Home Columns Arabische solidariteit is een fictie

Arabische solidariteit is een fictie

Het werd medio augustus als een historische doorbraak gebracht: het herstel van de diplomatieke betrekkingen tussen Israël en de Verenigde Arabische Emiraten. In ruil voor aflasting of opschorting – de gehanteerde terminologie verschilde naar gelang de hoofdstad – van de Israëlische annexatie van grote delen van de Westelijke Jordaanoever, normaliseren de VAE de relatie met West-Jeruzalem.

Begrijpelijk dat Trump, nooit door valse bescheidenheid om grote woorden verlegen, dit als een geweldige follow-up van zijn eigen ‘vredesplan’ voor het Midden-Oosten presenteert. Het valt niet te ontkennen dat zowel hij als Netanyahu die thuis goed kunnen gebruiken – Trump in zijn herverkiezingscampagne, Netanyahu om de aandacht van voor hem dreigende rechtsvervolging af te leiden.

Kind van de rekening zijn de Palestijnen die, voorspelbaar, woedend hebben gereageerd, maar de facto volslagen machteloos zijn. De fraaie woorden van solidariteit met hun zaak, regelmatig door Arabische machthebbers uitgesproken, blijken opnieuw niets in te houden.

Laten we er maar geen doekjes om winden: de Palestijnen hebben de slag om een eigen land definitief verloren. Precies zoals de Koerden, de Tibetanen en tal van andere volkeren die door een militair krachtiger staat stelselmatig van hun rechten worden beroofd. De Palestijnen kunnen pruttelen wat ze willen – het zal ze niet helpen, bij gebrek aan machtige bondgenoten die echt bereid zijn hun nek uit te steken.

In Europa bestaat best sympathie voor hun zaak, maar tot concrete sancties tegen Israël leidt dit nooit. Daarvoor zit zowel het schuldgevoel vanwege de Holocaust als het idee van verwantschap te diep; ook in Nederland strandt elke poging Israëlische mensenrechtenschendingen te bestraffen steeds op veto’s van de rechtse partijen.

Omdat Amerika Israël helemaal de hand boven het hoofd houdt, kan Israël bovendien Europa negeren en buiten elke vredesonderhandeling houden. Die Amerikaanse steun is onder Trump weliswaar extremer dan ook, maar zal ook met een president Biden niet fundamenteel veranderen. De sympathie van het Amerikaanse electoraat ligt, ook met dank aan alle negatieve Arabische Hollywoodclichés, eenduidig aan Israëlische zijde, niet alleen in evangelische kring.

De niet van antisemitisme gespeende taal van Hamas draagt daar vervolgens extra aan bij. Wat dat betreft hebben de Palestijnen, als het gaat om het winnen van de Amerikaanse hearts and minds, hun retoriek niet op orde; zo genoot Saddam Hussein groot aanzien in hun kring. Niet onbegrijpelijk, omdat deze zich, als aartsvijand van Washington, als een van de weinig Arabische dictatoren vierkant achter hen schaarde. Alleen: geweldig behulpzaam was dat na Saddams ondergang natuurlijk niet.

Laten we er maar geen doekjes om winden: de Palestijnen hebben de slag om een eigen land definitief verloren

De VAE hebben door hun opzienbarende openlijke stap – achter de schermen bestonden al langer intensieve contacten – nu eieren voor hun geld gekozen. Want hun geld: daar gaat het deze miljardairsjeiks allereerst om. Hun inschatting is dezelfde als zojuist mijnerzijds geformuleerd: dankzij de Amerikaanse onwil en het Europese onvermogen om de Palestijnen recht te doen, zal Israël nog voor lange jaren onbetwist de bovenliggende partij zijn. En if you can’t beat them, join them.

De grote bedreiging is in Arabische ogen bovendien niet Israël, maar Iran. Enerzijds om religieuze redenen: de tegenstelling tussen soennieten en sjiieten die niet alleen Irak verscheurt, maar ook in het Syrische conflict een rol speelt. Voor felle soennieten zijn sjiieten – en omgekeerd geldt dat ook – vaak erger dan ongelovigen. Niets solidaire oemma van alle moslims wereldwijd: dat is een fictie. Net als christenen vroeger vechten ze bij voorkeur elkaar de tent uit – ketters zijn vanouds erger dan ongelovigen.

En de andere reden om Iran als grote bedreiging te zien is voor al die stinkrijke sjeiks een financiële. Van solidariteit met arme moslims – denk aan ruimhartige ondersteuning van de vele miljoenen vluchtelingen – geven zij zelden blijk; hooguit sturen ze salafistische predikers.

Bovenal is Iran een republiek, met een – hoe gebrekkig dat ook gaat – gekozen president. Voor de absolutistische erfmonarchieën op het Arabische schiereiland, wier rijkdom mede is gebaseerd op het feit dat zij geen enkele inspraak dulden, vormt een dergelijk alternatief voor hun eigen archaïsche stelsel ideologische bedreiging nummer één.