Feyenoord is kampioen. Supporters van de club verschenen afgelopen week bij verschillende tv-programma’s. Wat viel op? Het overgrote deel was autochtoon, terwijl de wijk Feijenoord voor meer dan de helft bestaat uit Nederlanders met een migratieachtergrond. Waar waren zij?
Feyenoord is op overtuigende wijze landskampioen geworden door met 3-1 te winnen van Heracles. Het legioen is misschien wel de trouwste supportersschare van Nederland. In de achttien jaar dat Feyenoord geen kampioen werd bleef de Kuip doorgaans goed gevuld.
Toch is niet alles hetzelfde gebleven. De binding met de arbeiderswijk Feijenoord en de volksclub Feyenoord was vroeger veel sterker. De supporters kwamen grotendeels uit Feijenoord. De wijk heeft de afgelopen decennia echter een ware transformatie ondergaan. Tegenwoordig wonen er voornamelijk mensen met een migratieachtergrond. Maar wie in de Kuip komt, ziet die bevolkingssamenstelling niet terug. De supporters zijn voornamelijk blank gebleven. Hoe kan dat? De Kanttekening ging de wijk in en sprak Feyenoord-supporters.
Supportersvereniging FSV de Feijenoorder is sinds 1931 dé fanclub van de voetbalclub. Een medewerker van de vereniging bevestigt het beeld dat Feyenoord geen buurtclub meer is. ‘Veel van onze supporters komen uit binnen- én buitenland. Neem een trouwe supporter die in Engeland woont en voor de wedstrijden naar Nederland komt. Onze binnenlandse leden zijn echt over alle provincies verdeeld, zelfs in Noord-Holland’, vertelt Lennard Montizaan, die de marketing en communicatie voor de vereniging verzorgt. Hij voegt er wel aan toe dat de fans in Noord-Holland (lees: Ajax-gebied) hun Feyenoord Magazine in een neutrale, witte enveloppe ontvangen in plaats van doorzichtig plastic. ‘Anders gaat er nog wel eens iets mis onderweg.’
Ervaring leert dat een deel van het legioen ook enthousiast aanhanger is van Pim Fortuyn en Geert Wilders. Die mening wordt niet echt onder stoelen of banken gestoken als een deel van de fans voor of na de wedstrijd in de stad loopt. Dat zou mensen van niet-westerse afkomst kunnen afschrikken naar een wedstrijd van Feyenoord te gaan. Hun gezichten spreken boekdelen als een deel van de Feyenoord-aanhang in het centrum van Rotterdam kreten roept als ‘eigen volk eerst!’ Montizaan nuanceert dat beeld. Hij is een Feyenoord-man in hart en nieren die zijn club verdedigt. ‘Voetbal, dus ook Feyenoord, moet voor iedereen toegankelijk zijn. Feyenoord is een club van het volk. Je ziet bij ons allerlei nationaliteiten, ook bij de jeugdopleiding.’
Dat mensen niet meer automatisch aanhanger zijn van de club die aan hun wijk verbonden is, is geen nieuw verschijnsel. Tot eind jaren zeventig was bijvoorbeeld het stadsdeel Zuid voor Feyenoord en het stadsdeel Delfshaven voor Sparta, maar zoetjes aan begonnen wat jongeren ‘van de rechter Maasoever’ hun voorkeur uit te spreken voor Feyenoord. In sommige straten van Rotterdam-West werd op de stoep met krijt de bekende F getekend. In het begin stiekem, zodat niemand wist wie dit smerige eerbetoon aan de concurrent op zijn geweten had. Denk maar niet dat die F de volgende dag altijd was weggepoetst door Sparta-fans. De F bleef vaak staan en kreeg gaandeweg bijval. Iemand van buiten koos voor Feyenoord, net zoals iemand uit een arbeidersmilieu niet meer traditioneel op de PvdA stemt. En natuurlijk mag een voetbalfanaat uit Zuid zonder problemen Sparta of Excelsior aanmoedigen. Tegenwoordig uit de trouw aan de club zich in andere dingen, zoals geen Ziggo nemen, omdat ze sponsor van Ajax zijn.
