Home Samenleving Marokkaanse Nederlanders trots op ‘hun’ elftal: ‘Ben ze eeuwig dankbaar’

Marokkaanse Nederlanders trots op ‘hun’ elftal: ‘Ben ze eeuwig dankbaar’

Beeld: Pixabay

Helaas voor Marokko: het ging strijdend ten onder tegen Frankrijk en speelt vandaag in de troostfinale tegen Kroatië. De Leeuwen van de Atlas wisten wereldwijd indruk te maken en maakten veel Marokkaanse Nederlanders trots op hun prestatie. We spraken met Marokkaanse Nederlanders over de diepere betekenis achter het Marokkaanse succes. ‘Je zag nu Marokko en Marokkanen op hun best. Maar dat waren wij altijd al.’

Fatima Oulad (44) uit Amsterdam is lyrisch over de prestaties van het Marokkaanse elftal. ‘Ons Marokkaanse elftal mag absoluut trots op zichzelf zijn, en vooral ook onze trainer Walid Regragui’, zegt ze enthousiast over de man die slechts een paar maanden coach was.

‘Wat een prestatie heeft die man geleverd, door zo’n eenheid te creëren binnen het Marokkaanse elftal. En dat binnen enkele maanden. Besef dat maar eens. Normaliter heb je maanden, misschien wel jaren nodig, om dit voor elkaar te krijgen. Ik kan alleen maar ‘Wauw’ zeggen! Echt enorm respect voor deze trainer.’

De prestaties van het Marokkaanse elftal hebben haar ook ‘persoonlijk en emotioneel geraakt’, vertelt ze met een brok in haar keel. ‘Ik ben geboren en getogen in Amsterdam-Zuid. Ik heb niet zoveel verstand van voetbal. Maar als ik kijk naar wat er gebeurde bij mijn vier broers en broertjes, kan ik niet anders dan concluderen dat dit elftal echt iets heeft losgemaakt.’

Wat dat ‘iets’ dan is? Ze weet het niet precies, maar wel dat het iets ‘anders’ is dan wanneer Oranje speelt. Overigens juicht ze ook voor Oranje.  ‘Maar dit…’, zegt ze. ‘Voor het eerst in de geschiedenis is een Afrikaans land zo hoog geëindigd. Wat hebben ze goed gespeeld.’

Ook Rachid (35) uit Rotterdam is trots. ‘Ik was werkelijk in de wolken en ben deze jongens dankbaar tot in de eeuwigheid. Dit ging verder dan enkel een potje voetbal, dit was een team dat niet een land maar een heel continent op zijn schouders droeg.’

Rachid vond het als moslim ook mooi dat de spelers en supporters na afloop ‘de Heer bedankten’, in plaats van dat ze ‘half dronken’ waren.’ Ook noemt hij het lovenswaardig dat de spelers na de wedstrijden hun moeders het veld op lieten en zo een podium gaven. ‘Kortom: we zijn getuige geweest van iets unieks, iets dat we nooit eerder op beeld zagen.’

‘Mag ik witte Nederlanders dan ook aanspreken op witte hooligans die zich misdragen?’

Marokko behaalde tot aan de halve finale tegen Frankrijk prachtige resultaten, met winstpartijen tegen België en Canada in de groepsfase, waarna het in de knock-outfase Spanje en Portugal versloeg. Maar Rachid werd steeds de volgende dag op zijn werk eerst gefeliciteerd door zijn collega’s, ‘om vervolgens doorgezaagd te worden over dat de rellen onnodig waren’. Rachid baalde enorm van deze opmerkingen en vindt ze ook nog eens hypocriet, zegt hij. ‘Mag ik witte Nederlanders in het vervolg ook aanspreken op witte hooligans die zich misdragen?’

Rachid voelt zich, mede hierom, meer verbonden met Marokko dan Nederland, ‘ondanks het feit dat ik hier ben geboren’. Rachid zegt liever niet met zijn hele naam te worden genoemd, vanwege de ‘Marokkanenhaat’ in Nederland.

Om vergelijkbare redenen wil Abdelouahed (33) uit Amsterdam evenmin dat zijn achternaam genoemd wordt. Hij zegt het ‘jammer’ te vinden dat het succes van het Marokkaanse elftal werd bedorven door ‘negativiteit’. Maar de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap heeft ook een positief signaal afgegeven. ‘Door buurtvaders, moeders en moskeeën is het geweld veroordeeld. We hebben gezegd: ‘Dit deugt niet.’’

