Home Nieuws Hulp aan aardbevingsslachtoffers Afghanistan verloopt traag

Hulp aan aardbevingsslachtoffers Afghanistan verloopt traag

Afghanen zoeken naar overlevenden van de aardbeving die afgelopen zaterdag plaatsvond. Bron: still YouTube/NOS Jeugdjournaal

Omdat de blik van de wereld nu op Israël en Palestina is gericht, dreigen Afghanen, die afgelopen weekend slachtoffer werden van een verschrikkelijke aardbeving, te worden vergeten.

Afgelopen zaterdag heeft een verwoestende aardbeving in Afghanistan aan meer dan tweeduizend mensen het leven geëist.

De aardbeving, met een kracht 6,3 op de schaal van Richter, richtte een bloedbad aan. Daarna volgden enkele zware naschokken. Het epicentrum van de aardbeving lag ongeveer veertig kilometer ten noorden van de Afghaanse stad Herat, schrijft NOS.

De Taliban, die sinds augustus 2021 weer over Afghanistan heersen, spreken van ‘een grote tragedie’. De aardbeving heeft niet alleen veel mensenlevens gekost, maar er zijn ook vele huizen verwoest. Er is dringende behoefte aan drinkwater, kleding, medicijnen, tenten en voedsel, aldus de Taliban. Maar het getroffen gebied is moeilijk te bereiken omdat de wegen in Afghanistan slecht zijn, vanwege alle oorlogen die sinds 1979 het land hebben geteisterd.

Hulporganisaties en ngo’s willen dat de internationale gemeenschap in actie komt, maar slechts weinig landen – Pakistan en China – hebben op deze oproep gereageerd, mede vanwege de impopulariteit van de Taliban in het buitenland.

De Rode Maan, zo heet het Rode Kruis in islamitische landen, is aan de slag, evenals Artsen Zonder Grenzen en Unicef. Volgens kinderrechtenorganisatie Save the Children is de omvang van de ramp echt gruwelijk, bericht de nieuwssite MSN. ‘Het aantal slachtoffers van deze tragedie is echt verontrustend – en dat aantal zal nog stijgen omdat er nog steeds mensen vastzitten in het puin van hun huizen in Herat’, aldus Arshad Malik, directeur Afghanistan van de organisatie. ‘Dit is een crisis bovenop een crisis. Zelfs vóór deze ramp leden kinderen al onder een verwoestend gebrek aan voedsel.’