racisme te herkennen en erkennen, vandaar dit soort uitspraken. Het is goed dat we op 4 mei twee minuten stilte houden om de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te herdenken, en roepen ‘dit nooit meer’, maar als we de rest van het jaar ook stil zijn, en het hedendaagse racisme negeren, dan herhalen dezelfde processen zich. 4 mei moet ook gaan over nu en de toekomst, we moeten met elkaar negatieve patronen signaleren en bestrijden. Laten we op 4 mei twee minuten stil zijn, en de rest van het jaar uitschreeuwen dat we tegen racisme zijn.’

De Holocaust is de gruwelijkste daad van genocide, het is de zwartste bladzijde uit onze geschiedenis, begrijp je niet dat het belangrijk is dat er zeer specifiek aandacht aan wordt besteed?
‘Jawel, maar de geest van de Dodenherdenking is dat we voorkomen dat mensen lijden. Daarbij moeten we niet selectief zijn, we moeten het breder trekken en niet stilstaan bij alleen de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, maar alle oorlogsslachtoffers, dat gebeurt al, we doen het al jaren en we blijven het doen. Er zijn mensen die er belang bij hebben dat de Dodenherdenking alleen over de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog gaat, het lijkt erop dat zij vinden dat dat het enige is waar wij ons zorgen over moeten maken. We moeten ons zorgen maken om alle mensen, de mensen die in het verleden hebben geleden én de mensen die nu lijden.’

Not on my watch. Dat zei jij onlangs in een toespraak, wat tot nogal wat ophef leidde onder Denk-aanhangers. Je ageerde met deze one-liner tegen politieke partijen die mensen misbruiken voor electorale doeleinden. Hoewel je Denk niet expliciet noemde, leek je vooral te doelen op die partij. Heb je iets te zeggen tegen mensen die zich storen aan je woorden?
‘Die uitspraak is voornamelijk door Denk-aanhangers en Denk zelf uit zijn verband getrokken. Ze zijn continu bezig dingen in hun voordeel te framen. Dat maakt ze op den duur ongeloofwaardig. Wat ik in mijn betoog uitlegde, is dat wij, waarmee ik doel op mensen met een kleurtje, dus Surinamers, Antillianen, maar ook bijvoorbeeld Turken, Koerden en Marokkanen, worden gebruikt als stemvee door politieke partijen waarin witte mensen de macht hebben. Deze partijen bekommeren zich onvoldoende om ons, ze focussen vooral op het vergroten van hun eigen politieke macht en invloed, dat is iets van alle tijden, het kenmerkt veel hedendaagse partijen. Helaas bleek het bij Denk niet anders te zijn, alleen gaat het dit keer om twee Turkse heren, die hetzelfde spelletje spelen. Ik ga niet mensen, van welke afkomst dan ook, bij een politieke partij halen om dat opnieuw mee te maken, om mensen voor het karretje te spannen. Not on my watch. Die uitspraak is dus dan ook geen verwijt gericht tegen de Turken, het is geenszins mijn doel de Turkse en Surinaamse gemeenschappen tegenoverelkaar te zetten, mijn kritiek richt zich specifiek op Kuzu en Öztürk, die niet met anderen willen samenwerken op basis van gelijkwaardigheid. Zij kunnen Turken, Marokkanen en Surinamers niet met elkaar verbinden. Maar ook Turken onderling niet, bijvoorbeeld alevieten en soennieten en aanhangers en tegenstanders van de AKP. En ook niet Turken en Koerden niet, Turken en Armeniërs, Turken en Assyriërs, en ga zo maar door. Ze zijn er niet op uit mensen te verbinden. Intussen framen ze dus feiten. Zulke trucjes van hen ken ik maar al te goed, toen ik bij Denk zat bespraken we dit soort methoden.’

Methoden? Vertel.
‘De massa beïnvloeden door middel van social media, waarbij de nadruk ligt op het continu profileren van jezelf als slachtoffer. Wat Denk bijvoorbeeld heel graag doet, is tegen mensen zeggen ‘de artsen laten je ouders of grootouders bewust doodgaan vanwege taalgebrek’, zonder daar bewijs voor te leveren. Waar Denk constant mee bezig is, is mensen verwijderen van het land waarin zij leven. De politie is tegen je, het onderwijs is tegen je, de zorg is tegen je, de politiek is tegen je, de media zijn tegen je… Onlangs hebben ze de rechtszaak tegen mij en Sylvana verloren (Denk spande een rechtszaak aan tegen Van der Kooye en Simons op beschuldiging van de schending van de geheimhoudingsclausule, die zij getekend zouden hebben, door na hun vertrek bij Denk kritiek te uiten op de partij; de partij eiste in totaal honderdduizend euro van de twee, red.), dus wees niet verrast als zij binnenkort zeggen dat ook de rechtspraak tegen je is. Iedereen is tegen je, dat is de retoriek die zij inzetten. Wat zij daarmee doen, is hun volgers een hekel laten krijgen aan Nederland, dat vind ik een potentieel gevaarlijke ontwikkeling en dat is ook de reden dat ik de partij heb verlaten.’

