Home Columns Het ‘buitenland’ is een mythe

Het ‘buitenland’ is een mythe

Een corona-molecuul (Foto: Associated Press)

De kwetsbaarheid en beperking van onze nationale grenzen zijn de afgelopen tijd krachtig zichtbaar door de snelle verspreiding van het coronavirus. Het virus dat eind vorig jaar in de Chinese stad Wuhan de kop opstak, verspreidde zich in rap tempo over de rest van China. Inmiddels zijn Japan, Zuid-Korea, Thailand en andere Aziatische landen ook door het virus getroffen, maar ook de Verenigde Staten, Australië, Italië, Frankrijk, Duitsland en België.

Op dit moment zijn al meer dan 24.000 mensen besmet en zijn bijna vijfhonderd mensen overleden aan het coronavirus. De verwachting is dat deze cijfers de komende dagen zullen stijgen, ondanks de poging van de Chinese overheid om de verspreiding te beheersen.

Een belangrijke les: weliswaar kun je mensen categoriseren via natiestaten en paspoorten, maar wat hen echt met elkaar verbindt is hun immuunsysteem, hun vermogen om door een virus besmet te raken, dit over de hele wereld te verspreiden en hieraan te overlijden.

De snelle verspreiding van het coronavirus kun je verklaren door de technologische revolutie. Die maakt het mogelijk om binnen 24 uur naar de andere kant van de wereld te reizen en een pakketje vanuit China in Nederland te laten bezorgen. Elke keer als ik politici of burgers hoor roepen dat buitenlanders hun land niet mogen betreden, vraag ik mij af of ze blind zijn of slecht acteren.

Want je moet blind zijn of heel slecht toneelspelen om niet in te zien dat wij als mensen, ongeacht onze geboorteplek, een gezamenlijke lotsverbondenheid hebben. Er hoeft maar tijdens kerst een dodelijk virus te ontstaan in een wereldstad, en de kans is vrij reëel dat alle landen van de wereld daar mee te maken hebben. Virussen kijken niet naar huidskleur, etniciteit of nationale grenzen.

Virussen kijken niet naar huidskleur, etniciteit of nationale grenzen

Dat geldt ook voor geld. Geld stinkt niet, maar discrimineert ook niet. Kijk maar naar de Nederlandse Ontwikkelingsbank FMO. Deze is gespecialiseerd in het doen van investeringen in ‘moeilijke landen’. Vorig jaar november publiceerde Human Rights Watch een onderzoek dat stelde dat een palmolieplantage waar de bank in had geïnvesteerd de basisrechten van haar arbeiders niet respecteerde. Zo werden medewerkers onderbetaald en aan giftige pesticiden blootgesteld.

Eerder had Trouw in meerdere berichten laten zien dat de ontwikkelingsbank betrokken was bij investeringen in Congo die mensenrechtenschendingen mede mogelijk maakten. Denk hierbij aan landroof, intimidatie, arrestatie, moord en doodslag. Het geld van FMO wist direct en indirect het leven van Congolezen te beïnvloeden.

Voor mij het ultieme bewijs dat de financiële sector, net als ziektes en virussen, lak heeft aan nationale grenzen. Wat hier in Nederland gebeurt, heeft direct invloed op de andere kant van de wereld, en andersom.

Via de ‘Luanda Leaks’ heeft een groep internationale onderzoeksjournalisten aan de hand van ruim 700.000 documenten laten zien hoe de Angolese ‘zakenvrouw’ Isabel dos Santos miljarden verdiende met corrupte praktijken en daarmee de rijkste vrouw van Afrika werd.

Als voormalige presidentsdochter en directeur van het staatsoliebedrijf Sonangol wist Dos Santos voor zichzelf en haar man lucratieve deals binnen te slepen, die ze vervolgens in honderden miljoenen verzilverden. Maar zonder de steun van de adviseurs van McKinsey en PwC zou de voormalige presidentendochter er niet in geslaagd zijn om haar land leeg te roven.

Uit de Luanda Leaks blijkt bovendien dat de tientallen BV’s die Dos Santos en haar man gebruiken om hun geld weg te sluizen in Nederland zijn gevestigd. Zo krijgen we dus de situatie dat een arm Afrikaanse land wordt leeggeroofd ‘dankzij’ de steun van consultants en accountants uit rijke landen als Nederland.

Nationale grenzen zijn heilig. De snelle verspreiding van het coronavirus en de grenzeloze financiële sector laten zien hoe, meer dan ooit tevoren, ‘binnenland’ en ‘buitenland’ met elkaar verweven zijn.