Home Kunst & Cultuur ‘Ik heb geen zorgeloze jeugd gehad’

‘Ik heb geen zorgeloze jeugd gehad’

Foto: Kevita Junior

Kunstenares Narges Mohammadi wil dat we luisteren naar kinderen die zijn gevlucht. 

Het kunstwerk van Narges Mohammadi (1993) valt uit de toon in Beelden aan Zee. Normaal worden er in het Scheveningse museum vooral sculpturen van metaal, hout en natuursteen getoond. Nu ligt er strandspeelgoed in een jasje van papier-maché. Een emmer en een schepje, een kapotte vlieger, zwemschoentjes. Dat je vanuit de zaal uitkijkt op zee is bijzonder confronterend, vertelt de Afghaans-Nederlandse kunstenares, die in 2022 het Stokroos Sculptuur Stipendium en de Charlotte van Pallandt prijs voor jonge kunstenaars won.

Narges Mohammadi vluchtte samen met haar gezin uit Afghanistan toen ze ongeveer vier jaar oud was. Het gezin woonde na aankomst in Nederland lange tijd in verschillende asielzoekerscentra, onder meer in Eindhoven en het Friese Joure. Daar waar de zee voor veel mensen de associatie met ontspanning en vertier oproept, herinnert het Mohammadi aan de gevaarlijke tocht die zij als kind met haar naasten moest afleggen. Met haar grootschalige kunstinstallatie The kite that never flew neemt ze de bezoeker mee op zo’n vlucht. Ze laat zien dat wat voor de een mooi of vanzelfsprekend is, voor de ander een bron van angst en trauma kan zijn. De ervaring van vluchten werkt nog lang door, tot op volwassen leeftijd.

Door de riskante vlucht vanuit Afghanistan en het opbouwen van een nieuw bestaan in Nederland had jij geen zorgeloze jeugd. In hoeverre heeft het gemis van een onbekommerde kindertijd invloed op je kunst?

‘Toen ik laatst bij de tandarts was, besefte ik de impact hiervan. Ik hoorde een moeder met haar kindje praten in één van de behandelkamers. Het was duidelijk dat ze haar zoon van tevoren had gerustgesteld en voorbereid op het tandartsbezoek. Het kind had veel plezier en stelde allerlei vragen. Ik dacht toen aan hoe die eerste keer bij de tandarts voor ons was. Voor mijn moeder was het nieuw, dus zij kon ons niet voorbereiden. Als kinderen vonden wij de tandarts maar eng. Het leven was niet altijd makkelijk. Ik ging tot mijn achtste ook nooit echt naar school. Ik moest dus een gigantische inhaalslag maken zowel op de basisschool als op de middelbare school. Nu weet ik dat als ik iets voel, angst of boosheid, dat ik dat ook mag uiten. Ik probeer de wereld te begrijpen vanuit een ervaring die mij nooit is gegund. Voor mij is het maken van kunst een manier om dingen te ontdekken als een kind. Maar dan met een vertraging. Bij de tandarts besefte ik dat dit eigenlijk de reden is dat ik kunst maak.’

‘Vluchtelingen laten alles achter’

Je put vaak inspiratie uit je persoonlijke herinneringen. De thematiek in je werk is onlosmakelijk verbonden met je bi-culturele afkomst. Toch praat je hier weinig over. Is dit een bewuste keuze?

‘Ja en nee. Mijn achtergrond is mijn realiteit. In eerste instantie lijkt die niet anders dan die van een ander, totdat je ontdekt dat bepaalde ervaringen toch verschillen van die van de mensen om je heen. In mijn kunst nodig ik de toeschouwer uit om scherper te kijken. Ik wil dat je als bezoeker de zaal binnenkomt en denkt: leuk, allerlei strandspulletjes. Pas wanneer je stilstaat bij de titel, tekst en foto’s, moet je perceptie gaan kantelen. Dat moment vind ik interessant. Ik wil dat die kanteling vanuit een gevoel van herkenning voortkomt. We zijn per slot van rekening allemaal mensen. We hebben allemaal dingen meegemaakt.’