Hooligangedrag komt overal voor, zegt hij, maar media framen dit als ‘Marokkanengedrag’. ‘Ik heb mij zeer gestoord aan de link die werd gelegd met onze Marokkaanse etniciteit. Normaal zijn het altijd hooligans die voor onrust zorgen bij voetbal, maar nu vergaten ze dat woord en waren het opeens ‘de Marokkanen’ die de onrust creëerden. Dat is niet oké. Je hebt bij elk volk rotte appels.’

Fatima Oulad is pittiger in haar kritiek. ‘Nou, ik hoor de media ook niet klagen over Ajax en Feyenoord’, zegt ze. ‘Bij hooligans van deze club wordt de etnische achtergrond nooit vermeld. Bovendien gaat het maar om een heel klein percentage relschoppers, in een hele zee aan Marokkanen die op gezellige manier juichen en feesten. Denk aan Marokkaanse moeders die koekjes bakken, enzovoort. Helaas hoort hooliganisme bij voetbal. Maar het gebeurt overal. En als het wel een keer misgaat bij Marokkanen, dan wordt dat altijd enorm uitvergroot. Het komt iemand als Geert Wilders ook goed uit, die er dan weer een serie haattweets uitrolt.’

Abdelouahed laat ‘het fijne gevoel’ niet verpesten door al die negativiteit, vertelt hij. ‘Het waren enkele onvergetelijke weken. Niemand had verwacht dat ze het zo ver zouden schoppen. Ook omdat ze moesten spelen tegen gevaarlijke tegenstanders, zoals Kroatië, Spanje en Portugal. Iedereen dacht: ‘Marokko gaat er weer snel uitgeknikkerd worden.’’

Hij verklaart dat dat hij geen ‘nationalist is, ofzo’, maar dat het Marokkaan-zijn in hem werd geraakt dankzij het optreden van het Marokkaanse elftal. ‘Je kan wel zeggen dat ik trots was op de Marokkaan in mij. Omdat wereldwijd mensen over Marokko spreken nu.’

Oulad zag dat ook bij haar eigen kinderen. ‘Het was gillen, springen, huilen en vrolijk zijn bij het Marokkaanse elftal. En dat zet je allemaal wel aan het denken. Ze zijn hier in Nederland geboren, en zij zijn alweer de vierde generatie – en dan zo vol passie meeleven met het elftal, ik vond dat bijzonder. Maar je stelt wel de vraag: ‘Hoe kan dat nou? Waar is het toch verkeerd gegaan?’ Niet zozeer bij mijn kinderen, maar het klimaat dat heerst hier in Nederland, waardoor dit soort jongeren het gevoel krijgen dat wij hier niet horen.’

Deze jongeren voelden door dit elftal eindelijk de erkenning die ze hebben gemist in Nederland, zag Oulad. ‘De strijd die zij nog steeds voeren tegen negatieve beeldvorming hier in Nederland, of elders in Europa. Je zag nu Marokko en Marokkanen op hun best. Maar dat waren wij altijd al. Liefde, solidariteit, eenheid, respect en vooral trots. En verder: talent, vaardigheden, competenties = moet ik nog meer zeggen?’

De negatieve framing van Marokkanen was in de media een rode draad, maar ‘dat moet je als Marokkaan maar voor lief nemen’, zegt Oulad. Slecht nieuws is voor de media nu eenmaal nieuwswaardiger dan goed nieuws. ‘Maar bij mijn familie, vrienden en collega’s draaide het alleen maar om één ding: dat Marokko historie heeft geschreven. Wij hebben genoten en gezongen, we hebben met heel ons hart meegedaan. Niemand pakt dat meer van ons af. We waren allemaal Walid Regragui.’

Ook Abdelouahed is euforisch: ‘Toen ik jong was, stelde Marokko als voetballand weinig voor. Nu zijn wij de gangmakers. En het mooiste van allemaal is dat niet alleen Marokkanen voor Marokko waren, maar vele niet-Marokkanen ook. Ze identificeerden zich met Marokko als Afrikaans, Arabisch en islamitisch land. Dat was heerlijk om te zien. Marokkaans voetbal zorgde voor verbroedering.’

Volgens Oulad heeft Marokko bovendien helemaal niet verloren. ‘We hebben gewonnen. Je ziet het ook overal. Frankrijk heeft misschien de wedstrijd gewonnen, maar wij hebben de harten gewonnen. Met opgeheven hoofd hebben de Atlas Leeuwen afscheid kunnen nemen.’

Hoewel: ze spelen eerst nog de troostfinale voor de derde plek. Oulad: ‘Ook al winnen ze niet, bij mij overheerst vooral trots. Ik hoop dat dit succes zich als trend zal voortzetten. Dat onze jongeren de kans krijgen om gezien en erkend te worden. En dus niet altijd negatief bejegend zullen worden, zoals in het nieuws.’