David Zee (spreek uit: Zie) is de kleinzoon van een van de eerste Chinese zeelieden die zich permanent in Nederland vestigden. In Rotterdam-Katendrecht om precies te zijn. Zijn familiegeschiedenis tekende hij op in Chinese Kees.
De Rotterdamse wijk Katendrecht is al veel langer een multiculturele wijk dan menig ander stadsdeel. Sommige zeelieden vestigden zich hier en begonnen bijvoorbeeld een café. Er veranderde het een en ander door spanningen in de havens in onder andere Rotterdam. In 1911 was er sprake van een algemene staking, georganiseerd door de Zeeliedenbond. Stakingsbrekers waren niet zo makkelijk te vinden en daarom liet de Rotterdamse Lloyd Chinese zeelieden overkomen uit Londen. Pogingen van Duitse zeelieden om hier aan werk te komen mislukten, want er stonden op de stations welkomstcomités van Nederlandse stakers klaar om die lui eens een lesje te leren. Op Chinezen werd niet gelet. Daarom lukte het om hen binnen te smokkelen en als stakingsbrekers in te zetten. Het leverde wel de bijnaam ‘het gele gevaar’ op.
Met zoveel mogelijk mensen op een kamer
Zee Che Chai, de grootvader van David Zee, werkte op een koopvaardijvloot. ‘Dat was gevaarlijk werk, zeker tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij overleefde twee keer een Duitse aanval toen het schip waarop hij werkte werd getorpedeerd. Hiervoor heeft hij twee medailles en oorkonden gekregen. Intussen steeg het aantal Chinezen in Nederland explosief. In 1914 waren het er naar schatting 8.000, maar in 1918 ging het om tussen 30.000 en 40.000 mensen, werkzaam bij diverse Europese scheepvaartmaatschappijen. Uiteraard verbleven ze hoofdzakelijk in de havensteden Amsterdam en Rotterdam, waar zogenoemde boardinghuizen ontstonden. Daar logeerden de Chinese zeelieden tussen hun opdrachten door, maar daar moeten ze flink voor betalen. Ze moeten een deel van hun salaris afstaan voor eten en onderdak.’
Bij Chinese mensen ging vrijwel altijd iets mis met hun naam
Vooral dat onderdak was af en toe ronduit minderwaardig. De zeelieden zaten met zoveel mogelijk mensen op een kamer of zolder gepropt. Hoe meer gasten, hoe harder de kassa’s van de eigenaren rinkelden. Toch kozen de Chinese zeelieden voor de boardinghuizen, simpelweg omdat de rederijen hun nieuwe opdrachten via deze logeeradressen verspreidden. Dit systeem werd in stand gehouden totdat de crisis in de jaren dertig uitbrak. Er was minder handel, waardoor er minder werk was voor zeelieden. Ze verbleven langer in de boardinghuizen zonder de rekening te kunnen betalen. Maar opa Zee Che Chai had het allemaal heel anders aangepakt. Overigens ging er volgens David Zee bij Chinese mensen in Nederland vrijwel altijd iets mis met hun naam. In China noem je eerst je achternaam, daarna je voornaam. Leg dat maar eens uit aan een Nederlandse ambtenaar.
Leuke zus
Che Chai had besloten in Nederland te blijven en raakte bevriend met een Nederlandse man die een geweldig leuke zus bleek te hebben die viel voor de charmes van deze nette Chinese man. Alleen had trouwen met een Chinese man in die tijd vergaande juridische gevolgen. Je raakte namelijk je Nederlanderschap kwijt en je kinderen kregen de Nederlandse nationaliteit ook niet. ‘Toch trouwde mijn oma in 1925 met hem. Na zijn overlijden in 1967 was ze weer Nederlandse. Mijn moeder werd in 1947 Chinees toen ze met mijn vader trouwde. In 1975 kon ze haar Nederlanderschap terugkopen voor 3.500 gulden. Alle zeven kinderen waren vanaf hun geboorte Chinees en kregen de Nederlandse nationaliteit er toen bij. Mijn vader was Chinees en werd zoals de meesten van deze tweede generatie Chinezen stateloos. Dat kwam door de machtswisseling in China. Hij kreeg na verloop van tijd zijn Chinese nationaliteit weer terug.’
Het allereerste Chinese restaurant van Europa
Tegenwoordig vinden we het de normaalste zaak van de wereld dat we naar een Chinees restaurant gaan. Maar het allereerste Chinese restaurant op het Europese vasteland werd in de jaren dertig geopend op Katendrecht: Chong Kok Low. Opa Zee werkte er als kok. ‘Een tante van me had een relatie met de eigenaar. Ze had zakelijk inzicht. Het was haar uitvinding om maaltijden te bezorgen. Dat was een noviteit. Mijn tante leerde Chinees en heeft een heleboel Chinese mensen geholpen met tolken, brieven schrijven, enzovoort. Zonder dat ze het wist, was ze in Hong Kong geen onbekende. Toen ze een keer naar Hong Kong ging, werd ze opgewacht door een televisieploeg. Haar overlijden heeft in China de krant gehaald.’
Op Katendrecht ontstonden ook Chinese gokhuizen, maar daar stond op de deur dat het er verboden was voor Nederlanders. De autoriteiten vonden dit prima. Dan konden Nederlandse mensen niet verslaafd raken.