Met deze installatie geef je aandacht aan de vlucht van migranten. Je wilt de menselijke kant van het verhaal vertellen. Is het de rol van kunstenaars om bezoekers nieuwe inzichten te geven?

‘Lastig. In de media wordt soms de term gelukszoekers gebruikt, terwijl veel mensen niet vrijwillig hun thuis ontvluchten. Migranten, die de oversteek in gammele opblaasbare rubberbootjes wagen, hebben vaak jarenlang geld opzij gezet om de mensensmokkelaars die misbruik maken van de situatie te betalen. Ze laten alles achter. Ik denk dat kunst, net als literatuur, film en theater, inzicht kan geven in wat dat met iemand doet. Er wordt veel kunst gemaakt over vluchtelingen. Maar hoeveel kunstenaars hebben ook zelf een vlucht beleefd? Kunst wordt anders als je zelf gevlucht bent. Gebeurtenissen zijn veel complexer en gelaagd, minder symbolisch. Kunst komt dan anders binnen bij de toeschouwer.’

Je gebruikt vaak ongebruikelijke materialen in je kunst, zoals stro, zeep en de Perzische lekkernij halva. Voor The kite that never flew heb je papier-maché gemaakt van katoen. Waarom heb je hiervoor gekozen?

‘Ik raak geïntrigeerd door allerlei dingen. Een soort kinderlijke ontdekkingsdrang. Wat is dat? Wat kan ik ermee? Hoe werkt het? Ik kijk met een open en nieuwsgierige blik naar de wereld en beperk mij niet tot één soort materiaal. Het dwingt me om creatief te blijven.

‘Als kind was ik soms verdrietig, angstig of boos, maar dat hield ik allemaal binnen’

‘Voor deze installatie wilde ik graag werken met licht materiaal, als tegenhanger van het zware verhaal. Daarnaast is papier-maché speels en dat past bij het kinderlijke aspect. Bovendien vond ik het interessant om te werken met materiaal dat je niet snel in een museale omgeving ziet. Ik heb veel research gedaan. Want hoe maak je iets van papier-maché wat duurzaam is en lang meegaat? Uiteindelijk kwam ik uit op honderd procent katoen.’

Er is veel ellende op de wereld, denk aan Afghanistan, Congo, Oekraïne en natuurlijk Gaza. Er groeien nu opnieuw kinderen op die zwaar getraumatiseerd zijn. Wat zou jij tegen hen willen zeggen?

‘Het hangt er vanaf waar de kinderen zijn. Zijn ze nog in het land van herkomst? Of zijn ze al hier? Als ze veilig zijn aangekomen en in een asielzoekerscentrum zitten dan zou ik hen willen vertellen dat hun gevoelens belangrijk zijn. Luister naar je gevoel, maak daar ruimte voor, ook al lijkt daar geen ruimte voor te zijn.

‘Als kind was ik soms verdrietig, angstig of boos, maar dat hield ik allemaal binnen. Achteraf gezien had ik die gevoelens misschien wel moeten uiten en vragen kunnen stellen. Ik heb dit nou eenmaal meegemaakt. Je wordt ergens geboren, in een gezin, in een land, daar kan niemand iets aan doen. Er zijn ook omstandigheden die je wel kunt veranderen. Kinderen die na een vlucht voor het eerst naar de basisschool of zwemles gaan, hebben aandacht nodig.

‘Ik hoop dat door mijn werk mensen beter begrijpen wat de impact is van al die traumatische ervaringen op het leven van een kind. Ik was ouder dan de andere kinderen toen ik mijn zwemdiploma haalde. Had iemand bij zwemles de andere kinderen uitgelegd waarom ik ouder was, of simpelweg tegen me gezegd dat alles goed was, dan had ik mij al minder opgelaten gevoeld. Maar dat is nooit gebeurd.

‘Ik denk dat het enorm belangrijk is voor kinderen die snel volwassen moeten worden door omstandigheden waar ze geen invloed op hebben, dat ze luisteren naar hun gevoelens. Dat ze weten dat ze dat mogen doen. Dat is een andere vorm van overleven. Emotioneel overleven.’

De tentoonstellingThe kite that never flew’ is tot 28 januari 2024 te zien in museum Beelden aan Zee.