Home Samenleving ‘Koken voor tien, terwijl er maar vier aanschuiven’

‘Koken voor tien, terwijl er maar vier aanschuiven’

Foto: Reuters
‘Erken en koester je roots, maar focus je tegelijkertijd op Nederland, waar je toekomst ligt.’

Identiteits- en loyaliteitskwesties houden de gemoederen bezig in Nederland. De discussie richt zich vooral op Turkse en Marokkaanse Nederlanders. Maar wat vinden Koerdische Nederlanders? De Kanttekening sprak zes personen uit deze gemeenschap, onder wie vijf studenten en schrijver Celal Altuntas, over loyaliteit, identiteit en cultuur.

Shanaz Barzandji

‘Cultuur verrijkt je identiteit’
‘Hoe belangrijk de Koerdische identiteit voor mij is, vind ik een filosofische vraag. Koerd zijn is één van de lagen van mijn identiteit. Andere lagen omvatten bijvoorbeeld Nederlander, Europeaan en wereldburger. Het klinkt misschien cliché, maar dit is wel mijn belevenis.

Voor mij is de Koerdische cultuur onder meer heerlijke gerechten, taal, muziek en dans. En uiteraard ons nieuwjaars- en voorjaarsfeest Newroz (Newroz betekent in het Koerdisch de terugkeer van de zon en het licht, red.) op 21 maart. Cultuur verrijkt je identiteit.

Mijn ervaring is dat het vrij goed gaat met de integratie van Koerdische Nederlanders. De meeste Koerdische Nederlanders die ik ken studeren of werken.

Als ik iets op het nieuws zie over Koerden of gebieden waar veel Koerden wonen, dan merk ik wel dat ik extra geïnteresseerd ben. Ik probeer mijn roots niet belangrijker te maken dan andere belangrijke zaken, maar ik ben er zeker wel nieuwsgierig naar.

Niet alleen de Koerden, maar ook meerdere andere bevolkingsgroepen verdienen een eigen staat. Maar de situatie van de Koerden is vrij bijzonder, omdat ze het grootste volk zonder staat zijn. Als we dan toch moeten leven in een wereld met grenzen en staten, dan is het eerlijk als ook de Koerden een eigen staat hebben.’

Sedef Almas

Foto: Sedef Almas

‘Eten, heel veel lekker eten’
‘De Koerdische identiteit is erg belangrijk voor mij. De tradities van een cultuur versterken de identiteit van een groep. Dat is belangrijk voor het éénheidsgevoel. Ik ben net zo trots op de Nederlandse cultuur. Die is ook onderdeel van mijn identiteit. Ik voel me bevoorrecht dat ik van twee walletjes kan eten. Als het niet in het ene past, gewoon doorschuiven naar het andere.

Eten, heel veel lekker eten. Koken voor tien mensen, terwijl er maar vier mensen aanschuiven. Dat is typisch Koerdisch. Het liefst delen Koerden hun laatste maaltijd met een ander. Dat geldt overigens niet voor iedereen, want ik deel mijn eten niet, met niemand.

Koerden staan over het algemeen open voor andere culturen. Dat maakt hun integratie in Nederland makkelijker. Wat ik in mijn omgeving zie, is dat de meeste Koerden zich snel aanpassen en andere culturen niet buitensluiten. Ook dat bevordert de integratie en zorgt er tevens voor dat in veel gevallen buitenstaanders geïnteresseerd raken in de Koerdische cultuur.

Ik voel me verbonden en solidair met de Koerden elders in de wereld. Vooral met diegenen die het moeilijk hebben. Ik voel me soms zelfs verplicht om daarvan op de hoogte te zijn. Wanneer niet-Koerdische vrienden of kennissen mij vragen naar de situatie van Koerden in bijvoorbeeld het Midden-Oosten, wil ik hen zo goed mogelijk informeren. Daarom schaaf ik mijn kennis daarover steeds bij.

Het Koerdische volk verdient een eigen staat. Maar in de wereld waarin wij nu leven zal het Koerdistan zoals de Koerden dat willen, er helaas nooit komen. Om dat te bewerkstelligen, moeten veel landen samenwerken. Dat zie ik niet gebeuren.’

Ömer Kaya

‘Een onafhankelijk Koerdistan is absoluut noodzakelijk’
‘Voor mij is de Koerdische identiteit van onschatbare waarde. Omdat de Koerdische identiteit wordt onderdrukt door landen in het Midden-Oosten, hechten Koerden juist meer belang aan hun cultuur; het is een verdedigingsreflex.

Als ik aan de Koerdische cultuur denk, komt er altijd één woord in mij op: tolerantie. Koerden zijn tolerant ten opzichte van andere culturen en levensbeschouwingen.

De integratie van Koerden in Nederland en andere Europese landen is grotendeels geslaagd. We hebben ons aangepast aan de westerse gemeenschappen, zonder te assimileren.

Ik voel me verbonden met alle Koerden in de wereld. Ik ben solidair met alle mensen die onderdrukt worden, zoals de kopten, Palestijnen, Rohingya en Oeigoeren. Maar omdat de Koerden mijn bloedverwanten zijn, is mijn gevoel van verbondenheid met hen wel sterker.

De Koerden verdienen een eigen staat onder de zon van Mesopotamië. De achtergesteldheid van Koerden in veel gebieden komt mede door het feit dat we nooit een sterke staat hebben gehad, terwijl veel andere volkeren dat wel hebben. Een onafhankelijk Koerdistan is absoluut noodzakelijk, om onze identiteit en cultuur te beschermen.’