Niet iedereen was even blij met de Chinese aanwas. Op een gegeven moment, in 1937, zijn er talloze Chinezen die in Nederland woonden en hier een gezin hadden de grens overgezet. Het heeft soms jaren geduurd voordat sommige kinderen hun vader weer terugzagen. Als ze hem als terugzagen.
Een film als redding
De jaren dertig waren moeilijk, zeker op Katendrecht. Redding komt soms uit onverwachte hoek. In 1933 werd er in Duitsland een film opgenomen waarvoor veel Chinese figuranten nodig waren. Het salaris bedroeg vijf gulden per dag, wat in die tijd heel veel was. Achteraf bleek het zelfs hoger te zijn, maar iemand probeerde om een te royale portie commissie voor zichzelf te reserveren. Dat is echter niet gelukt. Opa en oma Zee hadden tijdens de opname van deze film zoveel verdiend dat ze op Katendrecht een winkel konden openen: de Katendrechtse Bazaar. ‘Alles begon met huishoudelijke artikelen en zaken als toiletpapier, maar het assortiment breidde in rap tempo uit. Op een moment kon je het zo gek niet verzinnen of ze verkochten het’, grinnikt David Zee. ‘Eten, vuurwerk, speelgoed. Mijn opa wist altijd iets te regelen. De ligging van Katendrecht, vlak bij de haven, was ideaal voor de aanvoer van goederen.’
Opa Zee was er altijd voor zijn gezin, maar hij was ook een man van zijn tijd. Toen de vader van David Zee en zijn broer en zussen klein waren, kregen ze weleens slaag met de riem. Niet zo vaak, maar zo ging dit nu eenmaal. Je kreeg slaag met het riempie, zoals het in Rotterdam werd genoemd. Alleen had opa Zee moeite met de ‘r’, dus hij zei tegen de kinderen als ze stout waren geweest: ‘Liempie halen.’
Overigens heeft het járen geduurd voordat de Chinezen die zich definitief in Nederland vestigden het land uit mochten. Daarom organiseerde de kerk op Katendrecht af en toe een uitstapje in eigen land voor de Chinese gemeenschap.
Een ander voordeel was dat Duitse soldaten niet op Katendrecht mochten komen
Bezoek van de Duitse bezetter
Op Katendrecht waren de Chinezen iets beter voorbereid op een oorlog dan de Nederlanders. David Zee vermoedt dat dit met de opiumoorlogen te maken heeft. In ieder geval hadden ze verschillende producten gehamsterd, zoals rijst, thee en koffie.
Uiteraard kon geen enkele winkelier of restauranthouder een bezoek van de Duitse bezetters weigeren. In een Chinees restaurant kwamen regelmatig Duitsers, wat de roddel veroorzaakten dat de Chinezen op de hand van de Duitsers waren. Totdat de eigenaar in zijn eigen zaak van een Duitser een pak slaag kreeg. Toen was duidelijk dat de zaken anders zaten.
Een ander voordeel van Katendrecht was dat Duitse soldaten niet op Katendrecht mochten komen. ‘Dat had alles te maken met geslachtsziekten die ze konden oplopen bij de prostituées die hier werkzaam waren. Daar zat de legerleiding niet op te wachten. Het gevolg was dat er op Katendrecht wat meer kon dan in andere wijken. Er zaten twee Amerikaanse piloten ondergedoken, net als Joodse mensen, én er werd verboden muziek gespeeld. Jazz was ten strengste verboden, maar in Negro Palace Belvédère trad bijvoorbeeld Teddy Cotton op. Reken maar dat er geen Duitse liederen werden gespeeld. Voor alle zekerheid stonden er hier en daar kinderen op wacht. Als er onverhoopt tóch Duitse soldaten op Katendrecht kwamen, dan waarschuwden ze meteen dat er iets anders gespeeld moest worden.’ Eén keer lukte het niet om te waarschuwen.
Tijden veranderen op Katendrecht
Dit boek staat vol wetenswaardigheden. Voor wie interesse heeft in Rotterdam, migratiegeschiedenis en in het bijzonder de Chinese gemeenschap is dit boek een aanrader. Het leest als een trein.
Op Katendrecht is veel veranderd. Opa Zee stierf in 1967. De winkel bestaat niet meer. In de jaren 80 werd Katendrecht overspoeld met heroïneprostituées. Er was altijd prostitutie op Katendrecht geweest, maar de dames wisten heel goed wie de brave huisvaders uit de buurt waren die geen klandizie vormden en niet benaderd wilden worden. Het vinden van betalende liefhebbers gebeurde in cafés, niet op straat. Dat was in één klap veranderd. De ambtenaren op het stadhuis begrepen het probleem niet, waardoor Katendrecht in een vrije val terecht kwam. Woonhuizen werden deal- en privéhuizen, winkels die sloten werden seksshops. Het tij is inmiddels gekeerd en Katendrecht wordt beschouwd als een hippe buurt, maar toch is er volgens David Zee veel verloren gegaan. Dat geldt ook voor een groot aantal Chinese restaurants, die op een gegeven moment werden gepest door de Belastingdienst. ‘Hun voorlopige aanslag werd gebaseerd op de voorraad rijst. Dit heeft veel restaurants de das om gedaan,’ zucht David Zee.
Lees er meer over in David Zee, Chinese Kees – Mijn vader, mijn opa, mijn familie in Chinatown Katendrecht, Verhalenhuis Belvédere, 130 blz., €20,-.