Home Samenleving Diep, diep de subculturen in… # Fest-i Ala, Nieuwegein

Diep, diep de subculturen in… # Fest-i Ala, Nieuwegein

Beeld: Gijs de Swarte.

Feitenvrij geschreeuw bepaalt maar al te vaak de toon van het politieke debat, de tv-uitzending, de dag, en ja misschien ook wel de tijdgeest. Maar wie zijn we, waar staan we, en hoe breekbaar, broos of bestendig en betrouwbaar is het Nederland van nu echt? Gijs de Swarte duikt diep de subculturen in, op zoek naar antwoorden op die zo actuele en cruciale vragen. In aflevering vier bezoekt hij een Turks cultureel evenement in Nieuwegein…

‘Meer dan honderd exposanten. ‘Van food tot fashion.’ ‘Alles onder een dak.’ ‘Familie event voor jong en oud, waar ook de kinderen zich uitstekend kunnen vermaken.’ De vrouw die de perscontacten onderhoudt heeft het pr-idioom strak voor elkaar. En teveel gezegd is het niet. Ik ben in Nieuwegein-Noord op Fest-i Ala; een ‘Culture Expo’ met een Turkse onder- of beter gezegd, boventoon. Het is vol, veel, vrolijk; ongeveer alle winkels die je in een gewone Turkse winkelstraat mag verwachten zijn aanwezig. Worsten, kaas, noten, olijven, kruiden, dadels, heel veel dadels, kostuums, jurken, sportschoenen, sieraden, tandheelkundige en boekhoudkundige diensten, laminaat… De vraag die je kunt stellen, hoe Nederlands is hier een Turks cultureel evenement? Ofwel, hoe Turks is een expo op een industrieterrein, ongeveer precies in het midden van Nederland?

‘Driekwart van de bezoekers hier is Turk, zegt Ayşe, samen met haar man, uitbaatster van een stal vol noten en gedroogd fruit’. Verder zag ze vandaag ‘wat Marokkanen, Antillianen en een enkele Nederlander’. Wat de vraag, of dat niet allemaal ook Nederlanders zijn, oplevert, en haar antwoord, ‘Ja joh tuurlijk’. En dan, na een klant op de dadels te hebben gewezen, ‘Maar wat maak het uit joh? Aan de mensen die hier komen kopen gaat ik echt niet vragen waar hun wiegje heeft gestaan.’ Waarop we doorstoten naar het succes van, zoals zij het uitspreekt, ‘Fai-je-noord’. Ze is er ‘helemaal gek van. Kijk alles. In Rotterdam geboren hè.’ Waarop haar man een ‘pfff-geluid maakt, wat zij weer verklaart met een liftende duim-beweging zijn kant op, en, ‘Hij is van Fenerbahce.’

Je moet niet overal wat in willen lezen. Maar toch…

Het is een grote hal. Er hangt rook onder het plafond, vanuit al de stalletjes waar wordt gebakken, gegrild en gebraden. De volwassenen winkelen of eten, de kinderen vermaken zich inderdaad uitstekend in een soort dorp van opblaas-attracties. De politie, als hoofdsponsor, is ruim vertegenwoordigd. Hoofdagente Özlem is op een menshoge poster te zien, en vraagt vandaar of je ook bij de politie komt. Een agente, die verdacht veel op haar lijkt, krijgt een wrap gratis aangeboden, die ze, ‘dat hoeft ook weer niet’, toch betaalt. En als ik haar even later zie zitten, maakt ze het ‘lekker hoor’ gebaar naar me, met de naast de wang zwaaiende hand. Mijn nogal Hollandse hoofd, inderdaad een van de weinige hier, lijkt niemand op te vallen. Je kan zeggen dat dat onder het, ‘wat maak het uit joh?’ van de Turks-Rotterdamse Ayşe valt.

‘Kijk, je hebt in Nederland verschillende lagen en die praten niet genoeg met elkaar’

De stal met worsten is wat aan de zijkant gelegen maar toch niet te missen. Omdat er er een lange rij voor staat en er een veelheid worsten als sieraden is opgehangen. Dochter, twintig jaar oud, legt de nadruk op ‘zelfgemaakt’. De worsten van groothandel Ozmes zijn ‘zelfgemaakt’. En het gaat uitstekend met de zaken. Gestaag stijgende lijn. Markt is open voor authentiek Turkse producten. Kwaliteit speelt een doorslaggevende rol. Bij haar ouders werken vindt ze geweldig, en als ze afgestudeerd is in boekhouden voor het MKB – gaat ze zeker verder met de zaak. ‘Neem een worst mee, dan weet je waarover we praten.’

Verder de hal in…

‘Is niet wat je wil horen he?’ zegt de scherp gecoiffeerde, in het pak gestoken jonge dertiger, werkzaam in de tech. Op de vraag of hij zich meer Nederlander of Turk voelt reageerde hij met, ‘Dat interesseert me niet’. Maar daar hij bij mij enige teleurstelling vermoedt wil hij er later toch nog wel wat over zeggen. Anoniem. ‘Kijk, je hebt in Nederland verschillende lagen en die praten niet genoeg met elkaar. Dat is een probleem. Ik zat, zeg maar, in de onderste laag, en dan heb je Nederlanders dit en Turken dat en bla bla bla. Daar kom je niet uit als je niet met elkaar praat. En ja, de meeste rijke mensen zullen uit Laren komen en niet uit waar ik geboren ben. Maar als je daarmee bezig blijft dan sta je buiten de deur. Dat schiet niet op. Voor mij gaat het om wat me verder brengt. Zaken zijn zaken.’