Wat dacht je toen je hoorde dat jullie de rechtszaak hebben gewonnen?
‘De rechtszaak was van meet af aan kansloos. Maar het past perfect in de strategie van Denk: aandacht genereren door je te profileren als slachtoffer. Denk heeft de rechtszaak verloren, maar voor de achterban, voor wie de partij niets fout kan doen, is Denk de winnaar en zijn Sylvana en ik de verliezers, dus is de partij geslaagd in haar opzet. Het is altijd de schuld van de ander, zonder enige vorm van zelfkritiek. Daarnaast vind ik het verwerpelijk dat ze gemeenschapsgeld inzetten om onzinnige rechtszaken aan te spannen. Öztürk is multimiljonair. Laat hij het lekker zelf betalen.’

Wat is jouw ervaring met de manier waarop Kuzu en Öztürk omgaan met kritiek?
‘Zij dulden absoluut geen kritiek, het zijn twee dominante, narcistische mannen.’

Hoewel Denk progressief claimt te zijn, wordt de partij omschreven als conservatief, hoe zie jij dat?
‘Kuzu zelf is eigenlijk niet zo conservatief, hij doet alsof, om zijn conservatieve achterban tevreden te houden, hij hangt de vrome moslim uit, terwijl dat eigenlijk best wel tegenvalt. Öztürk is iets traditioneler, maar beide heren zijn sowieso veel minder conservatief dan dat zij zich voordoen. Ze houden mensen een illusie van conservatisme voor, om hun achterban tevreden te houden. Ze zijn nep. Ze nemen hun achterban in de maling.’

Heb jij dingen meegemaakt bij de partij die wijzen op een conservatieve visie op bijvoorbeeld man-vrouwverhoudingen of homo’s?
‘Denks kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen alleen al bewijst dat, er staat geen enkele homo op de lijst, terwijl ik weet dat homo’s wel hebben gesolliciteerd bij de partij. En er zijn veel te weinig vrouwen binnen de partij. Alle drie de Kamerleden van de partij zijn mannen, moslimmannen. De eerste moslima staat op plek acht, de diversiteit is ver te zoeken, ik vraag me af waarom vrouwen dat accepteren.’

Hoe divers is Artikel 1?
‘Allerlei verschillende mensen zijn verbonden aan de partij, kijk maar naar onze kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen. Het gros van onze kandidaten is vrouw, heeft een migratieachtergrond en/of is onderdeel van de LGBTQ+-community. Geen partij in Nederland is diverser dan Artikel 1.’

Hoe werd bij Denk gesproken over mensen die kritisch staan tegenover Erdogan?
‘Op de bekende, clichématige manier, zij werden neergezet als landverraders, als mensen die het niet snappen en een verborgen agenda hebben, de Koerden hebben eigen belangen, de alevieten hebben eigen belangen, dat soort stereotypen. Net zoals sommige media stereotypen hanteren voor de mensen bij Denk, hanteert Denk stereotypen voor mensen die Erdogan niet steunen.’

Waarnemers voorspellen dat Denk nog groter zal worden bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen. Hoe zie jij de toekomst van de partij?
‘Ik voorspel dat Denk veel mensen gaat teleurstellen, mensen zullen erachter komen dat Ian en Sylvana toch gelijk hadden. Mensen zullen moe worden van Denks negatieve toon, constante aanvallen op critici, compleet onvermogen tot zelfreflectie en ongeduld ten opzichte van kritiek. Daarnaast willen weinig partijen in de Tweede Kamer samenwerken met Denk, waardoor ze weinig zullen bereiken.’

Waarom zouden Turkse en Marokkaanse Nederlanders of moslims, die een significant deel van Denks achterban vormen, moeten stemmen op Artikel 1?
‘Artikel 1 zegt niet alleen divers te zijn, de partij is daadwerkelijk divers, ultra-divers. Wij zijn ons ervan bewust dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Streven naar gelijkwaardigheid, verbinden, het bestrijden van discriminatie, op basis van wat dan ook, is in het voordeel van ons allemaal. Wij richten ons op wat ons bindt en vieren de overeenkomsten tussen mensen, tussen Turken, Marokkanen, Antillianen, Surinamers en alle andere groepen die onderdeel zijn van onze samenleving, in plaats van te focussen op en het uitvergroten van de verschillen.’