De versterkte gebedsoproep: ineens was-ie daar – als we de ophef in de (sociale) media mogen geloven, tenminste. Maar hoe terecht is dit beeld?
De Blauwe Moskee in Amsterdam-West was de afgelopen weken volop in het nieuws. De moskee wil de azan – de gebedsoproep – versterkt laten klinken, als eerste moskee in de hoofdstad.
De Blauwe Moskee wil dit één keer per week doen, voor elk vrijdagmiddaggebed. Volgens imam Yassin Elforkani helpt dit om de ‘islam te normaliseren’, zo bracht het Parool twee weken geleden.
Een meerderheid van de Amsterdamse gemeenteraad staat welwillend tegenover de versterkte gebedsoproep. Toch zijn de negatieve reacties fel en talrijk. ‘Opdringerig islamiseren’, vindt FvD-raadslid Annabel Nanninga. Volgens haar is het tijd dat we een ‘grens stellen’.
De PVV grijpt de ophef aan voor Kamervragen. ‘Gillende haatpaleizen allemaal sluiten’, zegt Wilders in een tweet. ‘Doe maar in Saoedi-Arabië. Maar niet hier.’ Duizenden andere twitteraars vallen de PVV-leider bij.
Wil van Soest van de Amsterdamse Partij voor de Ouderen gaat zelfs een vergelijking met IS niet uit de weg: ‘We zijn net van het IS-gebeuren af’, verzucht Van Soest in het multiculturele debatprogramma de Nieuwe Maan.
Niets nieuws
IS, Saoedi-Arabië, een grens stellen – wie de afgelopen week het debat heeft gevolgd, zou wel eens de indruk kunnen krijgen dat Nederland met deze versterkte azan iets heel nieuws te verstouwen krijgt.
Het gekke is: de oproep tot gebed is al veel langer te horen op andere plekken in Nederland – maar zonder al die landelijke ophef, stelt Said Bouharrou van de Raad van Marokkaanse Moskeeën Nederland.
Volgens Bouharrou zijn er in ons land een veertigtal moskeeën die de oproep voor het vrijdaggebed laten horen met behulp van versterkers. ‘Het is niets nieuws’, reageert hij nuchter.
‘Voor sommige mensen is het even wennen’
Bouharrou geeft aan dat moskeeën die dit doen contact houden met hun omgeving en met de gemeente. ‘Acceptatie heeft ook te maken met informatie. Omwonenden hoeven niet onnodig ongerust te worden. In alle gevallen reageert de omgeving er goed op.’
Zijn ervaring is dat mensen even moeten wennen aan de nieuwigheid. ‘In het begin hoor je de gebruikelijke argumenten van tegenstanders, zoals de angst dat de waarde van hun woning zal dalen of dat ze opeens het gevoel krijgen dat ze in Saoedi-Arabië wonen. Zodra ze een oproep voor het gebed eenmaal ervaren hebben, blijkt het allemaal wel mee te vallen.’
Ergens betreurt Bouharrou het dat het voornemen van De Blauwe Moskee zo uitgebreid in de media is gekomen. Anders was er niet zoveel commotie geweest. ‘De dialoog moet gevoerd blijven worden’, benadrukt hij. ‘Nieuwsgierigheid is daarbij een belangrijk element. Bezoek eens een moskee.’
Even wennen
De lokale collegepartijen PvdA en D66 zeggen in Amsterdam een oogje in het zeil te houden wat betreft de duur en de sterke van de oproep vanuit de Blauwe Moskee. Het hangt het er per gemeente en per gebied ook maar net vanaf hoeveel ruimte de moskee krijgt.
Zo klinkt elke vrijdagmiddag de gebedsoproep vanuit de Mevlana Moskee in Rotterdam – alleen niet met versterkers. ‘Dat mag ook niet’, vertelt Ömer Biçen, voorzitter van het bestuur van de Mevlana Moskee. De moskee heeft een vergunning voor de oproep voor een specifiek aantal decibellen. ‘Daar houden we ons aan.’
De Mevlana Moskee zou de azan graag vijf keer per dag doen. ‘Maar dán krijgen we hoogstwaarschijnlijk wel problemen met omwonenden. Vooral in verband met de oproep in de vroege ochtend. Die is in de zomertijd rond vier uur – half vijf ‘s ochtends. Dat stellen niet-moslims beslist niet op prijs. Het verstoort hun nachtrust.’
De Mevlana Moskee staat aan de rand van de wijk Delfshaven en werd opgeleverd in 2001. Vanaf dat moment is er één keer per week een gebedsoproep in verband met het vrijdaggebed. Biçen: ‘We zijn daarover met omwonenden in gesprek gegaan. Er waren heel weinig mensen tegen. Voor zover bij mij bekend, zijn er geen klachten van buurtbewoners.’
Op de ophef in Amsterdam reageert Biçen begripvol. ‘Het ligt er ook aan in wat voor buurt de Blauwe Moskee zich bevindt. Dat weet ik niet precies. Voor sommige mensen is het even wennen.’