Shirin Ucar

Foto: Shirin Ucar

‘De Koerdische cultuur is vrij’
‘Juist omdat Koerden worden onderdrukt, is het voor mij heel belangrijk om de Koerdische tradities, die onze collectieve identiteit vormen, in leven te houden. Zolang we dat doen zullen we er altijd zijn. We hebben als volk veel geleden, daarom is het belangrijk dat we onze geschiedenis niet vergeten.

De Koerdische cultuur is vrij. Daar bedoel ik mee dat iedereen die ons respecteert, welkom is, ongeacht geloof, sekse of ras. We onderscheiden ons van veel andere volkeren door iedereen gelijk te behandelen, dat is mijn mening althans. Bovendien hechten we veel waarde aan vrijheid, we kunnen niet goed functioneren zonder.

Ik denk niet dat de Koerdische Nederlanders beter of slechter geïntegreerd zijn dan andere Nederlanders met een migratieachtergrond. We zijn blij dat wij hier een bestaan hebben kunnen opbouwen en vrij zijn. Elders konden veel Koerden dat niet. Daarom respecteren wij Nederland en de Nederlanders en passen we ons aan.

Ik probeer bijna alles te volgen wat met Koerden te maken heeft. Ik doe mijn best om mijn betrokkenheid op dit gebied te vergroten.

Het zal moeilijk zijn, maar de Koerden verdienen een eigen staat. We hebben immers alles wat een staat moet hebben, een vlag, taal, cultuur, geschiedenis, leger, noem maar op. Het enige wat we nog nodig hebben zijn grenzen.’

Rojda Kacmaz

‘We zijn allemaal één’
‘Koerd zijn is belangrijk voor mij. Het is een zeer belangrijk onderdeel van mijn identiteit. De Koerdische cultuur betekent eer, respect en vriendschap. Het maakt niet uit, uit welk deel van Koerdistan je komt, we zijn allemaal één.

De integratie van de Koerdische Nederlanders vind ik goed. We mixen de Koerdische cultuur moeiteloos met de Nederlandse. We integreren zonder de Koerdische cultuur te verliezen.

Ik trek me het lot van de Koerden elders in de wereld aan. Ik steun mijn mede-Koerden, in goede en slechte tijden, en voel me solidair met hen, bijvoorbeeld als Koerden iets overkomt in steden als Diyarbakir en Mardin (in het zuidoosten van Turkije, red.).

Het zou natuurlijk fantastisch zijn om een eigen Koerdische staat te hebben, om te zien op je paspoort of identiteitskaart waar je werkelijk vandaan komt. Koerden strijden al zo lang, niet alleen voor een onafhankelijke staat, maar ook voor erkenning, rechten en respect. Ze strijden voor de onderdrukten, voor mensen die niet voor zichzelf kunnen opkomen. Dat is bewonderenswaardig. Een eigen staat is heel belangrijk, maar ik vind het op zich al een groot succes als de Koerden erkend en gerespecteerd worden.’

Celal Altuntas

Foto: Celal Altuntas

‘Je komt niet verder als je blijft hangen in de slachtofferrol’
‘Het is een schande dat een volk dat uit tientallen miljoenen mensen bestaat, geen officiële onafhankelijke staat heeft. Deze staat moet niet alleen de thuishaven van de etnische Koerden zijn, maar alle mensen die er willen leven, ongeacht religie, cultuur en afkomst. Ik pleit dan ook voor een vrije democratische samenleving, niet een autocratie waarin de dienst wordt uitgemaakt door stamhoofden. Anders bestaat het risico dat het de zoveelste mislukte staat wordt, waarvan er al zo veel zijn in het Midden-Oosten.

Vroeger was ik actief in het verdedigen van de rechten van het Koerdische volk, dat decennialang is onderdrukt door allerlei regimes, in landen als Syrië, Iran, Irak en Turkije. Ik ben nog altijd mentaal betrokken bij de Koerdische zaak, maar ik ben niet meer zo actief op dit vlak.

Ik probeer me te verlossen van al dat gedoe over collectieve identiteitsvorming. Ik ben geboren in het Koerdische deel van Turkije, daar liggen mijn roots. Maar ik ben geen nationalist en laat me niet gijzelen door trots. Ik houd er niet van dingen klakkeloos over te nemen. Mijn identiteit is niet puur Koerdisch of Nederlands, het is uniek; ieder mens is uniek.

De Koerden hebben cultuur uitgewisseld met andere beschavingen, net als vrijwel alle andere volkeren. Je kunt dan ook niet zeggen dat de Koerdische cultuur puur is. Maar bijvoorbeeld gastvrijheid, muziek en het vertrouwen in de bergen voor bescherming spelen een belangrijke rol in de Koerdische cultuur.

Sommige Koerdische Nederlanders richten zich te veel op de Koerdische identiteit. Dat is een groot verlies voor de Nederlandse samenleving. Erken en koester je roots, maar focus je tegelijkertijd op Nederland, waar je toekomst ligt. De Nederlandse cultuur is geen bedreiging, maar een verrijking. Ik begrijp de sterke binding met de Koerdische identiteit, omdat Koerden zijn onderdrukt voelen ze onderling een heel sterke band, maar je komt niet verder als je blijft hangen in de slachtofferrol.’

Celal Altuntas schreef Regen zonder modder: het leven van een asielzoeker in Nederland (2016) en Het is je zusje! Eermoord in Nederland (2015).