Hoewel buurtbewoners met een migratieachtergrond maar zelden te vinden zijn in het stadion, investeert Feyenoord wel in de buurt en de inwoners. Alle grote clubs zijn actief op sociaal-maatschappelijk gebied en daar vormt de Feyenoord Foundation beslist geen uitzondering op. Eén van de ambassadeurs is Sander de Kramer, hij is journalist en programmamaker met een groot voetbalhart. ‘Niets verbindt zo sterk als voetbal, de belangrijkste bijzaak van het leven. Je kunt via deze sport een heleboel bewerkstelligen. Als grootste club van Nederland pakt Feyenoord sociaal-maatschappelijke verantwoordelijkheden op in de wijde omgeving.’ Onlangs werd een collegetour voor de jeugd tussen zeven en twaalf jaar georganiseerd in het Theater Zuidplein met spelers Tony Vilhena en Terence Kongolo, die motivatiepraatjes hielden. ‘De aanwezige jeugd luistert vaak beter naar hun helden op noppen dan naar hun eigen moeder. Vilhena had het over gezond eten en sporten. Meer dan vijftig procent van de Rotterdamse kinderen heeft overgewicht. Dankzij zulke opmerkingen kunnen die spelers de jeugd aan het sporten krijgen. Feyenoord heeft een zeer bekende naam, wat deuren doet openen’, zegt De Kramer. ‘Dat merken ook de deelnemers aan Jobscorer, een project van de Feyenoord Foundation voor jongeren met een Wajong-uitkering of een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Die mogen werkervaring opdoen bij Feyenoord. Je ziet ze opbloeien, net als hun CV.’
De Foundation organiseert ook de Street League. Jongeren kunnen punten verdienen door klusjes in de wijk te doen, zoals de straat vegen en boodschappen voor mensen doen. Het team met de meeste punten mag bijvoorbeeld met de spelersbus terug na een wedstrijd. ‘Heel veel jonge Marokkaanse Nederlanders kijken erg op tegen Karim el-Ahmadi, een keihard werkende middenvelder die zich uitstekend gedraagt’, constateert De Kramer.
Spreekkoren en leuzen als ‘Nederland voor de Nederlanders’ worden volgens hem geuit door een beperkte groep. ‘Zo’n klein clubje vervelia’s verknalt het voor de rest en bezorgt Feyenoord een slechte naam. Hier kun je een heel stadion niet op afrekenen!’
Woensdagmiddag op het Sportplein Afrikaanderplein. Een aantal jongens en vooral meisjes, is zeer serieus aan het voetballen. Gelukkig zijn ze bereid hun sportieve activiteiten even te onderbreken voor wat vragen. Ze blijken allemaal fan van Feyenoord, maar ze vinden het volstrekt gewoon om aanhanger te zijn van meerdere clubs. Real Madrid wordt verschillende keren genoemd, evenals Barcelona, Sparta en Galatasaray.
Echt onderling eens zijn ze het niet, maar wel over het feit dat je écht niet persé hoeft te juichen voor een club uit je eigen wijk, stad of land. Als ze maar goed zijn. Over één ding zijn ze het volstrekt eens: Ahmadi is geweldig! Zodra zijn naam valt, beginnen ze te stralen.
Fans van niet-Nederlandse afkomst heeft Feyenoord dus absoluut, maar het stadion bezoeken, dat is een ander verhaal. Jongeren die toeterend van vreugde door de stad rijden als bijvoorbeeld Galatasaray gewonnen heeft, kunnen dus in de praktijk best ook een Feyenoord-hart hebben.
‘Er blijven absoluut niet-westerse bewoners weg uit de Kuip vanwege de deels anti-buitenlandse sfeer, maar er zijn er ook die zich daar niets van aantrekken’, vertelt een buurtbewoner. ‘En er is nog een belangrijke oorzaak. Feijenoord is geen kapitaalkrachtige buurt, het is een buurt met veel verborgen armoede. Veel mensen kunnen de kaartjes niet betalen.’
Ook joodse Nederlanders staan niet te trappelen om naar de Kuip te gaan. Dat heeft te maken met Feyenoord-spreekkoren zoals ‘we gaan op jodenjacht!’ Dat wordt gezongen als er tegen Ajax gevoetbald wordt. Zelf vinden de aanhangers het een onschuldig deuntje, maar zo ervaren veel buitenstaanders het niet. Vooral ouderen met een joodse achtergrond kijken geschokt als ze het horen.
Zowel Fenerbahce als Galatasaray hebben fanshops in Rotterdam. Helaas zijn ze niet bereikbaar voor commentaar, maar een medewerker laat wel weten dat ze bezoekers krijgen uit het hele land. Toch is het mogelijk dat de drager van een rompertje met daarop ’vijftig procent vader, vijftig procent moeder, honderd procent Fenerbahce’ ook fan van Feyenoord is. Dat blijkt ondubbelzinnig uit het relaas van de jonge voetballers op het Afrikaanderplein. In de voetbalharten van de nieuwe generatie is duidelijk ruimte voor meerdere clubs.