Home Opinie We drukken negatieve stempels op anderen

We drukken negatieve stempels op anderen

Protestbord. Foto: Pixabay

Het komt elke dag voor dat mensen worden afgerekend op misdragingen van anderen uit hun ‘groep’. Wie de schade van zo’n groepsstigma wil beperken, moet zich expliciet distantiëren van de daad, schrijft Rob Ermers.

In 2015 beschadigde een groep Rotterdamse voetbalhooligans, die waren meegereisd met Feyenoord, de zeventiende-eeuwse Barcaccia-fontein in Rome. De Italiaanse autoriteiten waren woest, organisaties riepen op tot een boycot van Nederlandse bloemen. Ook Nederlanders die in Italië wonen werden er op aangesproken. De kranten kopten: ‘Nederlandse barbaren’.

‘Nederlandse barbaren’? Maar wij, de 16 miljoen andere burgers van Nederland, hadden hiermee toch niets te maken?

Toch komt het elke dag voor dat mensen worden afgerekend op misdragingen van anderen uit hun ‘groep’. Je wordt gerekend tot dezelfde ‘groep’ als je dezelfde nationaliteit, etnische afkomst of religie hebt. Of als je bevriend bent, bij hetzelfde bedrijf werkt of in dezelfde buurt woont. De Rotterdamse hooligans veroorzaakten door hun gedrag een stigma voor alle Nederlanders.

Een stigma is een negatief kenmerk waardoor groepsleden vinden dat iemand niet helemaal of helemaal niet bij hen hoort. Zo’n stigma kan worden veroorzaakt door ‘verkeerde’ handelingen van dat individu zelf. Dit wordt een gedragsstigma genoemd.

Het toevallige medelid is als het ware medeschuldig

Maar ook handelingen van mensen die een relatie hebben met dat individu hebben dit effect. Het stigma dat alle Nederlanders in de ogen van de Italianen hadden wordt een groepsstigma genoemd.

Een groepsstigma is een zogenoemd associatief stigma: een individu wordt beoordeeld op het gedrag van andere leden van zijn groep, ook al kent hij of zij die niet eens. Het toevallige medelid is als het ware medeschuldig.

Zo zitten de Duitsers nog steeds met een groepsstigma vanwege de vreselijke misdaden tijdens de (Eerste en) Tweede Wereldoorlog, worden witte Europeanen herinnerd aan de kolonisatie en slavernij, worden Japanners geconfronteerd met ‘hun’ bezetting van Aziatische landen tijdens de Tweede Wereldoorlog en worden Russen onder andere geassocieerd met de oorlog tegen Oekraïne.

De aanslagen in de Verenigde Staten in 2001 en daarna in Europese steden door aanhangers van Al en IS hebben nog steeds hun weerslag op de verhouding met moslims in de westerse wereld. Vele islamitische burgers worden nog steeds bevraagd over hun relaties met de terroristen. Reizen naar de VS en Europa werd voor moslims veel moeilijker. Sommigen voelen zich gedwongen zich publiekelijk te distantiëren van wat een groepje radicale geloofsgenoten had gedaan.

Toen in 2020 het coronavirus ontstond in China en gestaag naar Europa oprukte, moesten Chinese en andere Aziatische medeburgers het bezuren: in Nederland werden – voor zover bekend – twee Chinezen mishandeld en er werd een anti-Chinees carnavalslied uitgebracht.

Wanneer individuen een groepsstigma krijgen door acties van geassocieerde groepsgenoten, grijpt men vaak terug op oude stereotypen.

De Chinezen kregen beledigingen gebaseerd op hun uiterlijk en hun stereotiepe accent naar hun hoofd, Duitsers zijn uiteraard ‘nazi’s’ (hakenkruizen, SS, ‘waar is oma’s fiets?’), om moslims te kwetsen worden er exemplaren van de koran verbrand en worden er varkenskoppen gedeponeerd bij moskeeën.

Wie de schade van een groepsstigma wil beperken, moet zich expliciet distantiëren van de daad. Burgemeester Ahmed Aboutaleb, minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders en premier Mark Rutte belden in 2015 daarom meteen met hun respectievelijk ambtgenoten om hun afschuw kenbaar te maken. De Nederlanders in Italië zamelden (via de actie ‘Scusa Roma’ Sorry, Rome) 11.000 euro in. Dit alles verzachtte het leed.

Israël heeft zich vanaf het begin gedefinieerd als Joodse staat. Deze ‘Joodse identiteit’ van Israël is in 2018 zelfs in een (omstreden) wet vastgelegd.

De staat Israël gaat volgens vele organisaties en individuen al decennia veel te ver in het geweld jegens de inheemse Palestijns-Arabische bevolking. Desondanks begrijpen verreweg de meeste mensen het verdriet en de woede bij de Israëlische bevolking na de vreselijke aanval op 7 oktober 2023.

Maar volgens allerlei gezaghebbende instanties, inclusief het Internationaal Strafhof in Den Haag, negeert de Israëlische overheid ook in Gaza verdragen waaraan Israël zich heeft gecommitteerd.

Joodse burgers worden bevraagd naar hun vermeende loyaliteit met Israël

Talloze mensen en organisaties over de hele wereld protesteren tegen deze handelingen van de Israëlische overheid en het Israëlische leger. Sommige Joden doen nadrukkelijk mee aan de protesten.

De acties van de Israëlische overheid hebben hun weerslag op Joden elders in de wereld, met name in westerse landen. Joodse burgers worden bevraagd naar hun vermeende loyaliteit met Israël. Sommige Joden worden rechtstreeks belaagd, beschuldigd van moord en op straat uitgescholden. Je kunt dit zien als een gevolg van hun gewenste of ongewenste associatie met Israël.

Sommige mensen grijpen hun kans: ze gebruiken pijnlijke symbolen die herinneren aan de Jodenvervolging voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog, zoals hakenkruizen gekalkt op synagogen, begraafplaatsen, scholen en woonhuizen van Joden. Dat zou je antisemitisme kunnen noemen.

Maar de meeste protesteerders doen dit niet; zij blijven benadrukken dat het om kritiek gaat op Israël en dát is geen antisemitisme.